ebook img

De toegevoegde waarde van Buurtzorg t.o.v. andere aanbieders van thuiszorg. Een kwantitatieve analyse van thuiszorg in Nederland anno 2013 PDF

1.8 MB·Dutch
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview De toegevoegde waarde van Buurtzorg t.o.v. andere aanbieders van thuiszorg. Een kwantitatieve analyse van thuiszorg in Nederland anno 2013

De toegevoegde waarde van Buurtzorg t.o.v. andere aanbieders van thuiszorg Een kwantitatieve analyse van thuiszorg in Nederland anno 2013 Januari 2015 Samenvatting Aanleiding en doel Buurtzorg is een van de thuiszorgorganisaties die wijkverpleging leveren in kleine zelfsturende teams. Buurtzorg beoogt zorg met veel toegevoegde waarde te leveren. Zowel zorgkantoren als Buurtzorg willen graag inzicht in de mate waarin Buurtzorg daarin slaagt. Buurtzorg wordt daarom zowel op het gebied van kosten als op het gebied van kwaliteit vergeleken met andere thuiszorgaanbieders in Nederland. Aanpak Om de waarde van zorg kwantitatief te kunnen onderbouwen, is een ‘waardeindicator’ gedefinieerd gebaseerd op onderliggende indicatoren. Deze zijn – in overleg met een begeleidingscommissie bestaande uit vertegenwoordigers van Buurtzorg, zorgkantoren, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Nederlandse Zorgautoriteit, voorgezet door prof. Barbara Baarsma – bepaald op basis van Vektis-declaratiedata (gecorrigeerd voor zorgzwaarte) en vervolgens gecombineerd met de Customer Quality Index (CQ-index) en de Net Promotor Score (NPS). Het gaat hierbij om zowel de kosten als de kwaliteit van zorg. De analyses betreffende kosten van zorg zijn opgebouwd uit: ■ thuiszorgkosten per cliënt; ■ vervolgkosten (AWBZ-opnames en curatieve zorg) per cliënt; ■ aantal cliënten in zorg per 1.000 inwoners in de regio. De analyses over kwaliteit van zorg richten zich op: ■ gemiddelde leeftijd van cliënt bij opname in de AWBZ na thuiszorg; ■ de Customer Quality Index (CQ-index); ■ de Net Promotor Score (NPS). Om een vergelijking tussen thuiszorgaanbieders mogelijk te maken, is – waar relevant – zorgzwaartecorrectie toegepast op leeftijd, geslacht, sociaal-economische status en relevante farmaceutische kostengroepen (FKG’s). De waarde van de zorg is uitgerekend voor de volledige cliëntpopulatie die thuiszorg ontvangt. 2 Conclusies Onderstaande figuur geeft de waarde van de geleverde zorg (combinatie van kosten en kwaliteit) van de onderzochte aanbieders weer. Buurtzorg is weergegeven met de ruit met de gele rand. Buurtzorg is weergegeven met de ruit met de gele arcering. In deze figuur zijn 179 (van de 606 aanbieders) van de aanbieders opgenomen, waarvan een volledige CQ index beschikbaar was. Het gaat daarmee om aanbieders waar zowel de kosten als kwaliteit bekend zijn. De verticale lijn vanuit de x-as geeft het gemiddelde kostenniveau van alle 606 thuiszorgaanbieders. De horizontale lijn vanuit de y-as geeft het gemiddelde kwaliteitsniveau van de 179 aanbieders op basis van de CQ index. Deze figuur is de samenvatting van onze bevindingen en is als volgt opgebouwd: ■ Op de x-as staat de gecorrigeerde relatieve kosten van alle aanbieders. Dit is een combinatie van de totale kosten per cliënt (in zowel de thuiszorg als de vervolgkosten) en het aantal cliënten per 1.000 inwoners. Deze maat geeft de combinatie aan van hoe snel een aanbieder een cliënt in zorg neemt en de kosten die vervolgens voor