'Ik ben van plan een boek te schrijven, gebaseerd op. de trekken van mijn eigen gezicht, iets dat fundamenteel én aardig is,' schreef Alain-Fournier in 1909. Hij was toen tweeëntwintig jaar oud. 'Le grand Meaulnes' is de enige roman die Alain-Fournier heeft kunnen voltooien en publiceren. Kort daarna, in de eerste maanden van de Eerste Wereldoorlog, sneuvelde hij.
Jaren werkte hij geduldig aan zijn roman. Veel van het landelijke leven in zijn geliefde geboortestreek rond Bourges, ten zuiden van Parijs, vindt er een plaats in; het zijn misschien wel de mooiste bladzijden die ooit over het Franse platteland geschreven zijn.
Eigen jeugddromen en bezetenheid vormden de aanzet voor het verhaal. Zo kreeg de jonge vrouw die Alain-Fournier in 1905 ontmoette en die in één gesprek een niet te doven vuur in hem ontstak, een stralend evenbeeld in de aanbedene van zijn boek: Yvonne de Galais, de bewoonster van het geheimzinnige landhuis dat de kern van het 'grote avontuur' vormt en aan wie zowel de titelheld als de verteller hun hart verliezen. Alain-Fournier heeft aan drie gedaanten in het boek iets van zichzelf meegegeven: aan de verteller, een eenzame onderwijzerszoon; aan de gekwelde jonge aristocraat Frantz de Galais, wiens jonge bruid er op de huwelijksdag vandoor gaat; en aan de 'grote' Meaulnes, een vrijgevochten schooljongen die, verdwaald tijdens een escapade, terechtkomt op Frantz' bruiloftsfeest en daar verliefd wordt op diens zuster Yvonne. Het feest wordt middenin de nacht afgebroken, Meaulnes verlaat het vervallen landhuis en wordt naar school teruggebracht. Na die nacht gaat hij samen met zijn trouwe vriend, de verteller, op zoek naar het geheimzinnige landhuis en de lieflijke bewoonster ervan.
(source: dizzie.nl)