Opdrachtgever: Nuon Warmte Project: DO GFT onder de A10 Vergunningsrapportage DN300/600 Staal-in-Staal SV leidingen Kruising A10, Amsterdam Zuid Tebodin Tebodin Netherlands B.V. Laan van Nieuw Oost-Indië 25 2593 BJ Den Haag Postbus 16029 2500 BA Den Haag Auteur: A. Khan - Telefoon: 070 348 02 94 - E-mail: [email protected] 9 december 2014 Ordernummer: T47216.00 Documentnummer: 1931001 Revisie: A e s o cl s y a w al 1 Tebodin Netherlands B.V. Vergunningsrapportage DN300/600 Staal-in-Staal SV leidingen Kruising A10, Amsterdam Zuid Ordernummer: T47216.00 Documentnummer: 1931001 Revisie: A 9 december 2014 Pagina 2 / 19 A 09-12-2014 Tracéwijziging verwerkt A. Khan H.M.J. Kuijpers 0 26-09-2014 Eerste uitgave A. Khan H.M.J. Kuijpers Rev. Datum Omschrijving Opsteller Gecontroleerd © Copyright Tebodin Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. 2 Tebodin Netherlands B.V. Vergunningsrapportage DN300/600 Staal-in-Staal SV leidingen Kruising A10, Amsterdam Zuid Ordernummer: T47216.00 Documentnummer: 1931001 Revisie: A 9 december 2014 Pagina 3 / 19 Inhoudsopgave Samenvatting 4 1 Inleiding 5 2 Uitgangspunten 6 2.1 Situatiebeschrijving en tracé 6 2.2 Vergunning & toetsing tracé 6 2.3 Materiaal en leidinggegevens 6 2.3.1 DN300/450 Staal-PUR-PE veldstrekking 7 2.3.2 Staal-in-Staal Systeem 7 2.3.3 DN600 en DN800 mantelbuis mijterbochten 9 2.3.4 Isolatie 9 2.3.5 Expansiekussens 9 2.4 Grondmodel 9 2.5 Belastingen 9 2.5.1 Onzekerheidsfactoren 10 2.5.2 Belastingfactoren 10 2.5.3 Ondersteuningshoek 10 2.6 Bepaling verstoringszone 10 2.7 Bepaling testdrukken 11 3 Kruising A10 middels gesloten front techniek 12 3.1 Beschrijving gesloten front techniek 12 3.2 Toetsing GFT 12 3.2.1 Boorspoeldrukken 12 3.2.2 Perskrachten 13 3.2.3 Zettingen 13 4 Sterkteberekening 14 4.1 Berekeningsmethodiek 14 4.2 Stappenplan berekeningsmethode 14 4.3 PLE-berekening 14 4.4 Resultaten en toetsing 15 4.5 Verplaatsingen 18 5 Conclusie 19 Bijlagen 1. Ontwerptekeningen 2. Grondmechanisch rapport Antea Group 3. Grondparameters, Tebodin 4. Bepaling KLH bij toepassing kussens 5. Bepaling verstoringszone 6. Notitie ‘Bochtstijfheidsfactor en spanningverhogingsfactoren 7. Berekening weegfactoren en vervangende bochtstralen 8. PLE berekening, in- en uitvoer, drukloze situatie 9. PLE berekening, in- en uitvoer, bedrijfssituatie 10. Berekening perskracht en boorspoeldrukken 3 Tebodin Netherlands B.V. Vergunningsrapportage DN300/600 Staal-in-Staal SV leidingen Kruising A10, Amsterdam Zuid Ordernummer: T47216.00 Documentnummer: 1931001 Revisie: A 9 december 2014 Pagina 4 / 19 Samenvatting In verband met toekomstige ontwikkelingen in het Zuidasgebied, onder andere het verdiept aanleggen van de rijksweg A10, is het van belang om het betreffende gebied tijdig functievrij te maken van ondergrondse kabels en leidingen. In 2012 en 2013 zijn er in opdracht van het ZuidasDok door Tebodin alternatieve tracés ontwikkeld waarbij een ondergrondse ‘Oostelijke Kruising’ onder de A10 onderdeel van de oplossing is. Deze ‘Oostelijke Kruising’ bevindt zich tussen de Vivaldistraat en het Beatrixpark (Zuidwestelijke Hoek van de RAI). Onderdeel van deze kruising zijn de DN300 stadsverwarmingsleidingen van Nuon Warmte. In overleg met Nuon is gekozen