ebook img

Functioneel urologische en seksuele klachten bij de man: De mannenkliniek in de praktijk PDF

184 Pages·2016·16.848 MB·Dutch
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Functioneel urologische en seksuele klachten bij de man: De mannenkliniek in de praktijk

Functioneel urologische en seksuele klachten bij de man De mannenkliniek in de praktijk onder redactie van Bert-Jan de Boer Adrie Heijnen Functioneel urologische en seksuele klachten bij de man Bert-Jan de Boer Adrie Heijnen Functioneel urologische en seksuele klachten bij de man De mannenkliniek in de praktijk ISBN 978-90-368-1397-6 ISBN 978-90-368-1398-3 (eBook) DOI 10.1007/978-90-368-1398-3 © Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media BV 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of opnamen, hetzij op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Samensteller(s) en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een betrouwbare uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor drukfouten en andere onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. NUR 871 Basisontwerp omslag: Studio Bassa, Culemborg Automatische opmaak: Scientific Publishing Services (P) Ltd., Chennai, India Bohn Stafleu van Loghum Het Spoor 2 Postbus 246 3990 GA Houten www.bsl.nl V Voorwoord Mede door de naoorlogse geboortegolf treedt in de komende jaren een toenemende ver- grijzing op van de bevolking. Door verbetering van de leefomstandigheden hebben de meeste ouderen nog een flink aantal ‘gezonde’ levensjaren in het vooruitzicht, echter met de veranderde verwachting van de kwaliteit van leven op oudere leeftijd zal zich meer leef- tijdsgebonden problematiek voordoen. Bij mannen zullen dat onder andere klachten met plassen (LUTS) en seksuele klachten zijn. Mannen bezoeken voor deze klachten niet graag de huisarts vanwege schaamte die ze ervaren om hierover te praten, zelfs in de veilige setting van de huisarts. Daarbij komt dat het profiel van de huisarts snel verandert: ‘de huisarts’ is niet meer de individuele mannelijke fulltime werkende vertrouwde persoon die ook buiten kantooruren vaak zichtbaar was voor de patiënt, maar is merendeels een vrouwelijke huis- arts geworden, werkzaam in een groter verband van meerdere huisartsen met gedelegeerde taken. Mannen ervaren deze ontwikkeling als een extra drempel om de huisarts voor deze ‘mannenproblemen’ te consulteren. Het risico dreigt dat door de terughoudendheid van mannen enerzijds vrouwelijke huisartsen onvoldoende expertise krijgen op deze gebieden en anderzijds de problemen mogelijk niet tijdig worden gesignaleerd. Het vereist een actieve houding van de huisarts nieuwe stijl om de problematiek op tafel te krijgen. Om de huisarts te voorzien van informatie richt dit boek zich geheel op plasklachten, seksuele klachten en bekkenbodemproblematiek bij de ouder wordende man. Het boek bestaat uit drie delen, elk deel met een ander aandachtsgebied: deel één handelt over plasklachten (LUTS), deel twee gaat over seksuologische problematiek en deel drie beslaat de bekkenbodem- en darmfunctiestoornissen. Ieder hoofdstuk is door een andere schrijver geschreven, die zijn of haar kijk op de problematiek geeft. Daardoor is enige overlap ontstaan in de informatie, maar geeft ook aan dat van meerdere kanten naar één probleem kan worden gekeken. De eindredactie wordt gevormd door Adrie Heijnen en Bert-Jan de Boer, beiden huisarts en (medisch) seksuoloog FECSM. Adrie Heijnen is tevens seksuoloog NVVS. De redactie van dit boek hoopt dat de informatie voorziet in een behoefte van huisartsen en het ten goede zal komen aan de zorg voor mannen van oudere leeftijd met klachten van plassen, de seksualiteit en problemen van de bekkenbodem. De redactie wenst u veel leesplezier. Bert-Jan de Boer Adrie Heijnen Juli 2016 VI Inhoud Deel I Urologie 1 Benigne prostaathyperplasie (BPH), plasklachten en overactieve blaas (OAB) .........................................................3 Jakko Nieuwenhuijzen 1.1 Inleiding ...............................................................................5 1.2 Fysiologie en terminologie .............................................................5 1.3 LUTS, BPH, OAB terminologie ..........................................................6 1.3.1 Mictie- en postmictiesymptomen ........................................................7 1.3.2 Opslagsymptomen ...................................................................... 8 1.3.3 Opslagsymptomen in combinatie met mictiesymptomen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 1.4 Anamnese .............................................................................10 1.5 Lichamelijk onderzoek ................................................................13 1.6 Aanvullende onderzoeken ............................................................13 1.7 Diagnose/differentiaaldiagnose .......................................................13 1.8 Therapie ..............................................................................15 1.8.1 Stap 1: Uitleg en voorlichting ...........................................................16 1.8.2 Stap 2: Start alfablokker ................................................................16 1.8.3 Stap 3: Voeg medicatie toe (in de eerste lijn bij voldoende ervaring en goede follow-up) ...........................................................16 1.8.4 Stap 4: Verdere (chirurgische) therapie gericht op mictie- of opslagklachten via de uroloog ................................................19 1.9 Conclusie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Literatuur .............................................................................19 2 Overactieve blaas (OAB). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Garry Pigot 2.1 Inleiding ..............................................................................23 2.2 Anatomie .............................................................................23 2.2.1 Zenuwstelsel en de lage urinewegen ....................................................25 2.2.2 Vulfase ( opslagfase) ..................................................................25 = 2.3 Pathofysiologie .......................................................................27 2.4 Definities ..............................................................................27 2.5 Anamnese .............................................................................28 2.6 Diagnose lage urinewegen ............................................................28 2.6.1 Urineonderzoek en laboratoriumonderzoek .............................................29 2.6.2 Echografie van de urinewegen en residu na mictie .......................................29 2.6.3 Mictiedagboek .........................................................................30 2.6.4 International prostate symptom score (IPSS) .............................................30 2.6.5 Uroflowmetrie en residumeting (F/R) ....................................................30 2.6.6 Urodynamische onderzoek (UDO) .......................................................31 2.7 Differentiaaldiagnose .................................................................31 2.7.1 Cystitis .................................................................................31 2.7.2 Distale uretersteen .....................................................................31 2.7.3 Urogenitale veroudering ................................................................32 VII Inhoud 2.7.4 Carcinoma in situ (CIS) van de blaas .....................................................32 2.7.5 Letsels van het ruggenmerg ............................................................32 2.7.6 Multiple sclerosis (MS) ..................................................................34 2.8 Behandeling ..........................................................................35 2.8.1 Conservatieve behandeling .............................................................36 2.8.2 Orale medicamenteuze therapie ........................................................36 2.8.3 Antimuscarinica ........................................................................36 2.8.4 β-3-agonist ............................................................................37 2.8.5 Blaasspoeling ..........................................................................38 2.8.6 Botulinetoxine .........................................................................38 2.8.7 Neuromodulatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 2.8.8 Reconstructies van de urinewegen ......................................................39 2.8.9 Continente urinederivaten ..............................................................40 2.8.10 Incontinente urinederivaten ............................................................40 2.9 Conclusie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Literatuur .............................................................................40 3 BPH, benigne prostaathyperplasie ................................................43 Patrick Dielissen en Ingrid Koeter 3.1 Inleiding ..............................................................................45 3.2 Anatomie .............................................................................45 3.3 Etiologie en pathofysiologie ..........................................................47 3.4 Anamnese .............................................................................48 3.5 Diagnose ..............................................................................49 3.6 Differentiaaldiagnose .................................................................52 3.7 Behandeling ..........................................................................52 3.7.1 Voorlichting en leefstijladviezen ........................................................53 3.7.2 Medicamenteuze behandeling ..........................................................53 3.7.3 Operatieve behandelingen .............................................................55 3.8 Conclusie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Literatuur .............................................................................58 Deel II Seksuologie 4 LUST, het smaakt naar meer? ......................................................61 Adrie Heijnen 4.1 Inleiding ..............................................................................62 4.2 Hoe werkt seks met kans op lustvolle ervaringen ......................................63 4.3 Stoorzenders in het seksspel ..........................................................65 4.4 Tips en trucs. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 4.5 De patiënt met een seksuele klacht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 4.6 Conclusie en hoe verder? ..............................................................71 Literatuur .............................................................................71 5 Hormonen en neurotransmitters in relatie tot lust(ontwikkeling) .............73 Kathleen D’Hauwers, Paul Rabsztyn en Adrie Heijnen 5.1 Inleiding ..............................................................................75 5.2 ‘Seks’hormonen en neurotransmitters ................................................75 VIII Inhoud 5.2.1 Testosteron ............................................................................75 5.2.2 Prolactine ..............................................................................77 5.2.3 Dopamine .............................................................................77 5.2.4 Serotonine .............................................................................78 5.3 Anamnese .............................................................................78 5.4 Onderzoek ............................................................................80 5.5 Differentiaaldiagnose .................................................................81 5.5.1 Metabool syndroom ....................................................................82 5.5.2 Symptomatic late onset hypogonadisme (SLOH) .........................................82 5.5.3 Male Hypoactive Sexual Desire Disorder (MHSDD) ........................................82 5.5.4 Bijwerkingen van medicatie .............................................................83 5.6 Behandeling en follow-up .............................................................85 5.7 Conclusie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 Literatuur .............................................................................88 6 Erectiele disfunctie bij de ouder wordende man ................................91 Jack Beck en Bert-Jan de Boer 6.1 Inleiding ..............................................................................93 6.2 Seksuele veranderingen bij de ouder wordende man ..................................95 6.3 Anamnese .............................................................................95 6.4 Onderzoek ............................................................................97 6.4.1 Lichamelijk onderzoek ..................................................................97 6.4.2 Aanvullend onderzoek ..................................................................97 6.5 Diagnose ..............................................................................98 6.6 Behandeling ..........................................................................99 6.6.1 Voorlichting ...........................................................................100 6.6.2 Niet-medicamenteus ..................................................................101 6.6.3 Medicamenteus .......................................................................102 6.6.4 Operatief .............................................................................103 6.7 Conclusie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .104 6.8 Seksuologische aspecten van erectiele disfunctie ....................................104 6.8.1 Inleiding ..............................................................................104 6.8.2 Gevolgen van het haperen van de erectie ...............................................105 6.8.3 Behandeling ..........................................................................106 6.8.4 Verwijzing ............................................................................107 Literatuur ............................................................................107 7 Vroegtijdige zaadlozing. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .109 Marcel Waldinger 7.1 Inleiding .............................................................................111 7.2 Historische ontwikkeling .............................................................111 7.2.1 De eerste periode (1917 tot 1950): neurose en psychosomatische stoornis ................112 7.2.2 De tweede periode (1950 tot 1990): aangeleerd gedrag .................................112 7.2.3 De derde periode (1990 tot 2005): neurobiologie en psychofarmacotherapie .............113 7.2.4 De vierde periode (2005 tot heden): genetica en classificatie .............................114 7.3 Classificatie en definitie van vier subtypen vroegtijdige zaadlozing ..................114 7.3.1 Primaire (lifelong) vroegtijdige zaadlozing ..............................................115 7.3.2 Secundaire (acquired) vroegtijdige zaadlozing ..........................................115 IX Inhoud 7.3.3 Variabele (variable) vroegtijdige zaadlozing .............................................116 7.3.4 Subjectieve (subjective) vroegtijdige zaadlozing ........................................116 7.4 Prevalentie van de vier subtypen vroegtijdige zaadlozing ............................116 7.5 Neurobiologie en genetica van vroegtijdige zaadlozing ..............................117 7.6 Anamnese ............................................................................117 7.7 Differentiaaldiagnostiek .............................................................117 7.8 Behandeling van vroegtijdige zaadlozing ............................................118 7.8.1 Farmacotherapie ......................................................................120 7.8.2 Seksuologische ondersteuning .........................................................120 7.8.3 Activatie serotonerg mechanisme in de hersenstam .....................................121 7.8.4 Lokale behandeling door vermindering van de gevoeligheid van de penis ...............121 7.9 Medicatievoorlichting aan de patiënt ................................................122 7.9.1 Bijwerkingen op korte termijn .........................................................122 7.9.2 Bijwerkingen op langere termijn .......................................................123 7.10 Conclusie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .124 Literatuur ............................................................................125 