ebook img

Taal, cultuur en literatuur van de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname PDF

2010·0.32 MB·Dutch
by  MijtsEric
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Taal, cultuur en literatuur van de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname

Taal, cultuur en literatuur van de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname ERICMIJTS Universiteit van Aruba Recibido: 15 de diciembre de 2009 Aceptado: 20 de enero de 2010 ABSTRACT In Nederland en Vlaanderen wordt Nederlands gesproken. Wat we echter vaak vergeten is dat op verschillende andere plaatsen in de wereld Nederlands ook een belangrijke rol speelt. Door de handelspolitiek van de Verenigde Oost-Indische Compagnie en de Verenigde West- Indische Compagnie in de Gouden Eeuw (17de eeuw) hebben Nederlandse handelaars op verschillende plaatsen in de wereld handelsposten gevestigd en gebieden veroverd. De gro- otste daarvan was natuurlijk Indonesië (VOC) in het oosten, in het zuiden vestigden Neder- landse avonturiers een handelspost in wat later Zuid-Afrika zou worden, maar ook in het westen werden een aantal gebieden verworven. In sommige van deze landen zijn de sporen van de Nederlandse kolonisatie nog duidelijk merkbaar in taal, literatuur en cultuur. In dit artikel schetsen we de huidige taalsituatie aan de hand van de historische ontwikkeling van de gebieden Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba, vervolgens gaan we in op twee literaire verschijnselen: het antagonisme tegenover de kolonisator in postkoloniale romans en de identiteit van de schrijver in postkoloniale romans. Sleutelwoorden: het Nederlands in de wereld, sociaal gebruik en taal, gesproken taal in het Nederlands, postcolonalisme. An outline of the Dutch language and literature in Dutch in the Caribbean and Suriname ABSTRACT Dutch plays an important role in administrative and social life in the Netherlands Antilles and Aruba, where Papiamiento is the mother tongue of the native population, and in Surina- me, with its mix of languages and population groups. The intention of this paper is to des- cribe the social standing of the language with the help of some examples. Although Dutch is the mother tongue of only a minority of the population, a Dutch speaking literary tradition does exist in Suriname, the Netherlands Antilles and Aruba. Depending on where they come from, writers in these areas are split into passing travellers, colonisers, local authors and emi- Cuadernos de Filología Alemana ISBN: 978-84-669-3467-1 2010, Anejo II, 213-224 Eric Mijts Taal, cultuur en literatuur van de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname grants. With the help of fragments by some of these writers, this paper describes a snapshot of the contrasts between Europe and the Caribbean. Key words: Dutch in the world, social issues and language, Dutch speaking literature, post- colonialism. Lengua, cultura y literatura en el Caribe y en Surinan RESUMEN El neerlandés es la lengua que se habla en los Países Bajos y en Flandes, pero no sólo se habla neerlandés en esas zonas geográficas. El neerlandés juega un papel importante en la vida administrativa y social de las Antillas neerlandesas y Aruba, donde el papiamento es la lengua materna de la población autóctona, y en Surinam donde se entremezcla con otras len- guas y grupos de población. La intención del presente artículo es la de describir la posición social de la lengua con la ayuda de algunos ejemplos. El desarrollo turístico y la inmigración procedente de países hispanoblantes crea una mezcla de lenguas interesante. Los cambios sociales provocan que se necesite un enfoque más detallado en la utilización