Als vijfde en jongste lid van de Witten, beschermers van de goden, maakt de jeugdige Auraya een stormachtige periode door, een periode die wordt besloten met een oorlog tussen de Cirkelaars, onder aanvoering van de Witten, en de Pentadrianen, waarbij Auraya de vijand de beslissende slag weet toe te brengen.
Ondanks haar inspanningen als beschermvrouwe voor de Siyee, verslechtert de relatie tussen Auraya en de goden. Een ontmoeting met een geheimzinnige vrouw, die beweert een vriendin te zijn van Mirar, de oprichter van de Dromenwevers, dwingt haar tot het maken van een moeilijke keuze.
Intussen sticht de nieuwe leider van de Pentadrianen overal verwarring. Als bovendien Mirar zich aan de kant van de vijand lijkt te scharen, is al wat Auraya rest haar liefde voor de goden. Die liefde zou haar wel eens fataal kunnen worden als de goden haar, onder zekere voorwaarden, op een gevaarlijke missie meesturen met de Siyee.
En dan zijn zij er nog, de geheimzinnige Wilden, die net als de Pentadriaanse Denkers op zoek zijn naar een lang verborgen geheim. Een geheim dat de goden vrezen en dat de wereld zou kunnen veranderen.
Voorgoed...