In de gloeiende zomer van 1942 lijkt het leger van Rommel onverslaanbaar. Rommels geheime wapen is Alex Wolff, de glibberige, maar briljante spion die in Cairo Britten omkoopt, chanteert en uitzuigt om aan militaire inlichtingen te komen. Zijn methodiek is zo oud als de wereld, maar effectief. Hij gebruikt Sonja, de fameuze buikdanseres, die met haar rauwe seksuele plezier Engelse officieren verleidt.
Maar de spion wordt echter met zijn eigen wapen verslagen. De Engelse majoor Vandam, die hem als een bloedhond achtervolgt, werpt aas toe dat zelfs Wolff niet kan weerstaan: een jong beeldschoon meisje. Maar als Vandam verliefd wordt op zijn eigen agente, ruikt Wolff zijn kans.