Feiten met een snufje fantasie Educatieve animatiesequenties in documentaires Door: Jessica de Jong (3350045) Blok 3, 2011/2012 10-4-2012 Docent: Ann-Sophie Lehmann Bacheloreindwerkstuk Thema: Animatie Abstract In dit bacheloreindwerkstuk wordt besproken op welke manieren animatiesequenties binnen documentaires worden ingezet en hoe dit kan bijdragen aan het begrip van abstracte feiten en ideeën. Het gebruik van animatie lijkt in eerste instantie niet te passen in een documentaire. Animatie is immers geen directe indexicale weergave van de realiteit, terwijl documentaire op feiten gebaseerd is. Om deze tegenstrijdige relatie te onderzoeken bespreek ik in dit eindwerkstuk verschillende onderzoeken omtrent de educatieve functie van animatie in het onderwijs, in de medische wereld en in documentaires, en worden deze in een historische context geplaatst. Ter verduidelijking van deze onderzoeken worden drie animatiesequenties uit de volgende documentaires kort geanalyseerd: H2OIL (2009), VPRO TEGENLICHT: GOLDMAN SACHS EN DE VERNIETIGING VAN GRIEKENLAND (2012) en SECRECY (2008). Vervolgens wordt het productieproces van een animatiesequentie geanalyseerd. Hierbij wordt antwoord gegeven op de vraag hoe de maker abstracte begrippen verbeeldt en welke criteria bij dit proces worden gehanteerd. Ten slotte wordt door middel van een kleinschalig publieksonderzoek het receptieproces besproken. Hierbij wordt onderzocht of de stijl van een animatie invloed heeft op het begrip van de leerstof. Met dit onderzoek wordt achterhaald welke aspecten van een animatie ervoor zorgen dat de ene animatie beter wordt begrepen dan de andere. 2 Inhoudsopgave 1. Introductie ..................................................................................................................................4 2. Van animatie kunnen we leren ....................................................................................................6 3. Ieder zijn eigen stijl .....................................................................................................................9 4. De visie van de maker ............................................................................................................... 12 5. De visie van de kijker ................................................................................................................. 14 6. Conclusie................................................................................................................................... 16 Bibliografie ................................................................................................................................... 17 3 1. Introductie In het dagelijks leven komen we animatie steeds vaker tegen in het journaal of in educatieve televisieprogramma's, al zijn we ons hier vaak niet eens van bewust. Zaken die vrij abstract of lastig met het blote oog te zien zijn kunnen met behulp van animatie concreet en zichtbaar worden gemaakt. Animatie wordt om deze reden vaak in informatieve televisieprogramma’s en documentaires als hulpmiddel ingezet om abstracte economische, wetenschappelijke, of medische kwesties begrijpelijk te maken voor het brede publiek. Dit gebeurt voornamelijk in de vorm van simpele computer generated infographics: overzichtelijke visuele representaties van informatie.1 Naast deze praktische functie van animatie speelt het stilistische aspect van dit medium een grote rol. Een cartoony stijl verhoogt bijvoorbeeld de aandacht van de kijker doordat hij dit associeert met vermaak. Het gebruik van animatie lijkt wellicht niet passend in een documentaire. Het wordt zelfs gezien als een tegenstelling: “Animation emerges from the brain of an artist, while documentary is supposed to be grounded in objective truth.”2 In dit eindwerkstuk zal ik onderzoeken op welke manieren animatiesequenties een effectieve toevoeging kunnen vormen bij het helder overbrengen van informatie binnen documentaires. De onderzoeksvraag die ik hierbij zal hanteren luidt als volgt: Op welke manieren kunnen animatiesequenties effectief worden ingezet in documentaires om abstracte informatie duidelijk op de kijker over te brengen? In het eerste hoofdstuk ga ik in op de verschillende manieren waarop animatie wordt ingezet in een educatieve context. Hierbij bespreek ik verschillende onderzoeken en plaats ik deze in een historische