Description:De inwoners van Forever Valley zijn beneden in het dal gaan wonen. Daar liggen de parochiekerk, het gemeentehuis, de school, de melkfabriek en de douanepost. Boven in het vervallen gehucht staan nog alleen de pastorie, de bouwvallige kapel en de school annex gemeentehuis, dat inmiddels is ingericht als danslokaal. De vertelster woont bij een oude pater, de vroegere pastoor. Als ze zestien jaar is geworden, legt hij haar opvoeding in handen van de eigenares van de dancing, Massi, die haar een organdie jurk schenkt en hooggehakte lakschoenen en haar vooral instrueert hoe ze het op zaterdagavond de douaniers, haar beste klanten, naar hun zin moet maken. Door de week houdt ze zich bezig met een eigen project; onder het toeziend oog van de pater graaft zij naar doden, die rond de kerk begraven zouden liggen. De roman munt uit door een suggestieve vormgeving, een gemakkelijk aansprekende stijl en opvallend markante, korte zinnen, kenmerkend voor heel het sobere verhaal. Eerder verscheen in vertaling 'Splendid Hotel' (a.i. 88-48-253-7).