deze cliënt gemaakt worden. De lijn geeft het landelijk gemiddelde voor kosten weer. ■ Op de y-as staat de kwaliteit. Dit is de som van het aantal sterren op de vijf CQ-indexvragen. ■ De kleuren geven aan hoe instellingen scoren op de indicator ‘Gemiddelde leeftijd bij AWBZ- opname’ en daarmee of cliënten na thuiszorg relatief jong of oud in de AWBZ worden opgenomen.1 1 Voor aanbieders met minder dan 20 clienten verwezen naar intramurale AWBZ voorzienieningen is geen gemiddelde leeftijd opgenomen, omdat dit mogelijk onbetrouwbaar is. Voor Buurtzorg gaat om zo’n 3700 clienten en is de gemiddelde leeftijd daarmee betrouwbaar. 3 Buurtzorg is in deze figuur aangegeven met een ruit met een gele rand. De score van Buurtzorg is als volgt: ■ Op de kwaliteit scoort Buurtzorg hoog: – Buurtzorg scoort hoog op de CQ-score Ook de NPS-score is bij Buurtzorg hoog (als 7e van de 360 instellingen waar deze NPS is afgenomen). Daarentegen is de leeftijd bij AWBZ-opname bij Buurtzorg – gecorrigeerd voor zorgzwaarte – relatief laag (onderste 25%). Dit betekent dat thuiszorgcliënten van Buurtzorg relatief op jonge leeftijd intramuraal gaan wonen. – Het is van belang om aan te geven dat de CQI en NPS gaan over de ervaren kwaliteit en dat deze niet alle kwaliteitsaspecten van de thuiszorg meten. Een toevoeging op deze ervaren kwaliteit zou bijvoorbeeld kunnen bestaan uit het meten van het dagelijks functioneren van cliënten via PROM’s en/of kwaliteit van leven vragenlijsten (zie ook de suggesties voor vervolgonderzoek). Echter, deze maten zijn tot op heden niet beschikbaar en daarmee is de weergegeven kwaliteit in deze rapportage de best mogelijke weergave van de nu bekende kwaliteit. ■ Op de kosten scoort Buurtzorg – gecorrigeerd voor zorgzwaarte – net iets lager (goedkoper) dan gemiddeld. Deze score is als volgt opgebouwd: 1 In vergelijking met andere thuiszorgaanbieders zijn de totale kosten per cliënt (een optelsom van de thuiszorgkosten per cliënt en de vervolgkosten) – gecorrigeerd voor zorgzwaarte – bij Buurtzorg onder gemiddeld. De totale kosten per cliënt zijn voor Buurtzorg € 15.357, waar het gemiddelde over alle zorgaanbieders €15.856 bedraagt (exclusief de snelheid van het in zorg nemen, zie punt 2 hieronder). A. Vergeleken met andere thuiszorgaanbieders zijn de thuiszorgkosten per cliënt (exclusief vervolgkosten) per jaar van Buurtzorg lager dan gemiddeld. De gemiddelde kosten van Buurtzorg zijn – gecorrigeerd voor zorgzwaarte – € 6.428; het gemiddelde over alle thuiszorgaanbieders is € 7.995. Hiermee is 62% van de thuiszorgaanbieders duurder per cliënt dan Buurtzorg. Dit is als volgt te specificeren: I. Het gemiddelde uurtarief van Buurtzorg is hoog in vergelijking met dat van de andere thuiszorgaanbieders. Het gemiddelde uurtarief van Buurtzorg is € 54,472, het gemiddelde uurtarief van alle thuiszorgaanbieders is € 48,74. Hiermee scoren vrijwel alle andere thuiszorgaanbieders lager dan Buurtzorg (98%). II. Buurtzorg levert gemiddeld 108 uur thuiszorg per cliënt per jaar ten opzichte van een gemiddelde van 168 uur thuiszorg per cliënt per jaar over alle thuiszorgaanbieders en is daarmee goedkoper dan gemiddeld. Dat betekent dat 82% van de thuiszorgaanbieders meer uren per cliënt per jaar besteedt dan Buurtzorg. B. De totale vervolgkosten per cliënt bij Buurtzorg zijn – gecorrigeerd voor zorgzwaarte – met € 9.334 relatief hoog