ebook img

Survey sportweddenschappen: Onderzoeksrapport: bevraging over sportweddenschappen onder leden en medewerkers van sportclubs PDF

2020·0.54 MB·Dutch
by  RosiersJ.MoernautJ.MöbiusD.WijgaertsF.
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Survey sportweddenschappen: Onderzoeksrapport: bevraging over sportweddenschappen onder leden en medewerkers van sportclubs

Survey sportweddenschappen Onderzoeksrapport: bevraging over sportweddenschappen onder leden en medewerkers van sportclubs Onderzoeksrapport sportweddenschappen 1 Colofon Auteurs Johan Rosiers, stafmedewerker VAD Jolien Moernaut, stafmedewerker VAD David Möbius, stafmedewerker VAD Femke Wijgaerts, stafmedewerker VAD Met dank aan Met dank aan Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen, Universiteit Gent, en in het bijzonder Bram Constandt voor de goede en vlotte samenwerking bij het tot stand brengen van dit onderzoek. Verantwoordelijke uitgever P. Van Deun, Vanderlindenstraat 15, 1030 Brussel © 2020 VAD, Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs Vanderlindenstraat 15, 1030 Brussel T 02 423 03 33 | [email protected] | www.vad.be Ondernemingsnummer: 0424.327.587. RPR Brussel Het gebruik van (delen van) deze publicatie is toegestaan mits behoud van visie en doelstellingen van de publicatie, met duidelijke bronvermelding en als er geen financiële winst mee beoogd wordt. Onderzoeksrapport sportweddenschappen 2 SITUERING Eind 2019 organiseerde het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD), in samenwerking met de Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschap van de Universiteit Gent, een online bevraging over sportweddenschappen in de sportwereld. Leden en medewerkers van sportclubs werden uitgenodigd om aan deze survey deel te nemen. De online vragenlijst kon van 16/12/2019 tot 16/03/2020 worden ingevuld. Dit zijn de voornaamste resultaten op een rijtje. RESPONS EN STEEKPROEFKENMERKEN Respons 817 bruikbare vragenlijsten (>15 jaar) Gender Man: 64,6% (n=528) Vrouw: 35,1% (n=287) Trans/X: 0,2% (n=2) Leeftijd Gemiddelde leeftijd: 35,2 jaar (st.-dev.: 16,1) 16-20 jaar 21,4% 16-25 jaar 38,6% 21-25 jaar 17,1% 26-30 jaar 11,9% 26-35 jaar 21,2% 31-35 jaar 9,3% 36-40 jaar 8,4% 36-45 jaar 13,3% 41-45 jaar 4,9% 46-50 jaar 5,9% 46-55 jaar 11,4% 51-55 jaar 5,5% 56-60 jaar 5,1% 56-65 jaar 10,0% 61-65 jaar 4,9% + 65 jaar 5,5% +65 jaar 5,5% Onderzoeksrapport sportweddenschappen 3 Functie in de club (meerdere antwoorden mogelijk) Speler/sporter: 77,8% (n=636) Bestuurslid: 23,6% (n=193) Sportieve staf: 18,1% (n=148) Vrijwilliger: 12,2% (n=100) Niet-sportend lid: 3,3% (n=27) 10 meest voorkomende sporttakken (meerdere antwoorden mogelijk) Voetbal: 26,6% (n=217) Tennis: 12,1% (n=99) Volleybal: 9,7% (n=79) Fietsen/wielrennen*: 6,9% (n=56) Basket: 5,8% (n=47) Hockey: 5,3% (n=43) Lopen* 5,3% (n=43) Atletiek*: 4,3% (n=35) Zwemsporten*: 4,2% (n=34) Triatlon*: 4,0% (n=33) *: zelf toegevoegde categorie o.b.v. de antwoorden op de open vraag ‘andere’ Competitieniveau (meerdere antwoorden mogelijk) (Semi)-professioneel: 19,1% (n=156) Amateur, recreatief: 62,8% (n=513) Geen competitie: 16,6% (n=136) Leeftijdsverdeling per geslacht Man Vrouw 16-25 jaar 33,1% 48,4% 26-35 jaar 20,6% 22,3% 36-45 jaar 14,0% 12,2% 