Flavia de Luce woont met haar twee zussen en haar vader op het familielandgoed Buckshaw. De elfjarige Flavia is hoogbegaafd en dol op scheikunde. Ze doet graag experimenten in het scheikundelab dat van haar overleden moeder is geweest. Haar eigen gifbrouwsels test ze bij voorkeur op haar twee zussen. Op een morgen vindt Flavia het lichaam van een man in de moestuin. Voor haar neus blaast hij zijn laatste adem uit. Wie is het? Flavia is zo nieuwsgierig dat ze haar eigen onderzoek begint. De politie wil haar vreemd genoeg niets vertellen. Stukje bij beetje ontrafelt Flavia een vreselijk geheim uit haar vaders verleden. Ze gaat zo op in de raadsels en puzzels van haar speurwerk dat ze ook zichzelf in gevaar brengt, maar dat snapt ze pas als het al veel te laat is.