ebook img

Ik heet Anne, zei ze, Anne Frank PDF

124 Pages·2001·4.88 MB·German
by  
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Ik heet Anne, zei ze, Anne Frank

Ik heet Anne, zei ze, Anne Frank Herinneringen van Jacqueline van Maarsen Cossee Amsterdam Eerste druk april 2003 Tweede druk mei 2003 © 2003 Jacqueline van Maarsen en Uitgeverij Cossee BV, Amsterdam Boekverzorging Marry van Baar Foto auteur Bert Nienhuis ISBN 90 5936 021 4 | NUR 320 Voor Bas, Raoul, Abel, Emiel, Daan en Job, mijn kleinzonen, en voor Lili, mijn kleindochter Deel een Eline Deel twee Jacqueline Deel drie Hijman Verantwoording DEEL EEN Eline 1 Het plein voor het station had enorme afmetingen. Dat had ze niet verwacht. Links en rechts bleef het zich maar uitstrekken. Het werd doorsneden door een rivier. Daarachter werd de horizon begrensd door huizen, met rechts in de verte de hoge, groene koepel van een kerk. Boven alles uit zag ze een opvallend mooie wolkenhemel met diverse tinten grijs en een enkele spat blauwPas daarna drong het leven van de stad zich aan haar op, de mensen, haastige voetgangers, een krantenjongen die iets riep wat ze niet verstond. Trams reden af en aan. Jongemannen renden telkens als er een aangekomen was met jutezakken naar de brievenkastjes achter op de tram om die te legen.Er stond een flinke wind. Ze zette haar reiskoffertje naast zich neer en stak haar hoedenspeld steviger vast. Op dat moment brak de zon door, en even werd ze verblind door de glinstering van de golfjes op het water vóór haar. Daardoor merkte ze de jonge vrouw die op haar toe kwam lopen pas op toen die haar aansprak.'Madame Eline?' vroeg ze. Zonder het bevestigende antwoord af te wachten voegde ze er in het Frans aan loe: 'Ik ben Bella, uw assistente. Ik kom u afhalen.'Bella riep een taxi. De kruier die met een grote koffer achter Eline aangekomen was, zette die in de kofferbak. Een lief meisje, dacht Eline, en gelukkig spreekt ze Frans. Maar die grauwe katoenen kousen! En wat waren de mensen die ze hier zag lopen slecht gekleed! Vormloos, kleurloos. Lelijke schoenen. Quelle horreur. Wat kwam ze hier eigenlijk doen?'Is dat een gracht?' vroeg ze aan Bella, toen ze over de brug reden die het verkeer van en naar de stad leidde. Bella legde haar uit dat het een deel was van het water van het IJ en dat het station was gebouwd op een kunstmatig eiland in de haven van Amsterdam.Maar Elines aandacht was alweer afgeleid door een kar met vlaggetjes aan de overkant van de brug, waar twee mannen met hun hoofd achterover een vis, die ze aan de staart vasthielden, in hun mond lieten glijden.Bella zag haar kijken. 'Rauwe haring, zo eten ze dat hier,' zei ze.Rare gewoonte, dacht Eline. Terwijl ze luisterde naar Bella die al iets over Elines nieuwe werkkring vertelde, reden ze door een smalle straat met aan weerskanten mooie winkels. De mensen die ze hier zag lopen, waren goed gekleed. Dit waren haar toekomstige klanten, besefte ze. De chauffeur van een limousine hield het portier open voor een elegant geklede dame.Ze gingen drie bruggen over. Links en rechts een smal water.'Dit zijn de grachten,' zei Bella. De breedvoerige uitleg die ze gaf over het stadsplan en de Amsterdamse grachtengordel drong niet tot Eline door.Ze kwamen op een plein. 