46-55 jaar 11,7% 10,5% 56-65 jaar 12,5% 5,6% + 65 jaar 8,0% 1,0% Onderzoeksrapport sportweddenschappen 4 Gemiddelde leeftijd:  Mannen: 37,7 jaar  Vrouwen: 30,6 jaar (sig: p<0,001) Gemiddelde leeftijd, enkel bij spelers/sporters:  Mannen: 33,2 jaar  Vrouwen: 29,1 jaar (sig: p<0,001) Functie binnen de club, per geslacht Man Vrouw Significantiea Speler/sporter 76,7% 79,8% n.s. Bestuurslid 29,2% 13,6% *** Sportieve staf 20,1% 14,6% n.s. Vrijwilliger 11,6% 13,2% n.s. Niet-sportend lid 2,7% 4,5% n.s. a: ***: p<0,001; **: p<0,01; *: p<0,05; n.s.: niet significant (p≥0,05) Enkel voor de functie bestuurslid zien we dat er een significant verschil is in de verhoudingen tussen de geslachten: onder de respondenten zijn er meer mannelijke dan vrouwelijke bestuursleden. Respons en steekproefkenmerken samengevat  De survey is gebaseerd op de data van 817 respondenten. 2/3e is man en 1/3e vrouw. Zes op de tien respondenten zijn jonger dan 36 jaar.  Mannelijke respondenten zijn gemiddeld ouder dan vrouwelijke, wat mede te wijten is aan het hogere aandeel bestuursleden onder de mannen. Vergelijken we enkel de spelers/sporters, wordt het verschil kleiner: 33 jaar bij de mannen en 29 jaar bij de vrouwen.  Driekwart is speler of sporter, een kwart bestuurslid (vnl. mannen), één op de vijf is lid van de sportieve staf en één op de acht is vrijwilliger.  Ruim een kwart voetbalt, één op de acht tennist en één op de tien volleyt. Volgende sporten scoren tussen 4% en 7%, in dalende volgorde van aandeel: fietsen/wielrennen, basket, hockey, lopen, atletiek, zwemsporten en triatlon.  Bijna 2/3e beoefent de sport als amateur of recreant. Eén op de vijf doet dit op (semi-) professioneel niveau. Voor één op de zes is er geen competitieniveau. Onderzoeksrapport sportweddenschappen 5 FREQUENTIES GOKKEN EN SPORTWEDDENSCHAPPEN Prevalentie gokken Heb je de afgelopen 12 maanden gewed of geld gespendeerd aan kans- en geldspelen? Ja 30,1% (n=243) Neen 69,9% (n=563) Gokvormen (enkel bij laatstejaarsgokkers (LJ); n=218) Nooit Niet LJ <1x/maand ≥1x/maand ≥1x/week Loterij 25,2% 8,3% 29,8% 17,9% 18,8% Krasbiljetten 38,5% 15,6% 37,2% 7,3% 1,4% Bingo (café) 82,6% 13,8% 2,3% 0,9% 0,5% Pokeren 65,1% 13,8% 17,0% 4,1% 0,0% Slots 72,5% 14,7% 11,5% 0,5% 0,5% Casinospelen 65,1% 13,3% 17,0% 4,1% 0,5% Sportweddenschappen 41,3% 7,8% 18,3% 19,7% 10,6% Paardenraces 88,5% 7,8% 2,3% 0,5% 0,9% Andere 81,2% 12,4% 5,0% 0,9% 0,5% Gokvormen: vergelijking met Gezondheidsenquête 2018 (Scienscano) Onderstaande tabel geeft aan hoeveel respondenten in onze steekproef het voorgaande jaar gokten. We vergelijken dit met het aandeel laatstejaarsgokkers in de Vlaamse bevolking, op basis van de resultaten van de Gezondheidsenquête 2018 van Sciensano. We kunnen maar voor drie gokvormen vergelijken. Gokvorm VAD/UGent: % LJ- Sciensano: % LJ- Ratio VAD/UGent gokken op totaal gokken op totaal vs. Sciensano Poker 6,4% 1,8% 3,6:1 Casinospelen 6,5% 2,7% 2,4:1 Sportweddenschappen 15,3% 2,8% 5,5:1 In bovenstaande tabel zien we het aandeel van de onderzochte populatie dat het voorgaande jaar elk van de drie aangegeven gokvormen beoefende. Voor elk van de drie vergelijkbare gokvormen zien we dat het aandeel gokkers duidelijk hoger ligt in onze steekproef binnen de sportclubs dan in