de la lengua neerlandesa en el campo de la educación y de la administración. Tampoco se debe escapar a nuestra atención la presencia de otras lenguas extranjeras como el inglés y el español. Por otro lado, el neerlandés conoce en Surinam una expansión que se ve reflejada entre otros por la entrada de Surinam en la Nederlandse Taaluniey el creciente aumento de nativos. Pese a que el neerlandés es la lengua materna tan sólo de una minoría de la población, existe una tradición literaria neerlandófona en Surinam, las Antillas neerlandesas y Aruba. Los escrito- res de estas zonas, dependiendo de su procedencia, se dividen en viajeros en tránsito, colo- nizadores, autores locales y emigrantes. Con ayuda de los fragmentos de algunos de estos escritores se expondrá una imagen de los contrastes entre Europa y el Caribe. Palabras clave: el neerlandés en el mundo, usos sociales y lengua, literatura hablada en neerlandés, poscolonialismo. 1. Ontwikkeling van de taalsituatie 1.1. Benedenwindse eilanden Voor de bespreking van de geschiedenis en taal zal ik mij vooral concentreren op de benedenwindse eilanden, Aruba, Bonaire en Curaçao (ABC), waar Nederlands wordt gesproken. Op de bovenwindse eilanden, Saba, Sint Eustatius en Sint Maar- ten, wordt voornamelijk Engels gesproken, deze eilanden zijn dan ook lange tijd in Engelse handen geweest. De bevolking van de ABC-eilanden is samengesteld uit een mengeling van de afs- tammelingen van verschillende migratiegolven. In de jaren dertig van de zeventien- de eeuw namen de Nederlanders, op zoek naar zout voor de haringvisserij en als steunpunt voor handel en kaapvaart de Islas Inútiles van de Spanjaarden over. De inheemse bevolking was toen reeds bijna volledig door de Spaanse conquistadores weggevoerd. De West Indische Compagnie had tot het einde van de achttiende eeuw 214 Revista de Filología Alemana 2010, Anejo II, 213-224 Eric Mijts Taal, cultuur en literatuur van de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname het bewind over de eilanden. Nederlandse planters toonden geen interesse in de eilan- den, daarom werden uit Brazilië Sefardische joden aangetrokken om de eilanden te ontginnen. Ook uit Italië, Guadeloupe en Suriname trokken mensen naar de eilanden. Naast deze groepen was er natuurlijk de omvangrijke groep Afrikaanse slaven die vanaf 1640 het eiland binnengebracht werden. Slechts een klein aantal van die slaven bleef op de eilanden, maar hun aantal was groot genoeg om veruit het aantal blanken te overtreffen. Zo kwam het Nederlands snel in de minderheid op de eilanden. Uit het contact tussen slaven en kolonisten ontstond de taal Papiaments, een cre- ooltaal die waarschijnlijk wortelt in de Afro-Portugese handelstaal. Een andere visie stelt dat het Papiaments Afrikaans-Spaanse wortels heeft. Het is bijzonder moeilijk hierover uitsluitsel te geven gezien van het Papiaments tot de negentiende eeuw geen geschreven bronnen bestaan1. In tegenstelling tot de eilanden van de oostelij- ke en noordelijke Caraïben zijn de ABC-eilanden, bij gebrek aan zoet water en door de onvruchtbare grond ongeschikt voor beplanting, en bovendien zijn er ook nau- welijks grondstoffen aanwezig. Vanwege deze economisch lage waarde van de eilanden, kenden deze weinig groei of ontplooiing. Pas in het begin van de twin- tigste eeuw kwamen er opnieuw grote veranderingen in de samenstelling van de bevolking van de eilanden. Vanwege de strategische ligging werden zowel op Aruba als op Curaçao raffinaderijen geopend. Dit leidde tot immigratie van Engelstalige bevolking uit de bovenwindse eilanden. Het toerisme dat in de jaren zestig opkwam versterkte deze Engelstalige immigratie. Een vooralsnog laatste