'Kijk, de schouwburg,' zei Bella, 'en in het gebouw hier links komt u te werken. Wij gaan hier nu rechtsaf, de Marnixstraat in, waar we twee kamers voor u hebben gehuurd. Het is maar drie minuten lopen naar uw werk.' Opeens zag Eline een aanplakbiljet met de beeltenis van Yvette Guilbert. Die had ze een paar maanden tevoren horen zingen in een van de café-chantants in Parijs, waar ook Maurice Chevalier was opgetreden. Die glimp van het Amsterdamse uitgaansleven bracht liaar opeens in een betere stemming. Bij het weggaan zei Bella: 'Om half acht komen monsieur Robert en zijn vrouw u afhalen. U gaat met hen dineren bij Dikker en Thijs.' De weduwe die de kamers verhuurde verwelkomde haar in het Frans en bracht haar naar haar twee kamers en suite. 'Ik eet altijd vroeg,' zei de vrouw, 'dus u kunt gebruikmaken van de keuken als u van uw werk thuiskomt.' 'Oh, ik kook nooit,' zei Eline tot verbazing van haar hospita, 'ik kan helemaal niet koken. In Parijs at ik altijd in een restaurant of ik ging bij mijn moeder eten. Ik maak weleens een soepje, une, bonne soupe. Koffie zetten, daar ben ik wel goed in. Ik heb trouwens mijn eigen koffie meegenomen, want ik heb gehoord dat jullie altijd iets aan de koffie toevoegen, dat lijkt me niets!' 'Ik kan ook wel een kopje koffie voor u zetten zonder buisman,' zei de vrouw lachend. 'Maar ik laat u nu alleen, dan kunt u uitrusten van de reis.' 'Ik ben helemaal niet moe,' zei Eline. 'Zet u maar Iwee kopjes koffie, on pourra bavarder un peu, dan kunnen we even babbelen.' Ze zette haar hoed af en bekeek haar schoenen. De ene schoen had op de steile stoep een kras in het leer opgelopen. Resoluut trok ze ze uit en gooide ze in de prullenmand. Op haar kousen liep ze de keuken in. 'Hoe lang is uw man al dood? En vertelt u me eens, wat hebt u aan uw been?' vroeg ze. De vrouw liep moeilijk. Ze namen het hele ziekteproces van de echtgenoot door. Aan het eind van het gesprek vroeg Eline naar de strijkplank en ging naar haar kamer om zich op te knappen. 'Denk erom dat u zich nooit aan uw knie laat opereren,' zei ze nog, 'ik ken iemand die daarna helemaal niet meer kon lopen.' Ze trok de japon die ze die avond wilde aandoen uit haar koffer en liep ermee naar de keuken, waar de strijkplank al klaar stond met twee strijkijzers. Het ene ijzer stond op het komfoor warm te worden. Die avond, tijdens het diner, vertelde ze over haar reis. 'U hebt me in Parijs gezegd dat iedereen hier Frans spreekt,' zei ze tegen Monsieur Robert, 'maar in Brussel kwam een stel mannen de coupé in die ik niet verstond en zij mij niet.' Haar baas lachte. 'Vous avez beau rire, ja lacht u maar,' zei ze beledigd, 'maar ik kon dus met niemand praten, en lezen kon ik ook niet met al dat harde geklets om me heen! Ik vond dat erg onbeleefd, maar toen de trein hier stopte, zei één van hen in raar Frans tegen me: "Ceci, c'est la gare centrale d'Amsterdam" , en hij wilde me met mijn bagage helpen. Ik vond hem opdringerig. Ik heb zijn aanbod afgewezen, ik heb een kruier geroepen.' 'Ik kan u geruststellen,' zei hij. 'Onze klanten spreken allemaal Frans, en de vendeuses die onder u komen te werken ook. Voor het communiceren met de meisjes van het atelier is Bella uw tolk.' 'Heel goed dat u niet op de avances van die man bent ingegaan,' zei zijn vrouw. 'Die dacht natuurlijk ilat hij het wel even kon aanleggen met die alleen reizende Parisienne!' Ze vroeg Eline hoe ze haar kamers vond. Ze had ze samen met Bella voor haar uitgezocht aan de levendige Marnixstraat, met uitzicht, vanuit de voorkamer, op de artiesteningang van de Stadsschouwburg. "Trés confortable,' antwoordde Eline, en ze dankte hen voor de moeite die ze zich getroost hadden. 