ebook img

Brieven van en aan Wollebrand Geleijnsz de Jonghe, 1623, 1634-1648 Collectie Wollebrand ... PDF

159 Pages·2017·2.59 MB·Dutch
by  
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Brieven van en aan Wollebrand Geleijnsz de Jonghe, 1623, 1634-1648 Collectie Wollebrand ...

1 Brieven van en aan Wollebrand Geleijnsz de Jonghe, 1623, 1634-1648 Brieven van en aan zijn zaakwaarnemer Cornelis Jansz Baert te Alkmaar en na diens overlijden op 13 mei 1640 aan zijn zaakwaarnemers Jacob Cornelisz Baert en Huybert van der Lijn. Met enige brieven van gezinsleden van Cornelis Jansz Baert, alsmede enige brieven van derden aan laatstgenoemde, 1623, 1634-1648. Collectie Wollebrand Gelijnsz de Jonghe, inv.nr. 53 Transcriptiewerkgroep Regionaal Archief Alkmaar, 2017 2 Inleiding Wollebrand/dt/t Geleynss./z. de Jongh werd 8 januari 1594 in Alkmaar geboren. Hij was de middelste zoon van Geleyn Jansz. en Jannetgen Jans. Zijn oudere broer was Jan Geleynsz, zijn jongere broer Jochum Geleynsz. Zijn ouders stierven toen de jongens nog niet volwassen waren. Zij werden als wezen door hun voogden op 11 december 1611 in de bescherming van de weesmeesteren van Alkmaar gesteld. Direct daarna vonden Wollebrandt en Jan een plaats bij de Oostindische Compagnie. Wollebrandt was een serieuze jongen en maakte snel carrière. In 1613 vertrok hij als assistent-koopman naar Banda, in 1618 als koopman naar Halmaheira en in 1623 reisde hij naar de Oost als opperkoopman. Hij werd daarna opperhoofd van een kantoor in de omgeving van Mumbai. In 1632 ging hij voor de vierde keer naar India en werd van daaruit directeur van de handel in Perzië, nu Iran. Hij eindigde in 1648 zijn loopbaan als extra-ordinaris Raad van Indië en commandeur van de retourvloot naar het vaderland, uitgebeeld op het schilderij, aanwezig in het Stedelijk Museum. Hij heeft een korte zwarte commandostaf in zijn hand, waarmee hij naar de retourvloot wijst. Hij draagt de medaille, die hem als commandeur verleend is. Tussen de reizen door kwam hij steeds terug naar Alkmaar, dikwijls naar het gezin van een voogd, notaris Jan Cornelis Baerdt, die zijn zaakwaarnemer werd. Als hij in de Oost was, dikwijls vele jaren achter elkaar, werd door het schrijven van brieven het contact onderhouden. Aanvankelijk deed hij dat zelf; hij had een moeilijk handschrift en verbeterde veel. Later had hij schrijvers die de brieven voor hem schreven, maar hij ondertekende ze zelf en voegde dikwijls in de marges flinke schrijfsels Wollebrandt Geleynsz. de Jongh als toe met vriendschapsgroeten aan vele opperkoopman en commandeur in Oostindië. bekenden. Het moest vaak ‘in haest’ op Ceasar van Everdingen, 1648 het laatste moment nog gebeuren, omdat de schepen bijna vertrokken. Wollebrandt heeft al die jaren zijn correspondentie gekoesterd en bewaard in een kist, die overal mee naar toe ging. Ook zijn boeken en de papieren die nodig waren voor zijn functies bewaarde hij daarin. Omdat Cornelis Jansz. Baerdt en later diens zoon Jacob Baerdt zijn financiële zaken afhandelden, bewaarden ook zij de bieven, zodat veel heen en weer gaande correspondentie bewaard is gebleven. De brieven zijn geen officiële stukken, maar persoonlijke ervaringen van alle dag. De aanhef is altijd zeer respectvol, daarna wordt, als belangrijkste punt, ieders gezondheid beschreven en dan de belevenissen. Wollebrandt vertelt dat er in de kelder een fles anijswater is ontploft, dat hij trek heeft in een scharretje of een bokking, dat het 40 dagen reizen is naar Agra, een stad in het binnenland van India. Maar het meest opvallend is dat hij verlangt naar de 19 jaar jongere Alewijntje Baerdt, waarmee hij hoopt te trouwen. Hij stuurt stukken damast, zijde en 3 linnen naar huis, waar zij een luxe overrok, een ‘bouwen’, van kan maken, maar verwacht wel een bedankje. En dan … beschrijft hij zijn teleurstelling als zij met iemand anders is getrouwd. Vanuit Alkmaar leest hij op zijn beurt hoe het met de rente gaat, dat Cornelis Jansz. Baerdt last heeft van nierstenen, dat de winter van 1634 - ‘35 zo koud was dat Wollebrandt beslist zou hebben moeten uitzien naar een ‘bijslaap’ om zijn bed te verwarmen, dat de pest slachtoffers maakt, dat er kinderen geboren worden, dat de drooggevallen Schermer verkaveld wordt, enz. enz. Na Wollebrandts’ dood heeft zijn kist met brieven in de kosterij van de Grote Kerk in Alkmaar een plek gekregen. Daarna is hij naar het stadsarchief gegaan. De brieven die betrekking hebben op de Compagnie zijn uitgeleend aan het Rijksarchief en zijn daar gebleven. De persoonlijke correspondentie ligt nu in het Regionaal Archief Alkmaar. De taal van de brieven is niet geheel onze taal, maar goed te begrijpen. Het is bijzonder zo dicht bij het wel en wee van een Hollandse familie te zijn, die bijna 400 jaar geleden leefde. Literatuur Lemma van C.W. Bruinvis over Wollebrand Geleynsz de Jongh in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW), deel II, 640 en 641. H.E. van Gelder, “Wollebrandt Geleynsz de Jongh, ‘de Alkmaarder wees’”. in: Alkmaarse opstellen (Alkmaar, 1960) 118-147. De Brieven [brief 1] [N.B. de data en de briefnummers bovenaan de brieven, gezet tussen vierkante haken zijn van H.E. van Gelder] [Wollebrant schrijft aan Cornelis Janss. Baert:] [15 december 1623] [brief nr. 1] Edele, eersame, wijse, voorsienijghe ende seer dischrete seigneur Cornelis Jansen Baert naer hertelijcke groetenisse dient desen om te ackompangeren mij reeckeninghe die hier neven gaet in desen ghesloten, verdient op de uutreise, door mijn houdende de somme van 371 guldens ende 10 stuivers welcke some U.E. sal believen van mijnent weghen te ontfanghen uut handen de heeren de bewinthebberen ter camer van Amsterdam, ontfanghen hebbende sal U.E. neffens Abrahamatijssen deselvyghe ghelieven te benijfijseeren ende dieryeeren naer U.E. goet ghevallen tot den meesten proffijte als U.E. in alles wel toebetrout wert 4 de edele heeren bewint hebberen betaelt hebbende sal haer voor goede betalinghe verstrecken ende van alle naer maninghe bewryt zyn - wie 't anders hebbende sal eindijghen ende U.E. t' sampt de vrienden in Goodes bescher bevelen die U.E. ende ons altesam ghelieve te spaeren in goede ghesontheit tot onser aller salicheit, Amen, met haest. Valle1 Ont 't schip Schoonhooven desen 15 desember 1623 op de rede van Suhaly, 3 mijlen van Souratte2 leggende gheanckert. U.E. dienstwillyghe Wollebrant Geleinsz. de Jongh 1623 1. valle, vale, volle, vole - vaarwel, gegroet 2. Souratte - nu Surat, ligt in west India aan de Golf van Cambay. [Brief 2] [Wollebrant schrijft:] [8 december 1634] [2] Heer Cornelis Jansen Baert Eersame, voorsienij, seer bescheide heer Naer ons afscheit van U.E. genomen hebbende sijn des middernachts op de Helder wel aengecoemen sondr ongeluck, de Heere sij gedanckt, nu staen wij ons naer het schip, onse wonplaetse voor 6 a 7 maenden te gaen welcke schepen soo verstae gisteren uut de bolch (boech) achterweerss op de coopvaerder reede sijn gecoomen meest gereet lijnde (sijnde) soo dat weinich anders als den goeden wint verwachten om in Godes naeme onse reise te aenveerden ende wensen eerlange onse afscheit briefgen U.E. sullen toesenden, dat nu bij dese gelegentheit meede doen, wensende U.E. ende U.E. huisvrouwe Alewijntgen Baer, seigneur Jacob Baert ende U.E. famylye alles dat ter salicheit mach dienen ende wy voor ons selven souden diesiereeren, Bestevaer Molenvliet, sijn soon, de burgemeester Cessel de penning- meester Cessel, wien ick voor syn berenhuit seer bedancte mitsgaders hare huisvrouen wense ick sooveel goets als myn selven. Den offisier Schagen met synen aenclevrs gelieve U.E. bij gelegentheit meede seer te groeten van onsentwegen voort alle onse vrienden in ’t generael die wy bidden sulen in gesontheit tot salicheit gelieve te preserveren, Amen. 5 Volle U.E. vrient ende dienaer Wollebrant Geleijnsen de Jongh 1634 subscripsit1 Op de Helder op ons vertreck staende naer de scheepen desen 8en 1634 drinckende een brandewyntghen op U.E. gesontheit ende alle de vrienden Soo dr eenyge brieven naer ons vertreck aen ons mochte coomen daer belang aen was als geloove meen U.E. gelieft se ons met beste accomodij- teit toesenden, ons geschiede vrientschap [in marge rechts:] Nota Den voerman bevint hem hier sijnde sonder gelt soo dat hem buiten by foij noch een daelder ofte 30 stuivers hebbe moeten verstrecken, U.E. can 't het hem corten van de 10 guldes die geoordoneert hebbe hem te betael vole als vooren 1. sss, sst, subscripsit - ik heb ondertekend [Brief 3] [Cornelis J. Baert schrijft aan Wollebrant:] [16 december 1634] [3] Heer Commandeur. U.E. aengename missiven, d' een van de Helder met Jan Samuelsz. ende d' ander uuijt het schip Amsterdam door Gerrit Jansz, sijn ons wel ter hant gecoomen, ende bij mij all beantwoort, maer doordien ick vreesde off U.E. mijne missive niet ter hant mochte coomen, hebbe ick goet gedacht desen noch aen U.E. te schrijven, ende U.E. daerbij op 't hoochste te bedancken van de beleeftheijt 't mij waerts, namentlijck van de 35 gulden mij tot een ringh vereert,- 't is all te veel. Ick en can dit niet weder verdienen. U.E. openstaende rekeninge met Jan Arentsz, sal ick ter eerster gelegentheijt met hem sluijten ende alles aenteijckenen. De dertich stuvers bij U.E. A[....]un Samuelsz. gegeven, hebbe ick hem gecort ende niet meer als acht gulden, thien stuvers op U.E. 6 rekeninge gestelt. Ick, mijn huijsvrouwe Alewijntgen Jacob ende alle onse kinderen, mitsgaders Bestevader Molenvliet, seggen U.E. bij desen adieu ende wenschen U.E. een goede geluckige ende voorspoedige reijse, ende soo veel goets als ons selven, de goede Godt geve dat wij malcanderen met lieff wederom mogen sien ende spreken ist ons salich. Hiermede heer commandeur naer groetenisse ende hartelicke eerbiedinge, Godt almachtich bevolen. Sonder U.E. broeder Jochum Geleijnss. te vergeten, met sijn soon, die Godt almachtich in sijn heijlige hoede mede wil nemen ende goede behouden reijse verlenen, amen. Uuyt Alcmaer desen 16en december 1634 U.E. dienstbereijde vrunt C.J. Baert subscripsit [in marge:] De Schipper Salm, daer U.E. laest mede over gecomen is, is den bruijdegum, ende heeft U.E. op huijden seer beleeffdelijck op sijn feest doen nooden. wollebrant001d [adressering, schuin uitgevouwen:] Eersame wijse voorsienige seer, discrete heere mijn heere Wollebrant Geleijnss. de Jongh, commandeur over de schepen gaende naer Oostindien jegenwoordich op het schip Amsterdam, leggende op de rede van Texel Port [Brief 4] [Wollebrant schrijft:] [17 december 1634] [4] Heer Cornelis Jansen Baert Eersame, wijse, voorsienijge, seer dischreete seigneur, waerde ende vertroude vrient als vader [in marge:] Nota Wy hebebben U.E. laest geschreeven bij N. Jansen wonachtich tot Alckmaer ende daer naer noch een andr caerte (corte?) belletgen, in Jan Arentses briefgen die hoope 7 U.E. wel voor den ontfanck van desen sullen behandicht syn, waer in U.E. geadvijseert hebbe in haest dat het ons aengenaem was U.E. ditto Arentsen een van onse groote laeckens in plaetse van het wedr te- rugge gesonden laecken soude laeten volgen, dat hoope U.E. met gelegentheit sult doen ofte soo 't niet begeert aen syn reeckeninge aftrecken daer ons vrientschappe aen geschiede. Nu is hier niet sonders voorgev- allen daer U.E. can van bedelen, als dat naer een goeden wint wachten die ons op desen avont vertoont heeft, ofte ons helpen wilde uut dese couden hoeck, soo dat soo blyft als nu is wij met de hulpe Godes morgen hoopen deur te gaen om onse reise te vervorderen derhalven nemen wy ons behoorlijck afscheit met dese om se aen U.E. ende U.E. huisvrouwe, Alewyntgen Baert, Jacob Cornelissen ditto, ende vordr alle U.E. famielie, bedanckende U.E., van gelijcken moedr, ditto Alewyntgen, Jacobes ende alle die van U.E. huise, voor alle genooten eere en vrientschappe die hoopen met eerbiedicheit naer ons vermoogen te erkennen by gelegentheit die nu noch niet machtich zijn, -- wij reeckommanderen U.E. de goede voorsorge over onse ondr U.E. gelaeten goederen, ende soo veele ongeluck te verhoeden als doende- lijcken is dat U.E. ten vollen vertrouwen. [in marge:] Nota Soo naer ons ietwes onbetaelt gebleven mochte zijn dat meene mee daer gen obblygatcye van gepassert hebbe coont het goet doen soo U.E. weet gerechtyge schult te zijn dan Jan Arentsen sal nochal ietwes verschoten hebben, want hem een lampet ende schootel hebbe doen maecken dat U.E. naer de reeckeninge gesin hebbende, als voor desen geseit, coont betaelen ende dat noch voor ons heeft verschooten tien rijckxdaelders heeft ditto van de edele Tulinck (Stulinck?) ontfangen die hem geschreeven hebbe in te houden op reeckeninge dat hem van ons is compareerende. [in marge:] Nota De dertich ofte 35 guldens in onse jongste geadvyseert wenste U.E. tot onse gedachtenisse in een ringetgen geliefde te besteeden ende tot onse gedachtenisse te draegen, dat U.E. op onse reeckeninge gelieft te stel(l)en, sullen 't voor vol aennemen met danckbaerheit, ’t gene wij Alewyntgen Baert, jaerlijckx toegeleit ende vereert hebben, laet het haer gewerden tot onse naerdr ordere als bij de meemoore door ons gelaet ende soo ditto vermelt verte1 wollebrant003 8 van gelycken meede de andere volgende notytcy maer met deescretcye sonder haer weeten te laeten onse ordere als U.E. mondelinge verscheiden maelen gerecommandeert. Hiermeede eersame, wyse, voorsienyge, seer dischreete heer, bevele U.E. in de bescherminge des alderhoochste t' sampt U.E. huisvrouwe, onse lieve Alewynten die de heer lange gelieve te sparen ter salicheit, heer Jacobs Baert ende ale U.E. famylye, Godt almachtich biddende ons met soo goede gesondheit gelieve te laten vergaeren als gescheiden syn soo 't ons salich is, amen. Vole U.E. in alle dienaer Wollebrant Geleinsen de Jongh 1634 subscripsit segge noch Wollebrant Geleijnsen de Jongh 1634 subscripsit U.E. in alen dienaer [rechter kant van het blad onder de naam:] Gelieft onse groete niet te vergeten aen de heer Osfasier Schagen ende die van sijnen huise te doen als meede onse neef sekrytaryus Schagen, Jan Harcksen ende alle de vrieden daer wy sullen altemet om haer dencken van gelijcken hoope sy doen sullen als bij den anderen vroolyck syn. [links van het blad:] In 't schip Amsterdam desen 17en desember 1634 leggende in Tessel seilreet met ons sessen om morgen naer see te gaen soo de wint blyft als nu is ende het weeder bequam, de clocke 2 uieren des nachts desen geëindicht waer meede wy U.E. voor dese reise ende vriendelijcken adieu dronck toe drincken ende aen ale vrienden die ons seer gelyfeft te groeten, sondr onse goede Bestevaer te vergeeten, peetoom Molenvliet, meutgen2 Dielya, de burgemeester Kessel ende syn broedr de penningmeester, die dyckgraef Sonnevelt, burgemeester Stulinck, Huibert oom, sondr hare huisvrowen 9 te vergeten ende ale vriende die door grooten haest vergeeten mochte hebben, aen haer myn exkuse te doen -- hoewel compt mij den berenhuit van de edele penningmeester Kessel, ick gedencke hem daegelijckx ende noch meer des nachts als myn voeten daer warm in leggen -- wij bidden de vrienden ons gelieven te gedencken als somwylen bij den anderen syn met een goede coppe wyn, wij sullen bij gelegentheit meede niet onachtsaen zyn. Vergeet vooral niet myn groete aen de heer Sarvaes Brasser ende syn huisvroutgen te doen. [over de breedte:] Seigneur Jacob Baert U.E. gelieve de moeiten te nemen onsenthalven ende groeten alle de jonge borsten die op onse foij3 geweest zijn sondr vooral te vergeten de jonge dochters generaelijcken hier meede brenge ick het U lieden ende haer allen in een dronck goede Spaense wyn U liedens doe bescheit bij gelegentheit, hier meede meede neme ick myn adieu ende afscheit doch niet indr euwicheit, want hoope weder te coomen soo 't Godt gelieft om myn welckomst te eissen ende genieten U lieden alen dienaer Wollebrant Geleinsen de Jongh 1634 subscripsit 1. verte - tussenruimte 2. meutgen, neuytge - klein oud vrouwtje of een meisje wat in de groei is blijven steken 3. foij - afscheidsfeest [Brief 5] [Wollebrant schrijft:] [23 december 1634] [5] Heer Cornelis Jansen Baert Eersame waerde vrient, saluit Dese drie regulen dienen allene om U.E. onse gesontheit te bedelen, van gelycken te advyseren dat U.E. 2 aengenaeme den eenen van 13en ende den anderen van 22en courant waerop dit volgende in alle haest sal dien ten antwoort. My is lies(lief) dat U.E. soo veel jaren in gesontheit geweest hebt, hoope 10 Godt Almachtich U.E. vordr sal spaeren ende met life wy U.E. geborte tot onse wedrcoomst sullen moogen vermaenen1. Dat U.E. by heer Coolwyck ten eeten geweest syt, is my ten hoogsten aengenaem, wenste van harten my gesontheit daer by de vrienden meede hadden moogen bescheit doen dat wy nu hier datelycken op den ontfanck der selver hier hebben gedaen - de groetenissen aen alle vrienden gelie- ve U.E. onsentweegen te doen sonder iemant te ver- geten, wy gedencken altemet onse soete Marijtegen ende Willem Ooom, meede als met lief weedr come sal haer een bouwen2 ende hem een cleet soo leest, meede brengen ende Alewyntgen Baert een bouwen ofte vlieger, wy wenste dat wy te Carsmis bij U.E. mochten weesen maer de heeren houden ons aen boort ende willen ons niet lesentcyeeren3 seggen de sorge ons nu bevolen blyft, soodat U.E. ons gelieft te exkuseeren wy sullen hier aen boort Carstyt tot ons leetwesen moeten houden, ende sonder eenyge fout ontrent de clocke een uren U.E. alle gesontheit gedencken hier meede vaert wel, wij sullen U.E. naer desen no(c)heens schryven ende daer meede hoopen adieu te seggen wxxxen siet naer den oosten wint daer naer gen wij deur. In haest den 23en desember 1634 in 't schip Amsterdam. U.E. dienaer ende vrient Wollebrant Geleijnsen de Jong 1634 subscripsit wollebrant005 [adres uitgevouwen:] Eersame wyse voorsi[enyge] seer dischreete heer Cornelis Jansen Baert notaris pubijck woonende inde Langestraat in 't Vergulden Hoefijser tot Alckmaer Port 1. vermaenen - spreken van of spreken over 2. bouwen - een vrouwenkledingstuk van kostbare stof, een overrok. 3. lesentcyeeren - licentie krijgen, toestemming krijgen [Brief 6]

Description:
geweest, de jonge prins was d' eerste mael bijnae op sijn bedt verbrant. Hiermede eersame wijse voorsienige seer discrete heere, desen eijndigende wil ick U.E. ende ons altsamen in de bescherminge Godes bevelen, die ons wil verleenen 't geen ons salich is, verhoopende met gesontheijt U.E..
See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.