De Cock verzucht tegen zijn collega Vledder dat hij minstens een half jaar verlost zou willen zijn van moord en doodslag. Hun overpeinzingen over de misdaad worden ruw verstoord door een jonge man die een bizar verhaal komt vertellen. Zijn vroegere vriendin Angela is de avond tevoren door een taxichauffeur met een bos rode rozen naar het grachtenpand van haar nieuwe vriend gelokt. Daar vond zij de man dood voor de schouw, met een koord om zijn nek en met twee ruiten op zijn voorhoofd gebrandmerkt. Nog voor De Cock en Vledder met Angela hebben gesproken, nemen ze zelf een kijkje op de plaats delict.
Het blijft niet bij deze ene moord. De rechercheurs treffen nog een paar keer een identieke situatie aan. Ze staan voor een raadsel. Wat kan een moordenaar bedoelen met een slachtoffer dat hij gewurgd en gebrandmerkt achterlaat? De Cock haalt al zijn trucs uit de kast om deze seriemoordenaar te ontmaskeren. **