Deel III Bekkenbodem 8 Urogenitale bekkenbodemklachten .............................................129 Bert Messelink en Petra Boorsma 8.1 Inleiding .............................................................................131 8.2 Lage-urinewegklachten ..............................................................131 8.2.1 Anamnese ............................................................................131 8.2.2 Lichamelijk onderzoek .................................................................132 8.2.3 Diagnose .............................................................................132 8.2.4 Differentiaaldiagnose ..................................................................133 8.2.5 Behandeling ..........................................................................134 8.3 Seksuele disfuncties ..................................................................134 8.3.1 Anamnese ............................................................................134 8.3.2 Lichamelijk onderzoek .................................................................135 8.3.3 Diagnose .............................................................................135 8.3.4 Differentiaaldiagnose ..................................................................136 8.3.5 Behandeling ..........................................................................137 8.4 Chronische buik- en bekkenpijn ......................................................137 8.4.1 Anamnese ............................................................................137 8.4.2 Diagnostiek ...........................................................................138 8.4.3 Differentiaaldiagnostiek ...............................................................138 8.4.4 Behandeling ..........................................................................139 8.5 Bekkenfysiotherapie .................................................................139 8.5.1 Anamnese ............................................................................139 8.5.2 Lichamelijk onderzoek .................................................................140 8.5.3 Diagnose .............................................................................140 8.5.4 Differentiaaldiagnose ..................................................................141 8.5.5 Behandeling ..........................................................................143 8.6 Conclusie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .144 Literatuur ............................................................................144 X Inhoud 9 Anale pijn- en disfunctionele klachten en de relatie met het prikkelbaredarmsyndroom .......................................................145 Charlotte Deen-Molenaar, Richelle Felt-Bersma, Joke Groot en Daniëlle van Reijn 9.1 Inleiding .............................................................................147 9.2 Diagnostiek ..........................................................................147 9.3 Definities en pathofysiologie van PDS en anale pijnsyndromen ......................148 9.3.1 Prikkelbaredarmsyndroom (PDS) en de bekkenbodem ..................................150 9.3.2 Relatie tussen PDS en anorectale pijn ...................................................150 9.3.3 Hoe ontstaat chronische anorectale pijn? ...............................................151 9.3.4 Het levator ani syndroom ..............................................................151 9.4 Behandeling van PDS en gerelateerde syndromen door de huisarts ..................152 9.4.1 Het reguleren van de defecatie .........................................................152 9.4.2 Behandeling van pijn ..................................................................153 9.5 Betrokken behandelaars .............................................................156 9.5.1 Diëtist ................................................................................156 9.5.2 Bekkenfysiotherapie ...................................................................156 9.5.3 Chirurg ...............................................................................157 9.5.4 Psycholoog en gedragstherapeut ......................................................157 9.6 Conclusie ...........................................................................159 Literatuur ...........................................................................159 Bijlagen .............................................................................163 Bijlage A: Plasdagboek, mictielijst. Bron: Leerboek Urologie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum .............................................................164 Bijlage B: International prostate symptom score (IPSS). Bron: Leerboek Urologie (p. 97). Houten: Bohn Stafleu van Loghum .....................................165 Bijlage C: Overzicht van medicatie met seksuele bijwerkingen ...........................166 Bijlage D: Aging male symptoms scale. Bron: Leerboek Urologie (p. 188). Houten: Bohn Stafleu van Loghum .....................................................168 Bijlage E: Rectaal toucher (RT) bij de man ...............................................169 Bijlage F: Prostaatkwaliteiten ...........................................................171 Bijlage G: Onderzoek van de bekkenbodemmusculatuur bij de man ......................173 Verklarende woordenlijst en afkortingenlijst ............................................175 Register ...............................................................................177

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.