de algemene bevolking. Dat geldt voor sportweddenschappen nog veel sterker dan voor pokeren Onderzoeksrapport sportweddenschappen 6 en casinospelen: het aandeel dat dit het voorgaande jaar deed, ligt 5 tot 6 keer zo hoog in vergelijking met de algemene bevolking. Gokken en sportweddenschappen samengevat  Bijna een derde (30,1%) heeft in de voorgaande 12 maanden geld uitgegeven aan kans- en geldspelen. Dat aandeel ligt in dezelfde grootteorde als het aandeel gokkers in de algemene bevolking (Gezondheidsenquête 2018: 31,9% bij Vlamingen tussen 16 en 100 jaar). Toch betekent dat niet dat onze steekproef in dezelfde mate gokt als de algemene bevolking (zie verder).  Loterijspelen zijn de vaakst voorkomende gokvormen, gevolgd door sportweddenschappen, met resp. 36,7% en 30,3% van de respondenten die dat minstens 1 keer per maand doet. Dat aandeel ligt merkelijk hoger dan de andere gokvormen, die tussen 1% en 9% scoren.  Ook in het zeer regelmatig gokken (min. 1x per week) scoren deze twee gokvormen ‘hors catégorie’ in vergelijking met de andere: respectievelijk 18,8% en 10,6% tegenover minder dan 1,5% voor de andere gokvormen.  Wat laatstejaarsgokken betreft, scoort onze steekproef in vergelijking met de algemene bevolking (cf. gezondheidsenquête 2018) hoger op de drie vergelijkbare gokvormen, waarbij in het oog springt dat het aandeel gokkers op sportweddenschappen in onze sample veel hoger ligt. Onderzoeksrapport sportweddenschappen 7 RISICO’S EN PROBLEMEN TEN GEVOLGE VAN GOKKEN Proportie per risico-indicatie (enkel bij LJ-gokkers; n=216) Niet-problematische gokker (score 0) 64,4% Lage-risico-gokker (score 1 of 2) 19,0% Hoge-risico-gokker (score 3 tot 7) 13,9% Problematische gokker (score 8 of meer) 2,8% Voor 2/3e van de gokkers is er totaal geen risico-indicatie op problemen. Eén op de vijf heeft een lage risico-indicatie. Eén op de zeven heeft een score die wijst op een hoog risico. Een groep van net geen 3% is als problematisch gokker aanwijsbaar. Proportie per risico-indicatie (hele steekproef; n=806) Niet-problematische gokker (geen LJ-gokken of score 0) 89,3% Lage-risico-gokker (score 1 of 2) 5,7% Hoge-risico-gokker (score 3 tot 7) 4,2% Problematische gokker (score 8 of meer) 0,8% Bekijken we de cijfers voor risicovol en problematisch gokken op de hele groep, dan liggen de aandelen voor de risico’s veel lager. Dat komt omdat zeven op de tien respondenten het voorgaande jaar niet gokten en dus ook geen risico liepen. Binnen de hele groep vertonen negen op de tien respondenten geen risico. Telkens om en bij de 5% vertoont een profiel van laag risico, respectievelijk hoog risico. De problematische gokkers blijven beperkt tot amper 1%. Gokvormen: vergelijking met Gezondheidsenquête 2018 (Scienscano) VAD/UGent Risico-indicatie PGSI Sciensano (hele steekproef) Niet(-problematisch) gokken 89,3% 99,1% Laag risico-gokken 5,7% 0,5% Hoog risico-gokken 4,2% 0,1% Problematisch gokken 0,8% 0,3% Na de voorzichtig positief ogende resultaten uit de twee vorige tabellen zet deze vergelijkende tabel ons weer met de voeten in de realiteit. Vergeleken met de algemene Vlaamse bevolking ouder dan Onderzoeksrapport sportweddenschappen 8 15 jaar scoort onze steekproef duidelijk hoger qua risico-indicatie. Terwijl