'Maar de spiegel aan de binnenkant van de linnenkast is wel ren beetje klein,' voegde ze eraan toe. Ze zei niet dat ze de meubels afschuwelijk vond, donker en zwaar. Monsieur Robert kwam bij het hoofdgerecht ter zake. Samen bespraken ze nog eens wat haar taak zou zijn: het leidinggeven aan de afdeling haute couture in het samenstellen van de collectie. Voor dat laatste zou ze geregeld naar Parijs moeten. Hij had het haar allemaal al verteld, maar het leek hem kennelijk zaak het haar nogmaals duidelijk te maken. Hij en zijn compagnon hadden al hun overredingskracht nodig gehad om Eline zover te krijgen op hun voorstel in te gaan naar Amsterdam te komen. Zij gingen regelmatig naar Parijs om inkopen te doen. Hun modehuis was gespecialiseerd in kleding in de allerbeste kwaliteit voor dames en kinderen en in hoogwaardig huishoud-en woningtextiel. Op de tweede etage van het gebouw was een afdeling maatkleding voor dames, helemaal in de stijl van de modehuizen in Parijs. De twee directeuren kwamen daar ook in het modehuis waar Eline werkte en zij was hun daar opgevallen. Ze hadden haar gevraagd bij hen te komen werken. Eline voelde er aanvankelijk niets voor naar Amsterdam te gaan. Het zou betekenen dat ze haar geliefde Parijs zou moeten verlaten en in een vreemde stad gaan wonen, in een vreemd land, waarvan ze de taal niet kende en waar het bovendien altijd regende. Maar het salaris dat haar geboden werd, was verleidelijk. Ze had kort tevoren een huis voor haar ouders gekocht en haar bankrekening kon wel wat aanvulling gebruiken. Met een splinternieuwe Burberry-regenjas vertrok ze, voorlopig voor drie maanden, naar Amsterdam. 2 Parijs was het centrum van de modewereld. De haute couture uit die stad was beroemd om de elegante coupe en de prachtige stoffen. In de tien jaar van euforie, De wereldoorlog was voorbij en de crisisjaren na de beurskrach van 1929 waren nog niet aangebroken, trokken de Parijse modehuizen elk seizoen veel gefortuneerde Franse en buitenlandse vrouwen, die naar Parijs kwamen om hun garderobe aan te vullen en hun toiletten voor de vele feestelijkheden te bestellen. Op de gevels van de modehuizen stonden wereldberoemde namen. Toen ze nog maar heel jong was, stond Eline altijd al buiten te wachten tot de grote deuren opengingen en zij een blik kon werpen in de enorme hal erachter.. Aan de muren, die bekleed waren met rood fluweel en gouden versierselen, hingen goudomrande spiegels en ingelijste modeprenten. Antieke stoelen en étagères stonden rondom. Dikke tapijten lagen op de vloer en een prachtig glinsterende kristallen luster hing aan het plafond. Het moest een voorproefje zijn van de salons op de eerste verdieping, waar elegante dames, die zij de deuren in en uit zag gaan - al dan niet vergezeld een goedgeklede heer -, zich door de liftjongens naartoe lieten brengen. Daar zaten zij in gemakkelijke Louis Quinze-stoelen het défilé te bekijken van mannequins die de nieuwste modellen toonden. De klanten maakten hun keus, bijgestaan door een minstens zo deftige dame, de vendeuse. Die sprookjeswereld van de haute couture, daar gingen de ambities van Eline van jongs af naar uit. Haar liefste wens was het om opgeleid te worden tot vendeuse in een van de bekende modehuizen. Maar haar vader had daar niet van willen horen. Hij had heel andere ideeën over de toekomst van zijn dochter. Ter voorbereiding op een verdere studie werd zij op een goede school geplaatst en het was niet in Elines hoofd opgekomen tegen zijn wensen in te gaan. Ze had veel ontzag en bewondering voor haar vader en zij volgde dus de weg die hij voor haar had uitgestippeld. Ze was geboren in Parijs, maar haar ouders kwamen uit het zuiden van Frankrijk. Haar grootvader was wijnbouwer geweest. In één seizoen had hij zijn wijngaarden, die al generaties lang aan de familie toebehoorden, te gronde zien gaan door de

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.