vergeleken met andere thuiszorgaanbieders. De gemiddelde vervolgkosten van zorgaanbieders zijn € 7.959. Hiermee heeft 72% van de thuiszorgaanbieders lagere vervolgkosten dan Buurtzorg. Dit is als volgt opgebouwd: I. De vervolgkosten in de AWBZ zijn bij Buurtzorg relatief laag in vergelijking met andere zorgaanbieders. Voor Buurtzorg zijn deze kosten € 2.029 per cliënt per jaar, gemiddeld genomen over alle thuiszorgaanbieders is dit € 2.510. Hieruit volgt dat de kosten van Buurtzorg tot de laagste 38% behoren van de thuiszorgaanbieders. II. De vervolgkosten curatieve zorg (huisartsen en ziekenhuiskosten) zijn bij Buurtzorg relatief hoog in vergelijking met de overige thuiszorgaanbieders. De gemiddelde kosten over de thuiszorgaanbieders zijn € 5.187, de vervolgkosten bij Buurtzorg zijn € 7.787 per cliënt per jaar. Hiermee horen de vervolgkosten van curatieve zorg bij Buurtzorg tot de top 9% van de thuiszorgaanbieders. 2 Dit uurtarief is gecorrigeerd voor niet uitbetaalde overproductie, zie pagina 17, paragraaf 3.2.1., 3e alinea voor meer uitleg. 4 2 Het aantal cliënten dat thuiszorg heeft ontvangen per 1.000 inwoners geeft inzicht in de mate waarin thuiszorg wordt ingezet door een aanbieder, waar bij statistisch gecorrigeerd is waardoor populatie van gelijke zorgzwaarte worden vergeleken. Hiermee is dit een indicator voor de snelheid waarmee cliënten in zorg genomen worden. Een hoge score geeft aan dat een aanbieder – gecorrigeerd voor zorgzwaarte – relatief snel mensen in zorg neemt, terwijl een lage score aangeeft dat de aanbieder relatief weinig mensen in zorg neemt. Indien een thuiszorgaanbieder actief stuurt op zelfredzaamheid en inzet van mantelzorgers, is de verwachting dat er minder mensen in zorg zijn. Deze indicator wordt uiteraard ook beïnvloed door regionale omstandigheden, zoals het doorverwijsgedrag van huisartsen en ziekenhuizen. Door echter alle regio’s in het land te analyseren kan men het effect van de instelling meten, aangezien het onwaarschijnlijk is dat instellingen die in grote delen van het land actief zijn consequent voor- of nadeel hebben van lokale situaties. Buurtzorg scoort iets lager dan gemiddeld (bij de laagste 41%) op deze indicator. Dit betekent dat Buurtzorg iets minder snel dan gemiddeld cliënten in zorg neemt. Concluderend betekent dit dat Buurtzorg voor iets minder dan gemiddelde kosten een hoge kwaliteit van zorg levert, waarbij cliënten wel relatief op jonge leeftijd intramuraal worden opgenomen. Buurtzorg is een aanbieder met een relatief hoog uurtarief en compenseert dit met een relatief laag aantal uur per cliënt per jaar. De vervolgkosten in de AWBZ zijn relatief laag per cliënt, terwijl die in de Zvw juist hoog zijn. Tot slot, neemt Buurtzorg iets minder snel dan andere aanbieders cliënten in zorg. Openstaande vragen / vervolgonderzoek Deze rapportage beschrijft op basis van kwantitatief onderzoek de prestaties van Buurtzorg ten opzichte van andere thuiszorgaanbieders. Deze rapportage is de eerste in zijn soort en beantwoordt daarmee een groot aantal vragen. Tegelijkertijd kent de analyse in deze rapportage beperkingen en roept de analyse bijvoorbeeld deze nieuwe vragen op: ■ Een belangrijke vervolgvraag is ‘het verhaal’ achter de cijfers: waarom is het bijvoorbeeld zo dat Buurtzorg relatief hoge Zvw vervolgkosten heeft, terwijl deze laag zijn in de AWBZ? Dergelijke vragen zijn