ebook img

De Verbreiding van het Matriarchaat op Sumatra PDF

64 Pages·9.736 MB·Dutch
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview De Verbreiding van het Matriarchaat op Sumatra

03^ 05I ^ 25 m VERBREIDING VAN HET MATRIARCHAAT OP SUMATRA DOOR Dr. G. A. WILKEN. UITGEGEVEN DOOK HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOU DE TAAL-, LAND- EN VOLKENKUNDE VAN NEDTIRLANDSCH-INDIË. 'SGRAVENHAGE, MARÏINUS NUHül-'E 1888. v I BIBLIOTHEEK KITLV DE VERBREIDING VAN HET MATRIARCHAAT OP SUMATRA DOOR Dr. G. A. WILKEN. UITGEGEVEN DOOR HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE TAAL-, LAND- EN VOLKENKUNDE VAN NEDERLANDSCH-INDIË. 'S GRAVENHAGE, MAEÏINUS NLTHOIT 1888. r Ï In onze verhandeling //Over de verwantschap en liet huwelij ks- en erfrecht bij de volken van het Maleische ras// «, hebben wij uit- voerig gesproken over het matriarchaat bij de Maleiers van de Padangsche Bovenlanden, bepaaldelijk van de landschappen Agam, L Kota en Tanah-Datar *. Gelijk echter bekend is, wordt, behalve de Padangsche Bovenlanden, nog een belangrijk deel van Sumatra, en wel het stroomgebied van al de groote naar de Oostkust vloeiende rivieren, de Moesi, Djambi, Indragiri, Kampar, Siak en Eokan, door Maleiers bewoond. Het is ons doel in de volgende bladzijden in de eerste plaats na te gaan, in hoeverre ook bij deze Maleiers het matriarchaat gevonden wordt. Beginnen wij daartoe met het stroomgebied van de Kampar, om vervolgens de Noordelijk daarvan gelegen Siak- en Bokan-landen te beschouwen, en daarna over te gaan tot de streken ten Zuiden van genoemde rivier, welke door de Indragiri, Djambi en Moesi worden bespoeld. De Kampar, ook wel Kampar-Bësar of' de groote Kampar geheeten, ontstaat uit de samenvloeiing van twee kleinere rivieren, die de Kampar-Kanan en de Kampar-Kiri (dat is, naar de letterlijke be- teekenis, de rechter- en linker-, maar naar ons spraakgebruik de linker- en rechter-Kampar) genoemd worden. Het bovenstroomgebied van de Kampar-Kanan omvat eenige federaties van kota's of dorpen, geschoeid op de leest van dergelijke kota-vereenigingen in de Pa- 1 Opgenomen in het tijdBohrift nDe Indische Gidsn, jaarg. 1883, dl. I, blz. 656—764, ook afzonderlijk verschenen bij De Bussy, Amsterdam, 1883. N/aar deze afzonder- lijke uitgave zal in dit opstel worden geciteerd. 2 O. c, blz. 24 w. i dangsche Bovenlanden. Evenals daar, zijn ook hier de federaties geheeten naar het aantal kota's, welke zich samengevoegd hebben«. Het Westelijkste landschap aan de Kampar-Kanan is Gloegoer VI Kota, uit twee federaties bestaande, namelijk Gloegoer III Kota di-moediq en Gloegoer III Kota di-ilir, waarvan de eerste, gelijk de naam dit vanzelf aanduidt, bovenstrooms, de andere beneden- strooms gelegen is*. Na dit landschap van haren oorsprong af in eene richting van het Westen naar het Oosten te hebben doorloopen, komt de Kampar-Kanan in het gebied van de federatie Kampar nan XII Kota, ook wel XII Kota Kampar geheeten «. Oostelijk hiervan strekken zich de Kampar nan V Kota of Y Kota Kampar uit, eene vereeniging van vijf dorpen. Ten Zuiden van de XII Kota Kampar heeft men nog het landschap Pangkalan, ter onderscheiding van andere streken van denzelfden naam meer Oostelijk in het stroom- gebied van de Kampar-Kiri gelegen, meestal Pangkalan-Kota-Baroe of Pangkalan VI Kota genoemd, welk landschap eerst in eene Oostelijke, dan in bijna Noordelijke richting doorstroomd wordt door de Mahi, een rechtertak van de Kampar-Kanan. Al deze landschappen zijn achtereenvolgens in 1879, 1881 en 1882 bij het Gouvernementsgebied ingelijfd e, t uitzondering van de V Kota, me welke nog onafhankelijk zijn. — Oostelijk van de V Kota vindt men het eveneens nog onafhankelijke dorpsstaatje Kampar benevens het plaatsje Taratak-Boeloeh, dat eene onderhoorigheid is van den sultan van Siak. — De landschappen aan de Kampar-Kiri, die eveneens nog niet onder geregeld bestuur zijn gebracht, zijn in den bovenloop Pangkalan-Indawong, Pangkalan-Sari en Pangkalan- Kapas, terwijl ten Oosten van dit laatste zich de TUI Kota uit- 8 O. e., blz. 18, noot. 4 Gloegoer III Kota di-moediq bestond, gelijk uit den naam blijkt, oorspron- kelijk uit eene federatie van drie kota's; nu omvat het er echter zes. Naar de voornaamste kota, Moewara of Moewara-Soengei-Lolo, gelegen aan de uitwatering van de Soengei-Lolo in de Kampar, heet het landschap Gloegoer III Kota di- moediq ook Moewara-Soengei-Lolo VI Kota. 6 Kampar nan XII Kota is onderscheiden in twee deelen, namelijk Kampar toengkoe nan III, oorspronkelijk bestaande uit drie, later uit zes dorpen , en Kampar nan VII Kota, uit zeven dorpen samengesteld, waarvan echter later eon verdween. 8 En wel Pangkalan-Kota-Baroe en de XII Kota Kampar in Januari 1879, Gloe- goer III Kota di-ilir in Juni 1881, en Gloegoer III Kota di-moe liq of Moewara- Soengei-Lolo VI Kota in Mei 1882. De drie eerstgenoemde landschappen zijn ad- ministratief gebracht tot de afdeeling L Kota van de Padangsche Bovenlanden, terwijl Gloegoer III Kota di-moediq of Moewara-Soengei-Lolo VI Kota gevoegd is aan de afdeeling Ajer-Bangia en Rau van de Padangsche Benedenlanden. A 3 strekken, eene federatie van acht dorpen, waarvan Seilan het voornaamste is. Even vóór de vereeniging van de Kampar-Kanan en de Kampar-Kiri begint het gebied van het rijk Poelau-Lawan of Pelalawan, dat zich verder langs de beide oevers der Kampar- Bësar tot aan de straat van Malaka uitstrekt, welk rijk, nadat de vorst de suzereiniteit van Nederland erkend heeft, in 1882 bij het Gouvernementsgebied is ingelijfd *. Gaan wij nu na in hoeverre in het stroomgebied der Kampar het matriarchaat gevonden wordt. — Dit is vooreerst het geval in Gloegoer VI Kota, XII Kota Kampar en Pangkalan-Kota-Baroe. Van het eerstgenoemde landschap lezen wij : //De maatschappelijke instellingen wijken van de zuiver Maleische (dat is dan: Menang- kabausch-Maleische) niet af. Het volk is verdeeld in suku's, welke naar het aantal familiehoofden wederom in buwah-përut of rumah zijn onderverdeeld Bij erfopvolging houdt men zich vast aan de adat-kamanakan//, met andere woorden aan de bepaling dat de kamanakan's of zusterskinderen de nalatenschap bekomen ». Ook in de XII Kota Kampar //wordt de adat-kamanakan nog zonder afwijkingen toegepast. Suku-verdeeling, huwelijk, in het kort alle instellingen zijn hier geheel (Menangkabausch-) Maleisch// ». Uit- voeriger zijn de mededeelingen omtrent Pangkalan-Kota-Baroe. Men treft hier nog de indeeling in suku's aan en het verbod om in de suku te, trouwen. Uitzonderingen op dezen regel komen echter voor in een paar dorpen, Avaar leden van dezelfde suku wel een huwelijk met elkander mogen aangaan, mits de betrokkenen niet onder denzelfden panghulu staan, dat is, met andere woorden, niet tot dezelfde familie behooren. De vrouw blijft na hare echtvereeniging bij hare ouders wonen, terwijl de kinderen hare suku volgen. Wat echter het erfrecht betreft, wordt de regel dat van den man alleen de kamanakan's erven, niet meer zoo streng toegepast; integendeel hebben de eigen kinderen ongeveer gelijke rechten als de zusters- kinderen op de nagelaten bezittingen. Titels en waardigheden gaan echter nog uitsluitend in de vrouwelijke lijn over 10. — Van de ? Administratief is Poelau-Lawan gebracht tot de residentie Sumatra's Oostkust. 8 Van Delden, Verblag over den toestand van het landsohap Gloegoer VI Kota, Tijdschr. v. Ind. T. L. en Vk., dl. XXVII, blz. 169. 0 Du Ry van Beest Holle, Aanteekoningen betreffende de landschappen VI Kota Pangkalan (= Pangkalan-Kota-Baroe) en XII Kota Kampar, Tijdschrift v. Ind. T. L. en Vk., di. XXIV, blz. 386. 10 Du Ry van Beest Holle, O. c, blz. 380—381.

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.