Toen Johannes Blieder per ongeluk de revolutionaire uitvinding deed waarmee de sterren binnen bereik kwamen, vond er prompt een ware uittocht van de planeet af plaats. Grote en kleine groepen mensen, avonturiers en gelukzoekers maar vooral onwelkome sekten en minderheden, vlogen uit toen ze eindelijk de kans geboden kregen om een eigen paradijs te stichten, ergens in het wijde heelal. Meer dan zestienhonderd verre planeten werden in bezit genomen door zulke groepen Aardbewoners. Het overhaaste vertrek van al deze mensen ontwrichtte de Aardse samenleving, waardoor er een eind kwam aan de ongebreidelde kolonisatiedrift.
Maar dan, na vierhonderd jaar zonder onderling contact, vindt de Oude Aarde dat de tijd gekomen is om de ontvluchte kinderen van de planeet weer aan de borst te klemmen en zij stuurt een armada van ruimteschepen vol soldaten, ambtenaren en abassadeurs uit om de 'kolonies' tot één verenigd koninkrijk te smeden.
Tijdens die vierhonderd eenzame jaren hebben de nieuwe werelden wel geleerd op eigen benen te staan. En de vier hemelsbreed van elkaar verschillende planeten die door een van deze schepen vol bemoeials worden aangedaan, moeten dan ook niets hebben van de oude, zelfvoldane Aarde, en ze laten dat kernachtig voelen...