Description:Gebaseerd op: Kroniek eener parochie van Jacques Schreurs
In het Limburgse Geleen, in 1914 een klein landbouwdorp met slechts een paar duizend inwoners, regeert de zeer conservatieve, zeer Fransgezinde pastoor Bonhomme al bijna veertig jaar. Op een dag krijgt deze zielenherder een herdershond toegewezen in de persoon van een jonge, onhandige, naïeve en zeer impulsieve kapelaan die vastbesloten is zich zoveel mogelijk in te zetten voor de belangen van de grotendeels arme bevolking. Hij raakt daardoor al gauw, soms op komische, soms op tragische wijze, in moeilijkheden, waarbij ook zijn zwakke gezondheid hem parten speelt. Telkens raakt hij in conflict met de pastoor of hij wordt slachtoffer van de dorpsroddel, die hem ervan beticht de rijken te bevoordelen en hem zelfs ervan verdenkt een „zondige verhouding” te hebben met het meisje Miete. Vooral zijn bemoeiingen met de door monseigneur Poels opgerichte bouwgrondmaatschappij „Tijdig”, die tot doel had grondspeculaties tegen te gaan, brengen hem in grote moeilijkheden. En indirect raakt hij ten slotte zelfs betrokken bij een dodelijk ongeluk tijdens het delven van de eerste mijnschacht in 1916.