Op het tovenaarseiland Loh is voor het eerst sinds eeuwen iemand geboren zonder enige aanleg voor magie: een onmagiër. De knaap, Lethe, blijkt een onmisbaar talent te hebben bij het bestrijden van het gevaar dat het keizerrijk bedreigt: de kleurloze magie. Samen met een aantal reisgenoten, waaronder Matei, een van de machtigste magiërs van het keizerrijk Romander, begint Lethe een wanhopige queeste naar de oorsprong van de kleurloze magie. Terwijl Lethe probeert de Inscripties van de mysterieuze tovernaar Randoel te ontcijferen, smeden vijanden in paleis Kryst Valaere een onzalig verbond: zowel onder de solitairen als de Hoogmysters bevindt zich een verrader! De gebeurtenissen raken in een stroomversnelling als Lethe op het eiland Lan-Gyt een geheimzinnige magiër ontmoet en in de mysterieuze Kloven eindelijk de ware aard van zijn magie ontdekt.