context. In hoofdstuk twee staat de volgende vraag centraal: welke animatiespecifieke aspecten worden ingezet bij de casussen om de informatie effectief over te brengen? Er worden drie verschillende documentaires kort besproken en geanalyseerd vanuit zowel onderwijskundig als mediawetenschappelijk oogpunt. De documentaires die ik hierbij gebruik zijn H2OIL (Shannon Walsh , 2009), SECRECY (Peter Gallison & Rob Moss , 2008) en GOLDMAN SACHS EN DE VERNIETIGING VAN GRIEKENLAND (Alexander Oey, 2012). Deze documentaires hebben alle drie een probleem van wereldformaat als onderwerp waarmee we in toenemende mate worden geconfronteerd. De animatiesequenties in deze documentaires verschillen sterk in stijl, wat ze zeer geschikt maakt voor het beantwoorden van mijn onderzoeksvraag. Ook het maakproces van de animatiesequenties wordt in het onderzoek betrokken. Dit zal de motieven en criteria die bij het produceren van de animaties worden gehanteerd verduidelijken. Ten slotte wordt aan de hand van een receptieonderzoek onderzocht welke aspecten van de verschillende animaties effectief zijn in het overbrengen van informatie op de kijker. Hierbij laat ik de deelnemers drie verschillende animatiesequenties - uit de eerder besproken documentaires - bekijken zonder contextuele informatie. Door middel van vragen toets ik vervolgens welke informatie wel of niet duidelijk overkomt en wat de redenen hiervoor zijn. Mijn verwachting is dat de effectiviteit van de informatieoverdracht sterk afhankelijk is van de stijl van de animatie zelf. Door mijn onderzoek op deze manier op te stellen creëer ik een zo compleet mogelijk beeld van de aspecten die een rol spelen in het begrijpen en het begrijpelijk maken van animatiesequenties in documentaires. Op onderwijskundig gebied is veel onderzoek gedaan naar de manier waarop informatie kan worden overgebracht door middel van animatie. Op mediawetenschappelijk gebied is de laatste jaren veel 1 Doug Newsom & Jim Haynes. Public Relations Writing: Form and Style. Belmont: Wadsworth (2001), 236. 2 Jason Silverman. “Documentaries draw on Animation” [2004] Wired 22-02-2012 http://www.wired.com/entertainment/music/news/2004/01/61991 4 onderzoek verricht naar de relatie van geanimeerde beelden met de werkelijkheid. Het wetenschappelijke tijdschrift Animation: an interdisciplinary journal heeft vrij recent nog een complete uitgave gewijd aan dit thema.3 De ontwikkelingen op deze verschillende onderzoeksgebieden zijn echter nog niet eerder aan elkaar gekoppeld. Door mijn onderzoek interdisciplinair op te stellen kan het hier een nuttige aanvulling op vormen. 3 Het betreft hier een speciale uitgave met de titel “Making it (Un)real: Contemrprary Theories and Practices in Documentary Animation”. Voor meer informatie verwijs ik u naar de pagina van dit tijdschrift op de website van Sage Journals. “Table of contents” [2011] Sage Journals – Animation: an interdisciplinary journal 22-02-2012 http://anm.sagepub.com.proxy.library.uu.nl/content/6/3.toc 5 2. Van animatie kunnen we leren Op welke manieren wordt animatie ingezet in een educatieve context? Animatie wordt dikwijls gezien als een product van de fantasie en wordt zodoende in verband gebracht met vermaak en kunst. Het kan echter ook op serieuzere manieren worden ingezet, bijvoorbeeld als hulpmiddel bij het begrijpen van abstracte ideeën of ingewikkelde handelingen. In het onderwijs wordt animatie vaak ingezet als onderdeel van multimediaal lesmateriaal. Animatie is hier een vorm van edutainment: informatie wordt op een originele manier gepresenteerd waardoor de aandacht voor het onderwerp vaak wordt vergroot. Er wordt zelfs beweerd dat het succes van een wetenschappelijke theorie afhangt van de visualisatie hiervan: het afbeelden van theorie claimt een bepaalde waarheid. 