voor een Staal-in-Staal (SIS) systeem, waarbij de mantelbuis een diameter van 609,6 mm (DN600 / 24”) heeft. Naast de A10 wordt er een verholen waterkering gekruist, de spoorlijn Amsterdam Zuid- Amsterdam RAI en de Metrobaan. De kruising dient derhalve te voldoen aan de eisen conform NEN 3650 en NEN 3651, daarnaast dient voldaan te worden aan de Richtlijn Boortechnieken van Rijkswaterstaat, het ‘Witte Boekje’ van ProRail en de z.g. “Technische Voorschriften voor kabels en leidingen langs, onder en boven de spoorweginfrastructuur geschikt voor materieel met aslasten tot 120 kN en een maximale snelheid van 100 km/uur”. In opdracht van Nuon Warmte zijn door Tebodin de benodigde sterkteberekeningen uitgevoerd conform NEN 3650-1:2012: “Eisen voor buisleidingsystemen - Deel 1: Algemeen”, NEN 3650-2:12: “Eisen voor buisleidingsystemen - Deel 2: Staal” en NEN 3651:2012: “Aanvullende eisen voor leidingen in kruisingen met belangrijke waterstaatswerken”. Op basis van bijgevoegde tekeningen, grondparameters en de in dit rapport beschreven uitgangspunten zijn de DN300 stadsverwarmingsleidingen in de Oostelijke Kruising doorgerekend en getoetst conform de eisen van NEN 3650-1:2012, NEN 3650-2:2012 en NEN 3651:2012. Uit deze berekening volgt dat, uitgaande van de ontwerpgegevens zoals vermeld in hoofdstuk 2, de DN300 stadsverwarmingsleidingen in de Oostelijke Kruising voldoen aan de eisen van NEN 3650-1:2012, NEN 3650-2:2012, NEN 3651:2012, de Richtlijn Boortechnieken van Rijkswaterstaat, het ‘Witte Boekje’ van ProRail en de z.g. “Technische Voorschriften voor kabels en leidingen langs, onder en boven de spoorweginfrastructuur geschikt voor materieel met aslasten tot 120 kN en een maximale snelheid van 100 km/uur”. Om te voorkomen dat de mediumbuis de mantelbuis raakt bij K-9, als gevolg van de thermische expansie, zal de mediumbuis ongeveer 30 mm uit het midden (naar binnen) worden aangelegd. 4 Tebodin Netherlands B.V. Vergunningsrapportage DN300/600 Staal-in-Staal SV leidingen Kruising A10, Amsterdam Zuid Ordernummer: T47216.00 Documentnummer: 1931001 Revisie: A 9 december 2014 Pagina 5 / 19 1 Inleiding In verband met toekomstige ontwikkelingen in het Zuidasgebied, onder andere het verdiept aanleggen van de rijksweg A10, is het van belang om het betreffende gebied tijdig functievrij te maken van ondergrondse kabels en leidingen. In 2012 en 2013 zijn er in opdracht van het ZuidasDok door Tebodin alternatieve tracés ontwikkeld waarbij een ondergrondse ‘Oostelijke Kruising’ onder de A10 onderdeel van de oplossing is. Deze ‘Oostelijke Kruising’ bevindt zich tussen de Vivaldistraat en het Beatrixpark (Zuidwestelijke Hoek van de RAI). In overleg met Nuon, de beheerder van de DN300 stadsverwarmingsleidingen, is gekozen voor een Staal-in-Staal (SIS) systeem, waarbij de mantelbuis een diameter van 609,6 mm (DN600 / 24”) heeft. Er is voor deze oplossing gekozen met het oog op de beheerfase van de leidingen. De mantelbuis wordt met een dekking van ca. 12 meter aangelegd, een traditioneel Staal-PUR-PE systeem zou in dat geval te veel negatieve effecten ondervinden van het optredende zettingsverschil tussen mediumvoerende- en de mantelbuis. Naast de A10 wordt er een verholen waterkering gekruist, de