immigratiegolf die bepalend is voor het taalbeeld op de eilanden is de grootschalige immigratie uit Colombia en Venezuela. Veelal laagge- schoolde arbeiders trekken naar de tegenwoordig economisch welvarende eilanden en zoeken werk als inwonende kinderoppas, handarbeider of prostituee. Deze in- stroom heeft een grote invloed op de verspaansing van het Papiaments, een taal die toch al dicht bij het Spaans aanleunt en dan ook gemakkelijk woorden uit deze taal overneemt2. Sinds de kolonisatie door Nederland is het Nederlands op de ABC- eilanden de officiële taal gebleven. Papiaments heeft ondertussen wel een officiële status naast het Nederlands gekregen: in Aruba is dit in 2003 gebeurd, in Curaçao in 2007. Hiermee werd door de politiek, enigszins laat, de werkelijkheid bevestigd, namelijk dat in het dagelijkse leven Papiaments een zeer belangrijke rol speelt. De kolonisatie, ontwikkeling van het Papiaments en de verschillende immigratie- golven hebben geleid tot een multilinguale samenleving die overwegend Papiaments- talig is, maar waar Nederlands, Engels en Spaans ook een belangrijke rol spelen. Deze situatie leidt ertoe dat het grootste deel van de bevolking tot op zekere hoogte vierta- lig is. In tabel 1 ziet u een overzicht van de gebruikte eerste talen op Curaçao en Aruba, gebaseerd op de volkstellingen van 2000 op Aruba en 2001 op Curaçao. 1 MARTINUS,E. F.: The kiss of a slave, Papiamentu’s West-African connections. Curaçao: De Curaçao- sche Courant 1996. 2 Voor een uitgebreider overzicht van de ontwikkeling van de taalsituatie op de Nederlandse Antillen en Aruba zie RUTGERS, W.: “De Nederlandse Antillen en Aruba”. In: D’HAEN, T. (ed.): Europa buitengaats. Koloniale en postkoloniale literaturen in Europese talen,2 delen. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker 2002, deel 1, 247-288. Revista de Filología Alemana 215 2010, Anejo II, 213-224 Eric Mijts Taal, cultuur en literatuur van de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname TABEL1. Moedertalen op Curaçao en Aruba (CBS Nederlandse Antillen, 20023en CBS Aruba, 20024). Deze gegevens moeten wel met voorzichtigheid behandeld worden. De aantallen moedertaalsprekers zijn niet representatief voor het werkelijke gebruik van een taal. Voor de benedenwindse eilanden is dit bijvoorbeeld merkbaar in het bestuur en onderwijs: zeventig tot tachtig procent van de bevolking van de Antillen en Aruba geeft aan Papiamentstalig te zijn, maar de rechtstaal en de onderwijstaal zijn Neder- lands. Daarnaast wordt de invloed van het Engels door het toenemende toerisme uit de Verenigde Staten, dé grote bron van inkomsten in de Caraïben, en daarnaast natuurlijk ook vanuit de Engelstalige media steeds sterker. Pereira omschrijft de officiële status van het Nederlands op de eilanden in zowel bestuur als onderwijs als een historische vergissing, die gezien de huidige politieke, sociaal – culturele, linguïstische en onderwijskundige visies zo snel mogelijk gecorrigeerd moet worden5. Het huidige beleid streeft naar een sterkere inbedding van het Papiaments in het onderwijs, gekoppeld aan het afbouwen van Nederlands als onderwijstaal. Dit project kan slagen als ervoor gekozen wordt degelijk vreemdetalenonderwijs aan te bieden om de aansluiting bij verdere studies in het buitenland te garanderen. Daarnaast moet er geïnvesteerd worden in onder- wijsmethodes en trainingen voor onderwijspersoneel. Indien niet aan deze randvoor- waarden voldaan wordt lopen de eilanden het risico een intellectuele achterstand te ontwikkelen die ook economische gevolgen kan hebben voor de Papiamentstalige bevolking. Dit risico is reëel gezien de kleinschaligheid van de Papiamentstalige samenlevingen en de eerder ideologische dan pragmatische inslag van het taalbe- leid op de eilanden. Het gebruik van een voor de bevolking vreemde taal is normaal in veel postko- loniale taalsituaties, meestal gaat het dan over talen met een groter bereik zoals Frans, Engels of Spaans. Vaak wordt gekozen voor de taal die economisch, politiek en intellectueel het meeste aansluiting geeft. Zoals we hierna zullen zien, is in Suri- 3 CBS Nederlandse Antillen: Fourth population and Housing Census Netherlands Antilles 2001. Cura- çao, 2002. 