ook van toepassing voor andere aanbieders. ■ De kwaliteit die we meten in deze rapportage gaat over de ervaren kwaliteit (CQI en NPS) en de leeftijd bij opname. In de toekomst kunnen volledigere kwaliteitsmaten ontwikkeld worden (denk aan de toevoeging van PROM’s en zorginhoudelijke indicatoren) om kwaliteit verder te kunnen onderbouwen. ■ Uit dit onderzoek komt naar voren dat bij verschillende indicatoren een relatief grote praktijkvariatie bestaat tussen diverse thuiszorgaanbieders. Er is vervolgonderzoek nodig om deze grote verschillen te verklaren; met name de redenen voor hoge of lage vervolgkosten in de AWBZ en Zvw zijn nu slechts cijfers, waarvan we het verhaal erachter niet kennen. In hoofdstuk 6 staan ook nog een aantal meer gedetailleerde vervolgvragen opgenomen, naast de bovenstaande punten. 5 Inhoudsopgave 1 Inleiding en vraagstelling 7 2 Aanpak 8 3 Resultaten kostenanalyse 12 4 Resultaten kwaliteit 31 5 Conclusie 35 6 Vervolgonderzoek 37 Bijlage A – Begeleidingscommissie 38 Bijlage B – Aanpak onderzoek 39 Bijlage C – Uitwerking indicatoren 43 Bijlage D – Overzicht coderingen 47 Bijlage E – Methodiek zorgzwaartecorrectie 52 Bijlage F – Inzicht data 56 Bijlage G – Resultaten indicatoren segmenteringen 65 Bijlage H – Staafdiagrammen grote aanbieders 88 6 1 Inleiding en vraagstelling 1.1 Aanleiding Buurtzorg is een Nederlandse thuiszorginstelling die wijkverpleging levert in kleine zelfsturende teams. Zij leveren persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding voor cliënten die ondersteuning nodig hebben in de thuissituatie. Als één van de ruim 20 organisaties heeft Buurtzorg deelgenomen aan het experiment Regelarme zorg sinds 2012. Het doel van dit experiment is het verminderen van de administratieve lasten en het verhogen van de kwaliteit, doelmatigheid en cliëntgerichtheid van organisaties. Voor Buurtzorg geldt dat er vanaf 1 januari 2013 één type thuiszorgproduct gedeclareerd wordt, onafhankelijk van het type zorg dat geleverd is. Zowel Buurtzorg als de zorgkantoren hebben behoefte aan een aanvullende kwantitatieve analyse van de waarde van de geleverde thuiszorg. 1.2 Doel Het doel van dit onderzoek is het uitvoeren van een vergelijkende studie naar de waarde van thuiszorginstellingen, waarbij Buurtzorg wordt afgezet tegen overige thuiszorginstellingen in Nederland. De waarde van zorg wordt bepaald door de kosten-kwaliteitverhouding van de zorg. Het is essentieel is dat beide aspecten worden meegenomen in de weging: een organisatie die vergelijkbare kwaliteit tegen lagere kosten of juist hogere kwaliteit tegen gelijke kosten weet te realiseren, zal een betere waarde van zorg hebben. Voor dit onderzoek hebben we – in samenwerking met de begeleidingscommissie (voor deelnemers zie bijlage A) – een set indicatoren ontwikkeld die een goed beeld geven van de kosten en kwaliteit van thuiszorg. 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft de aanpak van het onderzoek en de toegepaste analysemethodiek. Deze aanpak wordt in meer detail in de bijlagen beschreven. In hoofdstuk 3 en 4 zijn de resultaten van de analyses weergegeven. Hoofdstuk 5 geeft een beschouwing van de resultaten. Hoofdstuk 6 bevat voorstellen voor aanvullend onderzoek. De bijlagen bieden achtergrondinformatie over dit onderzoek. 