Vanaf een terras ziet een jonge vrouw een man voorbijkomen van wie ze onmiddellijk denkt: HIJ is het. Ze gaat hem achterna, vindt uit waar hij woont, komt erachter dat hij psychoanalyticus is en gaat bij hem in therapie - de beste manier om met hem in contact te komen.
De jonge vrouw is schrijfster en schrijft aan een roman over mannen, dat wil zeggen over het 'mannelijke' in haar leven. Door zich te verdiepen in haar tegenpool schrijft ze natuurlijk tegelijkertijd een uniek portret van zichzelf.
**Recensie(s)**
Een typologie van het genus man. In ruim honderd hoofdstukjes, sommige nog geen bladzijde lang, schetst de schrijfster een onthullend portret van de man, van zijn absolute anders-zijn en componeert zij een roman over "alle mannen van een vrouw" (blz. 15). Er is de man bij wie je de jou ontberende kracht zoekt en vindt, maar er is ook 'de man die scheldt, die moordt, die martelt, die afslacht' (blz. 212). De vader, grootvader, oom, zoon, broer, vriend, vijand, minnaar, echtgenoot, chef, collega, arts, therapeut, passant, zij allen vervullen hun mannelijke rol en markeren in de loop der tijd hun ambivalente plaats in de vrouwelijke beleving. Haar ervaringen, hier tot harmonisch patchwork verstrengeld, weerspiegelen de groei van de onbevangen kleuter tot de gescheiden moeder van twee dochters. Het doorleefde verslag zal veel herkenning oproepen. Kleine druk.
(Biblion recensie, Menno Gnodde)
(source: Bol.com)