4 CBS Aruba: The people of Aruba, Continuity and Change. Aruba, 2002. 5 PEREIRA, J.: “Het Papiamento en de verhouding tot het Nederlands”. In: Ons Erfdeel, jrg. 38, 1995/3, 360-370. 216 Revista de Filología Alemana 2010, Anejo II, 213-224 Eric Mijts Taal, cultuur en literatuur van de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname name de keuze voor Nederlands gemaakt, als taal die de mogelijkheid geeft voor emancipatie en internationale aansluiting. 1.2. Suriname De Nederlandse kolonisatie van Suriname sinds 1667, na de verovering van het gebied op de Engelsen, is uitgemond in een totaal ander taalbeeld dan dat op de ABC-eilanden. Door de vele plantages in Suriname waren in 1667 Spaanse, Franse, Nederlandse en Portugese kolonisten aanwezig. Deze plantages werden bevolkt door slaven. Al snel werden de moedertalen van deze slaven verdrongen door cre- ooltalen, waarvan de belangrijkste het Sranan Tongo is. Daarnaast was er een groot aantal indianentalen, die echter nauwelijks een rol gespeeld hebben in de ontwikke- ling van het taalbeleid in Suriname, gezien de kolonisator de Indianen niet als ge- schikte arbeidskrachten zag en dus links liet liggen. De afschaffing van de slavernij in 1863, leidde tot grote immigratiestromen. De eerste immigranten waren de Chinezen vanaf 1853, gevolgd door de Brits Indiërs, later Hindoestanen genoemd rond 1870. Deze laatste groep ontwikkelde een eigen variëteit van het Hindi: Sarnami of Hindoestaans. Later, rond 1890, kwamen daar- bij de immigranten uit Nederlands Indië, voornamelijk uit Java. De Brits-Indiërs en de Nederlands-Indiërs werden vooral verwelkomd om de verwachte leegloop van de plantages die gepaard ging met de afschaffing van de slavernij op te vangen. De tweede helft van de twintigste eeuw in Suriname wordt voornamelijk geka- rakteriseerd door de dekolonisatie en de destabilisatie die hierop volgde. In 1954 werd het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden ondertekend, waarin aan de Nederlandse koloniën autonomie op het gebied van binnenlandse aangelegenheden toegezegd werd. Voor Suriname volstond deze situatie niet, hetgeen uitmondde in de onafhankelijkheid van 25 november 1975. In zijn column in het NRC-Handelsblad van 12 maart 2007 gaf Anil Ramdas een heel korte samenvatting van de geschiedenis van Suriname sinds 1975: “Ze hebben hier vele revoluties achter de rug: de onafhankelijkheid (die overigens mislukt is), de militaire staatsgreep (ook al niet zo’n succes), de moorden van 1982, de omvor- ming van het land in een narcostaat in de jaren negentig, en nu het heel langzaam omhoog krabbelen”6. Deze ontwrichtingen zijn duidelijk voelbaar in de Surinaamse samenleving, al is het maar omdat in de periode rond de onafhankelijkheid en rond de Decembermoor- den van 1982 een groot aantal Surinamers naar Nederland geëmigreerd zijn. Op dit ogenblik wonen een 350.000 tal Surinamers in Nederland, bijna evenveel als het inwonertal van Suriname, ongeveer 500.000. In Suriname speelt het Nederlands een andere rol dan op de ABC-eilanden: de opeenvolgende immigratiegolven hebben ertoe geleid dat in Suriname een twintig- tal talen gesproken worden. Twee talen hebben een maatschappelijk prominente rol 6 RAMDAS, A.: De slechtheid van God, column in NRC-Handelsblad van 12 maart 2007. Revista de Filología Alemana 217 2010, Anejo II, 213-224 Eric Mijts Taal, cultuur en literatuur van de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname gekregen, zowel als moedertaal als lingua franca: het Nederlands en het Sranan Tongo. Hoewel de meeste mensen Sranan Tongo verstaan, is het het Nederlands dat de belangrijkste positie veroverd heeft. Het Sranan Tongo heeft een lage status, wordt eerder beschouwd als een straattaal, het Nederlands heeft een hoge status. Sarnami, dat door de Hindostaanse bevolking gesproken wordt is enkel de taal van deze bevolkingsgroep en speelt daarbuiten geen belangrijke rol. Tabel 2 geeft de verdeling van de moedertalen in Suriname weer. TABEL2. Moedertalen in Suriname (Bron: ABS-Suriname, 2004)7 Een belangrijk kenmerk van het Nederlands in Suriname is dat het een eigen evolutie doorgemaakt heeft, met eigen grammaticale kenmerken en een eigen woor- denschat. Toen Suriname zich in 2003 aansloot bij de Nederlandse Taalunie is er dan ook voor gekozen een vijfhonderdtal woorden uit het Surinaams Nederlands in Het ‘Groene Boekje – Woordenlijst Nederlandse Taal’ op te nemen. In plaats van het Surinaams Nederlands te behandelen als aparte taalvariëteit heeft men gekozen voor de aanvaarding van Surinaams Nederlands als onderdeel van de Nederlandse Taal. De aansluiting bij de Nederlandse Taalunie en de daarmee gepaard gaande erken- ning van het Surinaams Nederlands heeft geleid tot een verdere verhoging van de status van het Nederlands, hetgeen te zien is in de steeds grotere aantallen Surina- mers die zich Nederlandstalig noemen. 1.3. Vergelijking Er is een opvallend verschil tussen de ABC-eilanden en Suriname als we kijken naar de omgang met het Nederlands en de creooltalen: op de ABC-eilanden wordt actief gestreden voor het Papiaments ten nadele van het Nederlands, terwijl in Suri- 7 ABS-Suriname: The seventh population and housing census, Suriname, Algemeen Bureau voor de Statistiek, 2004. 218 Revista de Filología Alemana 2010, Anejo II, 213-224 Eric Mijts Taal, cultuur en literatuur van de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname name juist het Nederlands de voorkeur boven het Sranan Tongo lijkt te krijgen. Voor deze verschillende benaderingen komen een aantal oorzaken in aanmerking. Ten eerste hebben het falen van de onafhankelijkheid en de daaropvolgende chaos in Suriname bijgedragen aan de verhoging van de status van het Nederlands als taal die een sleutel is tot maatschappelijke vooruitgang. Scotton omschrijft dit als “in order for individuals to want to adopt another language variety, they must be dis- satisfied with the socioeconomic status and confident that their lives will improve as a result of the new language behavior”8. De grootste Surinaamse creooltaal, Sranan Tongo, geeft geen zicht op vooruitgang of statusverhoging. Op de ABC-eilanden is de huidige economische situatie voorspoedig genoeg om een beleid te voeren dat meer gericht is op reactie tegen Nederland en het Nederlands. De bevolking, die gro- tendeels Papiamentstalig is, ziet weinig meerwaarde in het beheersen van Neder- lands als statusverhogende taal. Papiaments is in deze context ook een uiting van nationale identiteit. Ten tweede is er in de Surinaamse verscheidenheid aan talen, er worden twintig talen gesproken, behoefte aan een neutrale lingua franca. Gezien Nederlands de taal is van de voormalige kolonisator, kan het moeilijk als een neutrale taal beschouwd worden. In de huidige Surinaamse samenleving is slechts een procent van de bevol- king rechtstreeks van Europese oorsprong, hetgeen Nederlands weer een bepaalde neutraliteit teruggeeft. Op de ABC-eilanden is het Nederlands nog al te zeer ver- bonden met de koloniale banden om een dergelijke neutrale functie te vervullen. Ten derde speelt het ook een belangrijke rol dat meer dan 350.000 Surinamers in Nederland wonen, waardoor zowat elke Surinamer familie en vrienden in Nederland heeft. Van de ABC-eilanden trekken ook regelmatig migranten naar Nederland, maar dit is over het algemeen een tijdelijke migratie voor werk of studie. Deze band wordt dan ook als minder permanent beschouwd. De hechtere band die de Surina- mer met familie in Nederland heeft, maakt het voor hen, veel meer dan voor de Anti- llianen en de Arubanen, ook aantrekkelijker om Nederlands te spreken. Om een duidelijker beeld te hebben van het werkelijke gebruik van en de behoef- te aan talen in deze gebieden is meer kwantitatief onderzoek nodig. Een dergelijk onderzoek loont zeker de moeite gezien de beginsituaties van de Antilliaanse eilan- den en Suriname vergelijkbaar zijn, maar de huidige maatschappelijke situaties en daarmee ook de taalsituaties radicaal verschillend. 2. Postkoloniale literatuur: antagonisme en identiteit Het langzame proces van dekolonisatie dat in de twintigste eeuw voor grote maatschappelijke, economische en politieke verandering gezorgd heeft in de oude koloniën, heeft ook in de literatuur zijn weerslag gevonden. Een eerste thema dat 8 SCOTTON, C.: “Learning Lingua Francas and socioeconomic integration: Evidence from Africa”. In: COOPER, R.: (ed.): Language spread: Studies in diffusion and social change. Bloomington: Indiana Univer- sity Press 1982, 63-97. Revista de Filología Alemana 219 2010, Anejo II, 213-224 Eric Mijts Taal, cultuur en literatuur van de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname algemeen herkenbaar is, is “(the) shared antagonism to the dominant culture”9. In het streven naar onafhankelijkheid probeert de schrijver de cultuur van de kolonisa- tor van zich af te schrijven, meestal gebeurt dit door het schetsen van een zwart-wit tegenstelling. Dit antagonisme leidt ertoe dat de bevolking de dominante cultuur zal proberen af te schudden. Dit leidt echter vaak tot ontwrichting: na honderden jaren van culturele dominantie is er vaak nog maar weinig over van de autochtone, pre- koloniale cultuur. Dit proces van ontworteling wordt door veel postkoloniale auteurs erkend en als motief gebruikt in hun romans. Als tegenreactie op het culturele vacuüm dat ontstaat na het afwerpen van de dominante cultuur wordt er ook actief gewerkt aan het creëren van een eigen traditie. Culturele festiviteiten en nationalis- tische thema’s worden extra dik in de verf gezet als bevestiging van de collectieve identiteit. Deze evolutie in de postkoloniale literatuur leidt ook tot een losweken uit de lite- raire traditie van de kolonisator, waardoor ruimte ontstaat voor vernieuwing en experiment. Boehmer omschrijft de situatie van de postkoloniale schrijver als: The writing of ‘not quite’and ‘in-between’: From national bonding to inter- national wanderings, from rootedness to peregrination. Whereas early post-inde- pendence writers: tended to identify with nationalist causes and to endorse the need for communal solidarity, in the 1980s and the early 1990s many writers’geo- graphic and cultural affiliations have become more divided and uncertain10. Deze benadering is zeker van toepassing op de postkoloniale Nederlandstalige schrijvers in het Caraïbisch gebied: vanuit postkoloniaal perspectief schrijven zij in de taal van de vroegere kolonisator, hetgeen een sterke hybriditeit met zich mee- brengt. Cola Debrot omschreef deze culturele en geografische banden als volgt: “De Antilliaan leeft met zijn benen in de werkelijkheid van de Antillen, met zijn passies in Caracas en met zijn verstand aan de grachten van Amsterdam”11. Ondanks het kleine aantal moedertaalsprekers Nederlands in de Caraïben is de literaire productie behoorlijk omvangrijk en van hoog niveau. Een groot aantal schrijvers zouden in aanmerking komen als illustratie voor de twee thema’s die hier- boven toegelicht zijn. De volgende citaten zijn vanzelfsprekend een selectie. In 1959 verscheen De rots der struikelingvan Boeli van Leeuwen. In deze roman beschrijft de jurist van Leeuwen het verhaal van Eddy Lejeune, een in Curaçao geboren en opgegroeide man die in Nederland gaat studeren, daarna in een concen- tratiekamp terechtkomt om uiteindelijk op mysterieuze wijze in Venezuela te verd- wijnen. Tijdens zijn omzwervingen steekt Eddy enkele malen de oceaan over van Curaçao naar Europa, in die dagen een behoorlijk lange reis. De reis naar het noor- den wordt in enkele regels samengevat: 9 JANMOHAMED, A.R. / LLOYD, D.: (eds.): The nature and context of minority discourse. Oxford and New York: Oxford University Press 1990. 10 BOEHMER, E.: Colonial and Postcolonial Literature.Oxford: Oxford University Press 1995. 11 DEBROT, C.: Het polylinguale karakter van de Antilliaanse samenleving, Pedagogisch Didactisch Bulletin, 1967, nr 1. 220 Revista de Filología Alemana 2010, Anejo II, 213-224 Eric Mijts Taal, cultuur en literatuur van de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname Langzaam, dag na dag, verandert de kleur van de hemel. Het brons maakt plaats voor blauw en het blauw wordt daarna vermengd met grijs. De wind wordt kouder en het water kaatst niet langer felle lichtdiamanten tegen mijn ogen: de grijze deken van het noorden wordt voorzichtig over mijn hoofd uitgespreid12. Een halve bladzijde verderop beschrijft hij het landschap langs de Schelde: We varen de Schelde op – aan weerszijden een streep aarde, kunstmatig en beheerst, door mensenhand in stil water gelegd, onttrokken aan de elementen van de natuur. Dwars op de oevers lopen zilveren sloten, op mathematische afstanden van elkaar getrokken langs een denkbeeldige liniaal. Curaçao krijgt in dezelfde roman een veel levendiger omschrijving: Het schoonste uur van de dag is, wanneer de zon bloedrood boven de zee hangt als een schijf in een Japanse prent; (...) De kromgetrokken bomen staan als pluimen tegen de uitgebluste hemel, waar- in roze veren zijn uitgestrooid door de laatste stralen van het licht. (...) in de verte branden de vlammen van de Isla als fakkels van revolutionai- ren in een optocht13. Opvallend in deze drie fragmenten is de tekening van Europa als levenloos, dood, berekend en mechanisch, tegenover de vitalistische benadering van Curaçao dat fonkelt, en waar zelfs de schoorstenen van de Isla-raffinaderij een heldenrol toe- gedicht krijgen. Deze roman werd geschreven in de periode na de ondertekening van het Statuut in 1954, waarin de autonomie van de koloniën bekrachtigd werd. Binnen het antagonisme tegenover de kolonisator past ook de contrasterende omschrijving van de landschappen, waarin schoonheid wordt toebedeeld aan Curaçao, en grijze berekendheid aan Nederland. Hij beschrijft echter niet alleen het contrast met Nederland, maar ook de ont- worteling van de eigen maatschappij, Niemand wandert ungestraft unter Palmen: wij hebben reeds te lang onder verdorde kokosbomen gelopen, die nog op de vervallen plantages te vinden zijn. In het isolement van een benauwde gemeenschap, gevangen in de melancholie van onze eigen situatie, zien we geslachten ten onder gaan als bomen, die lang- zaam in de dorre grond door gebrek aan voedsel sterven. Hun wortels houden hardnekkig de korrelige grond omklemd en hun takken bewegen nog in de wind, maar onder de schilferende bast krioelt het van ongedierte, dat het dode hout aan- vreet. (...) Deze droogte tast ook de ziel van de mens aan. De grond is hard, weerbarstig, onvriendelijk; nergens het geluid van zoet water, dat langs groene oevers stroomt; zelfs in het hofje, onder de grote mango- 12 VANLEEUWEN, B.: De rots der struikeling. Haarlem: In de Knipscheer, zesde editie 2001, 29. 13 VANLEEUWEN, B.: De rots der struikeling. Haarlem: In de Knipscheer, zesde editie 2001, 85. Revista de Filología Alemana 221 2010, Anejo II, 213-224 Eric Mijts Taal, cultuur en literatuur van de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname bomen, toont de natuur haar antipathie. De bladeren zijn stug en korrelig en een leger torren en mieren kruipt tegen het lichaam op, als soldaten die een vesting bestormen14. Deze maatschappij wordt gekenmerkt door kleinschaligheid en benauwdheid, te herkennen in de afscheidsgroet te aworó –tot straks–, omdat men in deze kleine maatschappij elkaar toch zo meteen weer tegenkomt. Maar ook tekenend in dit frag- ment is de droogte en hardheid van de grond, het gebrek aan voeding voor mensen dat leidt tot ontworteling. Deze ontworteling, die hier enkel nog een bijsmaak van ondergang met zich draagt, krijgt in de Caraïbisch- Nederlandstalige literatuur van de jaren ’80 en ’90 een volledig andere invulling. Frank Martinus Arion schreef Dubbelspelin 1973, zijn eerste roman. Het verhaal over vier mannen die op zondag een dubbelzinnig spel domino spelen was een daverend succes, bekroond met enke- le prijzen. Een van de dominospelers weet heel raak te omschrijven wat Antillianen en Nederlanders zo verschillend zou maken – in de ogen van de Antillianen: We zien (...) de betrekkelijkheid van dit rotleven in. We zien in, dat het niet loont je in dit leven dood te werken om rijk te worden zoals de Hollanders en de blanken in het algemeen dat willen15. Dit fragment illustreert heel goed het vooroordeel tegenover de Nederlanders, die bovendien –dubbelzinnig– niet alleen zichzelf willen doodwerken, maar ook willen dat anderen zich doodwerken. De negatieve invloed van de dominante cultuur van de kolonisator worden nog duidelijker in de roman Lieve koningin, hierbij stuur ik u mijn dochter van Sonia Garmers uit 1976, een roman over de cultuurverschillen tussen Antillianen en Nederlanders. Wat? Stuur jij jouw dochter naar Holland? Holland is zo ver weg, kind! Alle kinderen die naar Holland gaan worden verpest. Ze komen terug en willen niet meer bij hun ouders wonen. Ze willen allemaal in een flat en ze gaan allemaal zo’n verhollandst Papiaments praten. Ze begrijpen hun eigen familie niet meer. Ze komen met andere ideeën. Ze worden allemaal comunista, en socialista... en ze praten alleen nog maar in die –ista stijl16. Door de negatieve invloed van de Nederlanders op de Antilliaanse jeugd weer te geven wordt meteen ook een beeld van de Nederlanders en hun cultuur op zich ges- chetst. Nederlanders zijn duidelijk andere mensen, die je niet kunt begrijpen, en die andere ideeën hebben. In de Surinaamse literatuur zijn dezelfde thema’s herkenbaar. Albert Helman schreef in 1980 bij zijn in 1931 verschenen De stille plantage over de teloorgang 14 VANLEEUWEN, B.: De rots der struikeling. Haarlem: In de Knipscheer, zesde editie 2001, 146. 15 ARION, F. M.: Dubbelspel. Amsterdam: De Bezige Bij 1973, 182. 16 GARMERS, S.: Lieve koningin, hierbij stuur ik u mijn dochter. Den Haag: Uitgeverij Leopold 1976. 222 Revista de Filología Alemana 2010, Anejo II, 213-224

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.