4 Volgens vele onderzoeken is animatie daarom een effectieve aanvulling op de traditionele manieren van leren. Richard E. Mayer en Roxana Moreno, beiden experts op het gebied van educatieve psychologie, combineren in hun onderzoek animatiefilms met verschillende traditionele manieren van informatieoverdracht en bekijken hierbij wanneer en hoe het gebruik van animatie effect heeft op de opname van nieuwe informatie. Bij alle combinaties blijkt dat de toevoeging van animatiefilm een positief effect heeft op het begrip van wetenschappelijke concepten.5 In een onderzoek van Miri Barak en Yehudit J. Dori, die zich bezig houden met de inzet van multimedia in wetenschappelijk onderwijs, zien we een zelfde effect. Korte animatiefilmpjes waarin wetenschappelijke begrippen worden uitgelegd werden hier in de lesstof geïntegreerd. De docenten die meewerkten aan het onderzoek mochten zelf bepalen hoe ze de animatiefilmpjes zouden inzetten binnen hun lesmethodes. Opvallend genoeg blijkt uit het onderzoek dat alle leerlingen die in aanraking kwamen met de animatiefilmpjes een sterker verbeterd denkvermogen hadden gekregen dan hun medeleerlingen die slechts met traditioneel lesmateriaal hadden gewerkt.6 Onderzoek van Cyril Rebetez et. al. uit 2009 nuanceert deze uitkomsten enigszins. In dit onderzoek is ook de leeromgeving betrokken en blijkt dat de mate van samenwerking ook een duidelijk effect heeft op de leerprestaties van de leerling: het werken in paren zorgt voor een effectievere opslag van de gepresenteerde informatie dan een individuele leeromgeving.7 We kunnen hieruit concluderen dat het medium niet geheel verantwoordelijk kan worden gesteld voor de successen in deze onderzoeken, de omgevingsfactoren spelen hier ook een rol in. Niet alleen in het onderwijs wordt animatie gezien als een effectieve educatiemethode, ook in de medische wereld worden steeds vaker animatiefilms ingezet om aanstaande chirurgen of patiënten te informeren over operatiemethodes. Uit een recent onderzoek van Anneloes van der Kolk blijkt dat animatie een goed hulpmiddel kan zijn bij een voorlichtingsgesprek met een patiënt die een ingrijpende operatie moet ondergaan. Door het gebruik van animaties worden veel vragen van de patiënten helder beantwoord en worden medische procedures inzichtelijk gemaakt voor mensen die hier zelf ‘geen verstand’ van hebben.8 Dit laatste punt wordt ook aangehaald in een proefschrift over 4 José van Dijck. “Picturizing science: The science documentary as multimedia spectacle” in International Journal of Cultural Studies 2006: 9 (1), 5-24. 5 Richard E. Mayer, & Roxana Moreno. “Animation as an aid to multimedia learning” in Educational Psychology Review 2002: 14 (1), 87-99. 6 Miri Barak & Yehudit J. Dori. “Science Education in Primary Schools: Is animation worth a thousand words?”in Science Education Technology 2011: 20 (5), 608-620. 7 Cyril Rebetez et. al. “Learning from animation enabled by collaboration” in Instructional Science 2010: 38 (5), 471-485. 8 Anneloes van der Kolk. Masterthesis: Een animatiefilm als hulpmiddel ter voorbereiding op een borstoperatie. Enschede: Universiteit Twente, 2011. 6 instructionele animatie van biologisch psycholoog Björn de Koning. Hij stelt dat animatie eigenlijk alleen een duidelijk positief effect heeft op het begrip van een bepaald proces als de kijker hier van tevoren maar weinig kennis over had.9 Dat animaties niet altijd even effectief zijn in het verduidelijken van medische onderwerpen, blijkt ook uit een onderzoek van Jorge G. Ruiz,David A. Cook en Anthony J. Levinson. De auteurs -die zich voornamelijk bezig houden met medische educatie- concluderen hierin dat animatie in sommige gevallen kan leiden tot een overload van informatie, wat ook volgens hen afhangt van de hoeveelheid voorkennis van de kijker. De beste oplossing bij dit probleem is volgens de schrijvers het opdelen van een animatie in korte segmenten, zodat de informatie steeds in kleine delen kan worden verwerkt.10 Al vroeg nadat het medium film populair werd in het begin van de twintigste eeuw werd de potentiële waarde van animatie op het gebied van instructie en educatie erkend. Vignaux bespreekt in het artikel ‘Entertainment and Instruction as models in the early years of animated film’ de ontwikkeling van instructionele animatiefilms in Frankrijk. Een van de vroegste instructionele animaties die Vignaux aanhaalt verscheen rond 1918: een filmpje waarin op een vermakelijke manier een gezonde levensstijl wordt gepromoot, geproduceerd door Émile Cohl. Cohl maakte tevens enkele filmpjes over historische, wetenschappelijke en taalkundige onderwerpen. Hij leende voor zijn animaties veel aspecten uit educatieve prentenboeken en instructionele toverlantaarnverhalen, een primitievere vorm van animatie.11 Deze keuze was niet toevallig: veel tekenaars die zich bezighielden met educatieve prentenboeken konden met de komst van dit nieuwe medium ook een bijdrage leveren in de