spoorlijn Amsterdam Zuid- Amsterdam RAI en de Metrobaan. De kruising dient derhalve te voldoen aan de eisen conform NEN 3650 en NEN 3651, daarnaast dient voldaan te worden aan de Richtlijn Boortechnieken van Rijkswaterstaat, het ‘Witte Boekje’ van ProRail en de z.g. “Technische Voorschriften voor kabels en leidingen langs, onder en boven de spoorweginfrastructuur geschikt voor materieel met aslasten tot 120 kN en een maximale snelheid van 100 km/uur”. In opdracht van Nuon Warmte zijn door Tebodin de benodigde sterkteberekeningen uitgevoerd conform NEN 3650-1:2012: “Eisen voor buisleidingsystemen - Deel 1: Algemeen”, NEN 3650-2:12: “Eisen voor buisleidingsystemen - Deel 2: Staal” en NEN 3651:2012: “Aanvullende eisen voor leidingen in kruisingen met belangrijke waterstaatswerken”. Voor het berekenen van de leidingkrachten en verplaatsingen en voor het toetsen van de staalspanningen en leidingdeformaties wordt gebruik gemaakt van het programma PLE van Expert Design Systems te Rijswijk, versie 4.2.3. Uitgaande van de bij dit rapport gevoegde tekeningen en de in het rapport vermelde uitgangspunten, is de Oostelijke Kruising getoetst conform NEN 3650-1:2012, NEN 3650-2:2012 en NEN 3651:2012. Leeswijzer In hoofdstuk 2 zijn de berekeningsuitgangspunten geformuleerd. In hoofdstuk 3 wordt de gesloten front techniek beschreven, in hoofdstuk 4 is de berekeningsmethodiek met de resultaten opgenomen. In hoofdstuk 5 staat de conclusie beschreven. 5 Tebodin Netherlands B.V. Vergunningsrapportage DN300/600 Staal-in-Staal SV leidingen Kruising A10, Amsterdam Zuid Ordernummer: T47216.00 Documentnummer: 1931001 Revisie: A 9 december 2014 Pagina 6 / 19 2 Uitgangspunten 2.1 Situatiebeschrijving en tracé De configuratie van de Oostelijke Kruising is weergegeven in Bijlage 1. De aanvoerleiding wordt als maatgevend beschouwd. Vanwege het beperkte temperatuurverschil is de retour leiding niet separaat beschouwd. Voor de toetsing van de kruising is de aansluitende veldstrekking mee gemodelleerd. Het startpunt van de berekening bevindt zich halverwege het begin van routekaart 1 en knik K-1. De leiding ligt hier in een betonnen goot, aan weerzijde van dit leidingdeel bevindt zich een expansieslag. Verondersteld wordt dat de dit een verplaatsingsneutraal punt in de leiding is. Het eindpunt van de berekening bevindt zicht ter hoogte van de aansluiting op het reeds gelegde deel. Ook dit punt bevindt zich tussen twee expansieslagen, er wordt ook hier verondersteld dat dit een verplaatsingsneutraal punt in de leiding is. Tevens worden er twee DN300/200 T-stukken ingebouwd, het eerste T-stuk bevindt zicht ter hoogte van de Domenico Scarlattilaan. Dit T-stuk zal worden afgedopt. Een tweede T-stuk wordt ingebouwd ter hoogte van de RAI, om een aansluiting te maken op de bestaande DN200 Stadsverwarmingsleidingen van de RAI. Omdat deze T-stukken buiten de scope van de NEN 3651 vallen (ze liggen immers buiten de beschermingszone van het werk) zullen deze T-stukken niet meegenomen worden in de sterktetechnische beschouwing, dit geldt ook voor de overige leidingdelen welke buiten de beschermingszone liggen van het werk. 2.2 Vergunning & toetsing tracé Het tracé dient ter vergunning te worden ingediend bij Waternet (Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht) in verband met de kruising van de waterkering. Tevens dient er een vergunning aan te worden gevraagd bij Rijkswaterstaat in verband met de kruising van de Rijksweg A10. Daarnaast dient er een vergunning aangevraagd te worden bij ProRail en het Gemeentelijk Vervoersbedrijf Amsterdam, in verband met de kruising met de spoor- en metrolijnen tussen station Amsterdam Zuid en Amsterdam RAI. Conform NEN 3651:2012 dient de mediumvoerende leiding binnen de veiligheidszone van de waterkering 20% sterker te zijn dan de aansluitende veldstrekking (relatieve sterkte). In dit geval is hieraan voldaan door voor de mediumbuis in de veiligheidszone van de dijk een hogere wanddikte te kiezen ten opzichte van de mediumbuis daarbuiten. Er is gebruikt gemaakt van een mediumbuis met een wanddikte van 7,1 mm, ten opzichte van 5,6 mm in de veldstrekking. De aanleg van de kruising dient tevens te voldoen aan de voorwaarden zoals beschreven in de Richtlijn Boortechnieken, het “Witte Boekje” van ProRail en de z.g. “Technische Voorschriften voor kabels en leidingen langs, onder en boven de spoorweginfrastructuur geschikt voor materieel met aslasten tot 120 kN en een maximale snelheid van 100 km/uur”. Ter voorbereiding op de uitvoering van de boring dient de aannemer een boorplan (specifiek werkplan) op te stellen. Het boorplan dient door de aannemer bij de directie en de vergunningverleners ter goedkeuring te worden voorgelegd. In dit document dienen de volgende gegevens vermeld te worden:  De toleranties en afwijkingen van de boring in het horizontale en verticale vlak;  De te verwachten maximale en gemiddelde boorspoeldrukken en perskrachten;  Prognose van de perskrachten tijdens het proces;  De grootte, vorm en werking van de te gebruiken boormachine;  Maximale oversnijding;  De zettingen ten gevolgen van oversnijding en het heien en trekken van damwanden. Een aantal van de bovenstaande punten zullen reeds in hoofdstuk 3 besproken worden. 2.3 Materiaal en leidinggegevens De kruising, inclusief de verticale leidingdelen in de pers- en ontvangkuipen, is uitgevoerd in een Staal-in-Staal systeem. De DN300 mediumvoerende leiding in de kruising is met behulp van rollagers opgelegd in de DN600 stalen mantelbuis; deze 6 Tebodin Netherlands B.V. Vergunningsrapportage DN300/600 Staal-in-Staal SV leidingen Kruising A10, Amsterdam Zuid Ordernummer: T47216.00 Documentnummer: 1931001 Revisie: A 9 december 2014 Pagina 7 / 19 rollagers bevinden zich om de circa 8 meter. De onderbochten en de opkomers in de kuipen zijn uitgevoerd als DN300/800 Staal-in-Staal, in verband met de thermische expansie van de leidingen bij 130 graden (ca. 1,45 mm./m, conform de opgaaf van FernWärme). De ruimte tussen de stalen mantelbuis en de mediumvoerende leiding is gevacumeerd. Omdat de thermische expansie wordt opgevangen middels een grotere mantelbuis in de opkomers zal het leidingsysteem niet worden voorgespannen. De veldstrekking bestaat uit een Staal-PUR-PE systeem, waarbij de buitendiameter van de isolatie 450 mm bedraagt. De leidingsecties binnen de veiligheidszone van de waterkering hebben een wanddikte van 7,1 mm, conform de relatieve sterkte-eis uit NEN 3651. De elasticiteitsmodulus (E) en lineaire uitzettingscoëfficiënt (α) zijn bepaald op basis van formules uit de EN13941, Paragraaf 5.2.3.3. Voor zowel de mediumvoerende leiding in het SIS-systeem en de VPS als de mantelbuis zijn hieronder de materiaal- en leidinggegevens samengevat. 2.3.1 DN300/450 Staal-PUR-PE veldstrekking DN300/450 Staal-PUR-PE linepipe Materiaal P235GH volgens NEN-EN 10216-2 Elasticiteitsmodulus E = 207.000 N/mm2 Lineaire uitzettingscoëfficiënt α = 1.24 ∙ 10-5 °C-1 Rekgrens (T ≤ 50 °C) Re = 235 N/mm2 Warm rekgrens (T = 130 °C) Re(θ) = 204,6 N/mm2 Uitwendige diameter leiding Du = 323,9 mm Nominale wanddikte t = 5,6 mm Fabricage tolerantie tol. = 10 % volgens NEN-EN 10216-2 DN300/450 Staal-PUR-PE Warmgebogen bocht Materiaal P235GH volgens NEN-EN 10216-2 en P355NH volgens NEN-EN 10217-3 Elasticiteitsmodulus E = 207.000 N/mm2 Lineaire uitzettingscoëfficiënt α = 1,24 ∙ 10-5 °C-1 Rekgrens (T ≤ 50 °C) Re = 235 / 355 N/mm2 Warm rekgrens (T = 130 °C) Re(θ) = 204,6 / 292 N/mm2 Uitwendige diameter leiding Du = 323,9 mm Nominale wanddikte t = 5,6 / 7,1 mm Fabricage tolerantie tol. = 8 % volgens NEN-EN 10217-3 Bochtstraal VPS (2,5 D / 5D) R = 810 / 1620 mm 2.3.2 Staal-in-Staal Systeem DN300 SIS rechte leidingdelen mediumvoerende leiding Materiaal P235GH volgens NEN-EN 10216-2 Elasticiteitsmodulus E = 207.000 N/mm2 Lineaire uitzettingscoëfficiënt α = 1,24 ∙ 10-5 °C-1 Rekgrens (T ≤ 50 °C) Re = 235 N/mm2 Warm rekgrens (T = 130 °C) Re(θ) = 204,6 N/mm2 Uitwendige diameter leiding Du = 323,9 mm Nominale wanddikte t = 7,1 mm Fabricage tolerantie tol. = 8 % volgens NEN-EN 10216-2 7 Tebodin Netherlands B.V. Vergunningsrapportage DN300/600 Staal-in-Staal SV leidingen Kruising A10, Amsterdam Zuid Ordernummer: T47216.00 Documentnummer: 1931001 Revisie: A 9 december 2014 Pagina 8 / 19 DN300 SIS bochten mediumvoerende leiding Materiaal P235GH volgens NEN-EN 10216-2 en P355NH volgens NEN-EN 10217-3 Elasticiteitsmodulus E = 211.700 N/mm2 Lineaire uitzettingscoëfficiënt α = 1.24 ∙ 10-5 °C-1 Rekgrens (T ≤ 50 °C) Re = 235 / 355 N/mm2 Warm rekgrens (T = 130 °C) Re(θ) = 204,6 / 292 N/mm2 Uitwendige diameter DN600 Du = 323,9 mm Nominale wanddikte t = 7,1 mm Fabricage tolerantie tol. = 8 % volgens NEN-EN 10216-2 Bochtstraal SIS R = 820 mm DN600 SIS rechte leidingdelen mantelbuis Materiaal P355NH volgens NEN-EN 10217-3 Elasticiteitsmodulus E = 211.700 N/mm2 Lineaire uitzettingscoëfficiënt α = 1,17 ∙ 10-5 °C-1 Rekgrens (T ≤ 50 °C) Re = 355 N/mm2 Uitwendige diameter leiding Du = 609,6 mm Nominale wanddikte t = 9,5 mm Fabricage tolerantie tol. = 8 % volgens NEN-EN 10217-3 DN600 SIS bochten mantelbuis Materiaal P355NH volgens NEN-EN 10217-3 Elasticiteitsmodulus E = 211.700 N/mm2 Lineaire uitzettingscoëfficiënt α = 1,17 ∙ 10-5 °C-1 Rekgrens (T ≤ 50 °C) Re = 355 N/mm2 Uitwendige diameter DN600 Du = 609,6 mm Nominale wanddikte t = 9,5 mm Fabricage tolerantie tol. = 8 % volgens NEN-EN 10217-3 Bochtstraal SIS R = 820 mm DN800 SIS rechte leidingdelen mantelbuis Materiaal P355NH volgens NEN-EN 10217-3 Elasticiteitsmodulus E = 211.700 N/mm2 Lineaire uitzettingscoëfficiënt α = 1,17 ∙ 10-5 °C-1 Rekgrens (T ≤ 50 °C) Re = 355 N/mm2 Uitwendige diameter leiding Du = 812,8 mm Nominale wanddikte t = 8,0 mm Fabricage tolerantie