7 2 Aanpak Het doel van het onderzoek is het meten van de waarde van Buurtzorg ten opzichte van andere thuiszorgaanbieders in Nederland. Zoals eerder beschreven, wordt waarde bepaald door een combinatie van kosten en kwaliteit. Met behulp van declaratiedata uit de databases van Vektis en de landelijke resultaten van de CQ-index en de NPS heeft KPMG Plexus analyses uitgevoerd voor alle thuiszorgaanbieders. Hierbij wordt Buurtzorg vergeleken met de overige thuiszorgaanbieders. Alle aanbieders met minder dan 20 cliënten in het jaar 2013 zijn om redenen van betrouwbaarheid geëxcludeerd uit alle weergaven van de resultaten. 2.1 Analyses voor de kostenkant De analyses voor de kostenkant van thuiszorgaanbieders zijn gecombineerd tot een kostenindicator (indicator 11) die is opgebouwd uit diverse indicatoren (indicator 1 tot en met 10) (zie de figuur op de volgende pagina). De belangrijkste subindicatoren zijn: ■ Thuiszorgkosten per cliënt (gecorrigeerd voor zorgzwaarte) (indicator 5) De thuiszorgkosten per cliënt geven inzicht in de kosten van de geleverde thuiszorg op cliëntniveau. De thuiszorgkosten zijn afhankelijk van het gemiddelde uurtarief, het aantal uren zorg per cliënt per maand en het aantal maanden zorg per jaar. ■ Vervolgkosten (AWBZ-opnames en curatieve zorg) per cliënt (gecorrigeerd voor zorgzwaarte) (indicator 8) De vervolgkosten per cliënt worden deels beïnvloed door de thuiszorgaanbieder. Immers, indien de aanbieder effectieve ondersteuning levert, dan zijn intramurale opnames (in de AWBZ-ouderenzorg of het ziekenhuis) of huisartsbezoek niet of minder nodig. ■ Aantal cliënten in zorg per 1.000 inwoners in de regio (gecorrigeerd voor zorgzwaarte) (indicator 10) Het aantal cliënten dat thuiszorg heeft ontvangen per 1.000 inwoners geeft inzicht in de mate waarin thuiszorg wordt ingezet. Hiermee is dit een indicator voor de snelheid waarmee cliënten in zorg genomen worden. Indien een thuiszorgaanbieder actief stuurt op zelfredzaamheid en inzet van mantelzorgers, is de verwachting dat er minder mensen in zorg zijn. Deze indicator wordt uiteraard ook beïnvloed door regionale omstandigheden, zoals het doorverwijsgedrag van huisartsen en ziekenhuizen. Door echter alle regio’s in het land te analyseren kan men het effect van de instelling meten, aangezien het onwaarschijnlijk is dat instellingen die in grote delen van het land actief zijn consequent voor- of nadeel hebben van lokale situaties. In onderstaande figuur zijn de verschillende kostenindicatoren schematisch weergegeven in de vorm van een zogenaamde rekenboom; de indicatoren aan de rechterkant tellen op tot de indicatoren aan de linkerkant. 8 1 Gem. # uur zorg / maand thuiszorg / cliënt (voor de mnd dat cliënt TZ heeft We nemen alleen de kosten mee voor de x ontvangen) producten thuiszorg in scope: VP, PV, 3 BG Gem. # uur thuiszorg per 2 cliënt per jaar Gem. # maanden 5 thuiszorg / cliënt per jaar x Thuiszorgkosten / cliënt per jaar Elke indicator is per aanbieder 4 gecorrigeerd Gem. uurtarief 9 Kosten thuiszorg en + vervolgkosten/ cliënt per jaar gecorrigeerd Thuiszorgcliënten uit 2012, vervolgkosten t/m 1 jaar na thuiszorg 7 8 Vervolgkosten AWBZ- opnames/ cliënt per jaar Totale vervolgkosten + (curatieve zorg en AWBZ- opnames)/ cliënt per jaar 6 x gecorrigeerd Vervolgkosten curatieve 11 zorg / cliënt per jaar Kostenindicator (per aanbieder) 10 Thuiszorgcliënten uit 2012, vervolgkosten t/m 1 jaar na thuiszorg Aantal clienten bij aanbieder x per 1000 