filmwereld. Door enkele vooruitziende personen werd al vroeg gesteld dat deze methode van educatie nog wel eens succesvol zou kunnen worden. Het volgende citaat uit het jaar 1925 illustreert dit goed: “There is no doubt that, when it comes to its instructional potential, the animated cartoon has a promising future, and that it will serve as an assistant to the spoken word of the schoolmaster, providing it with both clarity and precision.”12 De animaties van Cohl werden naar alle waarschijnlijkheid ook toen al ingezet als een onderdeel van een multimediale vorm van educatie: er zijn aanwijzingen dat er een begeleidende tekst bij de animaties werd geleverd.13 Een vergelijkbare manier van het inzetten van animatie in educatieve context is het gebruik van animatiesequenties in documentaires. Op het eerste gezicht lijkt de combinatie tussen animatie en documentaire vreemd. Paul Ward heeft deze gedachte mooi verwoord in zijn artikel ‘Animating with Facts’: “Documentary is associated with truth, representations of the real; animation is associated with flights of fancy and the imagination: how can these two ever be reconciled?”14 We zien in geanimeerde sequenties vaak gebeurtenissen gevisualiseerd die nooit voor een camera hebben plaatsgevonden: de objecten in de sequenties hebben geen directe relatie tot de werkelijkheid, maar zijn een representatie hiervan. Natuurlijk reageren we als kijker ook anders op live-action dan op 9 Björn de Koning. Proefschrift: Attention cueing in an instructional animation. Rotterdam: Erasmus Universiteit, 2009, 9. 10 Jorge G. Ruiz, David A. Cook & Anthony J. Levinson. “Computer animations in medical education: a cricital literature review” In Medical Education 2009: 43 (9), 838-846. 11 Toverlantaarns, populair in de 18e eeuw, zijn te vergelijken met diaprojectoren. Door middel van het combineren van afbeeldingen kon een kort verhaal worden verteld bij de projecties. 12 Valérie Vignaux. “Entertainment and Instruction as models in the early years of animated film: Perspectives on filmmaking in France” in Animation: an interdisciplinary journal 2011: 6 (2), 177-193, 186. 13 Ibidem. 14 Paul Ward. “Animating with Facts: The Performative Process of Documentary Animation in the ten mark (2010)” in Animation: an interdisciplinary journal 2011: 6(3), 293-305, 294. 7 geanimeerd materiaal, maar volgens Ward hoeft dit geen probleem te zijn voor ons geloof in de boodschap. We reageren en interpreteren afgestemd op de manier waarop dingen zijn (naar de werkelijkheid) en waarop dingen lijken (naar representatie).15 Vaak kan animatie juist bijdragen aan de geloofwaardigheid van een bepaalde boodschap door bepaalde aspecten uit te lichten. Bob Sabiston, de regisseur van animatiesequenties in BOWLING FOR COLUMBINE (Michael Moore, 2002), zegt hierover het volgende: “"People who have seen my films have told me that the people somehow seem more real than they would if it was just video. And they pay more attention to what is said. The animation is useful because you can heighten what is interesting and drop out what is not."16 De voornaamste reden dat er steeds vaker voor animatiesequenties binnen een documentaire wordt gekozen, is dat animatie grote hoeveelheden abstracte informatie makkelijker te behappen maakt. Het geeft de kijker vaak een soort steun in de rug bij het willen begrijpen van bepaalde nieuwe informatie. “Animation is this extraordinary, liberating art form that can connect the dots in this unbelievable way and set people at ease […].Perhaps when they watch it, they remember being a kid and being told a simple story, and they think to themselves, ‘Okay, I’ll listen, I’ll go there. You can take me there.’”17 Zoals we hebben kunnen zien wordt animatie op verschillende gebieden ingezet om kijkers iets te leren. Uit verschillende onderzoeken en ervaringen is gebleken dat animatie een goede aanvulling kan zijn op traditionele leermethoden of live-action beelden. In het volgende hoofdstuk zal aan de hand van casusmateriaal worden bekeken welke aspecten van animatie precies verantwoordelijk zijn voor dit succes. 15 Ward, 302-303. 16 Silverman. 