in de Gezondheidsenquête maar 1% van de bevolking uitingen van risicovol gokken vertoont, is dat in ons onderzoek 11%. Vooral in de middelste categorieën (laag risico en hoog risico) liggen de aandelen veel hoger dan in de Gezondheidsenquête. Voor de meest problematische categorie is de verhouding dan weer kleiner, al ligt die in ons onderzoek nog ongeveer 3 keer hoger. Hulp bij gokproblemen (enkel bij LJ-gokkers; n=218) Ja 0,9%  Welke? Heb je in de afgelopen 12 maanden hulp  Psycholoog (1) gezocht voor jezelf omwille van gokproblemen? Neen 91,9%  Stortingslimiet (1) Ja 17,0%  Welke? (>1x vermeld)*  Opzoeken op internet (9)  De DrugLijn (4)  Kansspelcommissie (4)  Psycholoog (4) Weet jij waar je hulp kan vinden indien jij of een  Gokhulp.be (3) naaste gokproblemen ondervindt?  Huisarts (3)  VAD (2)  CAW (2)  Via goksites (2) Neen 83,0%  Naaste: familie, vriend (2) *: Twee respondenten antwoordden ‘Goklijn’, waarbij het niet duidelijk is of zij de Nederlandse site gokline.nl bedoelen, dan wel De DrugLijn of Gokhulp.be Slechts 1% zocht het voorbije jaar hulp voor de eigen gokproblemen. Mogelijk ligt dit aan het hoge aandeel gokkers dat niet weet waar hulp te vragen bij problemen (83%). Ook bij diegenen die aangeven het wel te weten, zijn er heel wat die nog online moeten opzoeken waar ze terecht kunnen. Risico’s en problemen ten gevolgen van gokken samengevat  Op de hele groep respondenten vertoont een goede 10% een risico-indicatie voor problematisch gokken, waarbij problematisch gokken in minder dan 1% voorkomt.  Bekijken we louter de laatstejaarsgokkers, dan zien we dat een derde een risico-indicatie heeft, voornamelijk lage risico-indicaties en hoge risico-indicaties. Een kleine 3% vertoont problematisch gokgedrag.  In vergelijking met de algemene bevolking ligt in ons onderzoek het aandeel gokkers met risico-indicatie merkelijk hoger, vooral voor lage risico’s en hoge risico’s.  Een heel klein deel zoekt hulp voor gokproblemen, wat mogelijk mede te maken heeft met het gebrek aan kennis over waar hulp te zoeken. Onderzoeksrapport sportweddenschappen 9 VERBANDEN TUSSEN SPORTBEOEFENING EN GOKKEN Verband tussen sporttak en (risicovol of problematisch) gokken We bekijken nu per sporttak de resultaten voor prevalentie en frequentie van gokken en de risico- indeling bij de laatstejaarsgokkers. We doen dit enkel voor de 7 sporttakken met meer dan 40 respondenten. Dat geeft volgend beeld. Categorie 1 (laatstejaarsgokken) wordt berekend op alle respondenten. Categorie 2 en 3 (1x/week en PGSI) worden berekend op groep laatstejaarsgokkers  Voetbal Voetbal Niet voetbal Significantie Laatstejaarsgokken 51,2% 22,6% *** Min. 1x per week 22,1% 5,7% *** sportweddenschappen PGSI-indicatie hoog 24,2% 10,7% *** risico of problematisch  Tennis Tennis Niet tennis Significantie Laatstejaarsgokken 41,1% 28,6% * Min. 1x per week 21,2% 11,4% n.s. sportweddenschappen PGSI-indicatie hoog 18,2% 16,4% n.s. risico of problematisch  Volleybal Volleybal Niet volleybal Significantie Laatstejaarsgokken 35,4% 29,6% n.s. Min. 1x per week 8,3% 13,1% n.s. sportweddenschappen PGSI-indicatie hoog 8,3% 17,7% n.s. risico of problematisch Onderzoeksrapport sportweddenschappen 10

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.