inwoners per jaar gecorrigeerd Hoofdstuk 3 beschrijft de resultaten van deze indicatoren. Meer details over de analyses van de indicatoren zijn te vinden in bijlagen B tot en met F. 2.2 Analyses voor kwaliteit De analyses over de kwaliteitskant voor de diverse thuiszorginstellingen richten zich op de volgende punten: ■ Gemiddelde leeftijd van cliënt bij opname in de AWBZ na thuiszorg De leeftijd waarop cliënten na het ontvangen van thuiszorg worden opgenomen in een AWBZ- setting geeft inzicht in de kwaliteit van de geleverde thuiszorg. Als cliënten van een thuiszorgaanbieder gemiddeld op hogere leeftijd worden opgenomen, duidt dat op hogere kwaliteit thuiszorg; zij kunnen immers langer thuis wonen. ■ De Customer Quality Index (CQ-index) voor thuiszorgaanbieders De Net Promotor Score (NPS) voor thuiszorgaanbieders (zie hoofdstuk 4) bevat de resultaten van deze analyses. Bijlage B bevat achtergrondinformatie over de CQ-index en de NPS. 9 2.3 Segmentering voor verschillende populaties thuiszorgcliënten Als onderzoekspopulatie zijn alle cliënten meegenomen die in 2013 verpleging, verzorging en/of begeleiding ontvingen. Daarnaast zijn de indicatoren 1 tot en met 9 (leidend tot kosten per cliënt) ook bepaald voor de volgende segmenteringen: ■ Ouderen 85+ De thuiszorgcliënten die verpleging, verzorging en/of begeleiding ontvangen en waarvan de leeftijd van de cliënt op 1 juli 2013 (het onderzoeksjaar) 85 jaar of ouder is. ■ Dementie De thuiszorgcliënten die verpleging, verzorging en/of begeleiding ontvangen en in het onderzoeksjaar één van de volgende medicamenten gebruikt hebben: rivastigmine, galantamine, memantine. ■ Thuiszorg drie maanden voorafgaand aan overlijden De thuiszorgcliënten die verpleging, verzorging en/of begeleiding ontvangen en zijn overleden gedurende het onderzoeksjaar. Voor deze segmentering zijn alleen de indicatoren 1 tot en met 5 uitgerekend, omdat vervolgkosten voor deze doelgroep niet relevant is. In het rapport worden de conclusies voor de segmenteringen tekstueel weergegeven voor de belangrijkste indicatoren, om de rapportage overzichtelijk te houden. De resultaten van de indicatoren voor alle segmenteringen zijn te vinden in bijlage G. De populatiebepaling is uitgebreider beschreven in bijlage B. 2.4 Zorgzwaartecorrectie maakt het mogelijk verschillende aanbieders te vergelijken Om Buurtzorg te kunnen vergelijken met andere aanbieders, is zorgzwaartecorrectie essentieel. Voor indicatoren 5, 8, 10 en 12 heeft zorgzwaartecorrectie plaatsgevonden. Indicator 9 is opgebouwd uit twee gecorrigeerde indicatoren en kan derhalve ook als gecorrigeerde indicator beschouwd worden. Er is gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, sociaal-economische status (SES) en relevante farmaceutische kostengroepen (FKG’s) als proxy voor specifieke aandoeningen, zie hieronder. De methodiek van zorgzwaartecorrectie is beschreven in bijlage E. Deze bijlage bevat ook een overzicht van correctiefactoren per indicator en overwegingen bij het meenemen van FKG’s. Farmaceutische kostengroep (FKG3) meegenomen als correctiefactor in de indicatoren Leeftijd Geslacht Sociaal-economische status (SES) COPD / zware astma Depressie Diabetes type I en II Hartaandoeningen HIV / AIDS 3 Verzekerden worden op basis van geneesmiddelengebruik ingedeeld in een of meerdere FKG’s. 10

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.