17 Shira Golding. “Upstream: Drawing Truth: Animation in Documentary” [2008] Mediarights 06-03-2012 http://www.mediarights.org/news/2008/03/18/upstream_drawing_truth_animation_in_documentary 8 3. Ieder zijn eigen stijl Welke aspecten die specifiek zijn voor animatie worden ingezet bij de casussen om de informatie effectief over te brengen? In de academische wereld wordt de laatste jaren steeds meer aandacht besteed aan documentaires die in zijn geheel zijn geanimeerd, te denken aan WALTZ WITH BASHIR (Ari Folman, 2008) en WAKING LIFE (Richard Linklater, 2001). Een fenomeen dat beduidend minder aandacht krijgt is het gebruik van animatie als onderdeel van een documentaire. Animatiesequenties worden hierbij voornamelijk ingezet om complexe informatie duidelijk op de kijker over te brengen. Aan de hand van drie verschillende documentaires waarbij animatiesequenties op een dergelijke manier worden ingezet, zal ik illustreren waarom juist animatie een geschikt medium kan zijn voor dergelijke informerende doeleinden. H2OIL (2009) is een documentaire over de olieproductie in Canada en de enorme milieu- en gezondheidsproblemen die dit met zich mee brengt. De documentaire belicht voornamelijk de negatieve kanten van deze olieproductie, maar doet dit wel door zoveel mogelijk feitelijke informatie op te voeren. Aan de hand van drie animatiesequenties wordt er verteld over de statistieken rond de olieproductie, de statistieken rond het waterverbruik van oliebedrijven en de exportcijfers van Canadese olie. De animaties zijn gecreëerd door James Braithwaite in samenwerking met het Canadese animatiebedrijf La Moustache.18 Afb. 1: Still uit H2OIL (2009) De objecten binnen de animatie zijn met de hand geïllustreerd, de bewegingen lijken echter gemaakt met behulp van grafische software. De animaties worden steeds begeleid door een voice-over. Vrijwel alle informatie die deze voice-over geeft wordt letterlijk of metaforisch verbeeld. Zo wordt het afvoeren van ‘nutteloze’ grond gevisualiseerd als een hand die het landschap oppakt, als een stuk papier verfrommelt en in een kist gooit. Dit gebaar maakt de kijker simpel, maar effectief duidelijk dat er onzorgvuldig met het landschap wordt omgegaan. Cijfers worden met behulp van dynamische 18 Anonymous. “About the Film” [2012] H2Oil 22-02-2012 http://h2oildoc.com/home/about-the-film 9 diagrammen die sterk doen denken aan infographics inzichtelijk gemaakt (afb. 1). De verhouding tussen de hoeveelheid beschikbaar schoon water en de hoeveelheid olie wordt door deze animatie visueel sterk duidelijk gemaakt. Ten slotte zorgt het grauwe kleurgebruik voor een bepaalde grimmige sfeer, wat de ernst van de vervuilende situatie lijkt te benadrukken. In de televisiedocumentaire van VPRO TEGENLICHT: GOLDMAN SACHS EN DE VERNIETIGING VAN GRIEKENLAND (2012) wordt animatie op iets ‘lossere’ manier ingezet. De documentaire uit 2012 probeert een van de grootste oorzaken van de huidige economische crisis op een simpele manier inzichtelijk te maken aan de hand van commentaar van experts. Op enkele punten in de documentaire worden korte sequenties van handgeschilderde animatie ingezet bij het uiteenzetten van abstracte, economische begrippen. Dit is een opmerkelijke keuze: bij dergelijke informatie lijken overzichtelijke computer generated infographics beter op zijn plaats te zijn. Toch is deze traditionele manier van animeren vrij duidelijk omdat complexe begrippen aan de hand van metaforische beelden uiteen worden gezet. De staatsschuld van Griekenland en de listige maatregelen van Goldman Sachs hiertegen worden bijvoorbeeld uitgebeeld als een diep gat dat onder een Griekse tempel wordt gegraven. De grootte Griekse schuld zoals die officieel lijkt te zijn wordt verbeeldt door een balk die halverwege dit gat is geplaatst. De werkelijke schuld gaat echter veel ‘dieper’, wat wordt uitgebeeld door de gravende schop hieronder (afb. 2). Afb. 2: Still uit VPRO TEGENLICHT: GOLDMAN SACHS EN DE VERNIETIGING VAN GRIEKENLAND (2012) De animatie in deze documentaire is gemaakt door de Noors- Nederlandse animator Sverre Fredriksen, die al eerder animaties voor VPRO TEGENLICHT en vele andere programma’s van de publieke omroep maakte.19 In het volgende hoofdstuk worden zijn persoonlijke ervaringen met het produceren van deze animaties besproken. Een derde documentaire waarin animatiesequenties zijn verwerkt is getiteld SECRECY (2008). In deze documentaire wordt grondig onderzocht waar de grens zou moeten liggen tussen geheimhouding en 19 Sverre Fredriksen. “Portfolio”[2009] Svrrmasjon 02-03-2012 http://www.svrrmasjon.net/portfolio/ 10
Description: