Kate Hannigan groeit op aan de zelfkant van de samenleving, in de sloppen langs de rivier de Tyne. Zij gaat op zoek naar een menswaardiger bestaan, naar het geluk dat er, naar haar vaste overtuiging, ook voor haar en haar dochtertje moet zijn. Parallel met de levensgang van de sterk getekende Kate loopt het leven van dokter Rodney Prince, die een veelbelovende carrière opzij zet om de armen van Newcastle te helpen - dit tot voortdurende grote ergernis van zijn beeldschone, maar koele en hooghartige vrouw. Gezien hun beider achtergronden is het niet verwonderlijk dat Kate en Rodney bij hun eerste ontmoeting verbittering in hun hart voelen. Hun droom wordt keer op keer wreed verstoord door de wisselvalligheden van het lot. Maar ze weigeren de strijd zomaar op te geven.
Dr Rodney Prince's desire for a family had been frozen out by a wife who had wanted Harley Street, not a Tyneside slum. By contrast, Kate Hannigan glowed with a warmth that was out of place in the grime and squalor of the Fifteen Streets. And so, between Rodney Prince, a wealthy man locked in an unhappy marriage, and Kate Hannigan, a bastard child of the slums, grew a love that opposed all the concepts of an Edwardian society.