tol. = 8 % volgens NEN-EN 10217-3 DN800 SIS bochten mantelbuis Materiaal P355NH volgens NEN-EN 10217-3 Elasticiteitsmodulus E = 211.700 N/mm2 Lineaire uitzettingscoëfficiënt α = 1,17 ∙ 10-5 °C-1 Rekgrens (T ≤ 50 °C) Re = 355 N/mm2 Uitwendige diameter DN800 Du = 812,8 mm Nominale wanddikte t = 8,0 mm Fabricage tolerantie tol. = 8 % volgens NEN-EN 10217-3 Bochtstraal SIS R = 820 mm 8 Tebodin Netherlands B.V. Vergunningsrapportage DN300/600 Staal-in-Staal SV leidingen Kruising A10, Amsterdam Zuid Ordernummer: T47216.00 Documentnummer: 1931001 Revisie: A 9 december 2014 Pagina 9 / 19 2.3.3 DN600 en DN800 mantelbuis mijterbochten In het tracé komen enkele mijterbochten in de mantelbuis voor. Bij het gebruik van mijterbochten dient er gebruik te worden gemaakt van een vervangende bochtstraal en een correctie op de weegfactoren. Het bepalen van deze vervangende bochtstraal en de correctie op de weegfactoren is gedaan conform de notitie ‘Bochtstijfheidsfactor en spanningverhogingsfactoren’ van R+K (zie Bijlage 6). De gebruikte weegfactoren zijn gegeven in Bijlage 7. 2.3.4 Isolatie De mediumvoerende buizen zijn voorzien van een PE buitenmantel. De ruimte tussen de buitenmantel en de mediumvoerende buis is opgevuld met polyurethaanschuim (PUR), gebaseerd op de norm NEN-EN 253:2009. PUR Dichtheid ≥ 80 kg/m3 Toelaatbare langeduur drukspanning standard density foam 0,22* N/mm2 * De NEN-EN 13941 schrijft een maximale PUR spanninge van 0,15 N/mm2 voor, Nuon hanteert zelf een waarde van 0,22 N/mm2. 2.3.5 Expansiekussens In het leidingontwerp zijn kussens toegepast met een laagdikte van minimaal 40 mm en een gesloten celstructuur. Er wordt uitgegaan van stijve expansiekussens met een benodigde drukspanning van 100 kN/m2 om een indrukkingspercentage van 50% te kunnen realiseren. Er worden maximaal 3 lagen expansiekussens toegepast om ophoping van warmte tussen expansiekussens en de PE-coating te voorkomen. 2.4 Grondmodel Door Antea Group is grondonderzoek uitgevoerd. Aan de hand van het grondonderzoek zijn de grondmechanische parameters bepaald. Een overzicht hiervan is te vinden in Bijlage 2. Uit conservatief oogpunt is ervoor gekozen om voor de DN800 mantelbuis dezelfde parameters te gebruiken als voor de DN600 mantelbuis. 2.5 Belastingen In de berekening zijn onderstaande belastingen meegenomen: a Ontwerpdruk po b Ontwerptemperatuur Tθ c Uitvoeringszakking c.q. zetting fv d Eigen gewicht, inclusief vulling Qeg e Grondbelasting Q f Verkeersbelasting Qv Ad a De ontwerpdruk van de leidingen bedraagt 25 barg. Ad b De maximale bedrijfstemperatuur van de leidingen is 130°C. Om de optredende thermische expansie van de mediumvoerende leiding te reduceren zijn de onderbochten van de opkomers in de pers- en ontvangkuip voorzien van een mantelbuis met een diameter van 812,8 mm (DN800 / 32”). Voor de mantelbuis van het staal-in-staal systeem is in de berekening een maximale temperatuur van 40°C aangehouden, waarbij rekening is gehouden met het warmteverlies. Bovendien wordt er met deze mantelbuistemperatuur het eventueel wegvallen van het vacuüm gesimuleerd. Ad c Zettingen en uitvoeringszakkingen zijn gehanteerd conform NEN3650-1:2012 (§C.4.7.2, Tabel C.5). Ten behoeve van de aanleg wordt in de pers- en ontvangkuipen een betonnen vloer aangebracht. Met het oog op het beheer en onderhoud van de leidingen worden de damwandplanken onder maaiveld afgebrand en niet getrokken. De kuip zelf wordt aangevuld met uitgekomen grond welke goed zal worden verdicht. Ter plaatse van de pers- en ontvangkuipen 9 Tebodin Netherlands B.V. Vergunningsrapportage DN300/600 Staal-in-Staal SV leidingen Kruising A10, Amsterdam Zuid Ordernummer: T47216.00 Documentnummer: 1931001 Revisie: A 9 december 2014 Pagina 10 / 19 zal een zakkingsprofiel conform Tabel C.5 van NEN3650-1:2012 worden gemodelleerd. De waarde van deze zetting verloopt lineair van 0 (onderin de kuip) naar de maximale waarde bovenin de kuip. Omdat de bestaande grondopbouw bestaat uit voornamelijk siltig zand en zandige klei, wordt hier een uitvoeringszakking voor goed verdichte stijve klei aangehouden. Ter plaatse van de overgangen op de veldstrekking worden uitvoeringszakkingen conform Tabel C.3 van NEN3650-1:2012, deze kennen een sinusvormig verloop naar 0 mm over een lengte van 20 meter. Ter plaatsen van de overgang op bestaand / gelegde wordt een zettingssprong gemodelleerd conform Tabel C.3 van NEN3650-1:2012. Ad d Het eigengewicht van de leidingen inclusief medium is meegenomen in de berekeningen. Daar waar de leiding zich onder de grondwaterstand bevindt, zoals bepaald in het grondmechanisch onderzoek, is rekening gehouden met het opdrijvende vermogen. Ad e Voor de grondbelastingen wordt verwezen naar Bijlage 2 van dit rapport, waarin de grondmechanische parameters zijn opgenomen. Op basis van dit grondonderzoek, uitgevoerd door Antea Group, zijn door Tebodin tevens aanvullende grondparameters bepaald, conform NEN 3650:2012. De in de berekeningen gehanteerde belastingfactoren zijn toegepast conform NEN 3650-2:2012 (§ 7.5.6, Tabel 2). Ad f De verkeersbelastingen zijn bepaald conform NEN 3650-1:2012, paragraaf C.5. 2.5.1 Onzekerheidsfactoren In de berekening is rekening gehouden met de onzekerheidsfactoren van en zand voor grondmechanische parameters zoals vermeld in NEN 3650-1:2012, Bijlage B, tabel B.3. Deze onzekerheidsfactoren bestaan uit een factor voor ruimtelijke spreiding en een rekenmodelfactor. 2.5.2 Belastingfactoren In de sterkteberekeningen zijn voor de verschillende belastingcombinaties belastingfactoren toegepast conform NEN 3650- 2:2012, paragraaf 7.5.6, tabel 2. 2.5.3 Ondersteuningshoek Voor sleufloos aangelegde buizen wordt een ondersteuningshoek van 120°/180° aangehouden, in de open ontgraving is de veilige rekenwaarde van 70°/180° voor tangentieel flexibele buizen aangehouden conform NEN 3650-1:2012, Bijlage C.4.1.3. 2.6 Bepaling verstoringszone De warmteleidingen bestaan uit twee Staal-PUR-PE geïsoleerde leidingen, en worden aangelegd met een minimale dekking van 1 m –mv. Voor het bepalen van de verstoringszone zijn de onderstaande gegevens gebruikt: Valversnelling g = 9,81 m/s2 Diameter mediumbuis Du = 323,9 mm Wanddikte mediumbuis t = 7,1 mm Ontwerpdruk Po = 2,5 N/mm2 Middellijn gat leiding dg = 310,0 mm (=Du - 2 x t) Debiet Q = 0,377 m3/s (op basis van stroomsnelheid van 2,5 m/s) Gronddekking Hdek = 1 m –mv Dichtheid medium ρ = 998 kg/m3 Maximale drukhoogte h = 255 mvk Afvoercoëfficiënt μ = 0,5 - 10