Julia heeft twee literaire nichtjes: Alice en Sofie. Sveriges Radio Julia is twaalf en woont met haar ouders in Stockholm. Ze is gek op kunst en kan waanzinnig goed tekenen. Op een dag zit Julia in het park te schetsen, als een vogel haar pen weggrist. Van schrik laat ze haar kladblok liggen. Wanneer ze de volgende dag terugkomt, heeft iemand er een boodschap in geschreven: 18 september, 15.00 uur. De onbekende boodschapper blijkt een jongen te zijn die haar op het hart drukt 'goed voor haar handen te zorgen, omdat ze heel bijzonder zijn'. Julia weet niet goed wat ze hiervan moet denken. De volgende dag bezoekt ze met haar opa het Nationaal Museum in Stockholm. Wanneer Julia door toeval Rembrandts schilderij 'Het keukenmeisje' aanraakt, verdwijnt ze in een zwart gat. Ze wordt wakker in de wereld van Rembrandt, het jaar is 1658. Het enige wat Julia bij zich heeft, zijn haar schetsboek en haar tekenpotlood. Dit is het begin van een avontuurlijke en wonderlijke reis door de wereld van de kunst. Julia ontmoet beroemde kunstenaars als Velázquez, Leonardo da Vinci, Edgard Degas, William Turner en Salvador Dalí. Van elke kunstenaar leert Julia nieuwe kneepjes van het vak. Maar hoe komt ze weer terug in 21e eeuw? Het geheim ligt in Julia's handen...