ebook img

Allah & Eva PDF

192 Pages·2009·0.97 MB·German
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Allah & Eva

Boeken van Betsy Udink Achter Mekka De primeur van Caro Darmont. Roman Klein leed. Over depressie Allah & Eva BETSY UDINK ALLAH & EVA UITGEVERIJ AUGUSTUS AMSTERDAM • ANTWERPEN Enkele van de korte verhalen verschenen eerder in Trouw. Eerste druk, februari 2006 Tweede druk, maart 2006 Derde druk, maart 2006 Vierde druk, maart 2006 Vijfde druk, april 2006 Zesde druk, juni 2007 Zevende druk, september 2007 Copyright © 2006 Betsy Udink en uitgeverij Augustus, Amsterdam Grafische vormgeving Nanja Toebak Omslagfoto Magnum Steve McCurry HH Foto op achterzijde omslag Emrah Ozesen Kaart Gerrit van Omme ISBN 9789045703794 NUR 300 www.augustus.nl INHOUD Moord in Karachi Happy birthday, dear Prophet! De baard van de Profeet beledigd Onrecht in Derekabad Allemaal jihadi’s Seks en drugs in Peshawar Eer is teer Geweld binnenshuis De ideale moslimvrouw De islam heeft als enige godsdienst vrouwen rechten gegeven Vervolging van moslims in de Islamitische Republiek Pakistan Een echte guru laat zich castreren De islam als een swingend genot Het schouwen van de maan Wintersport in Pakistan Mijn uitzicht Wandelen in de Margallaheuvels Verantwoord eten Schulden afbetalen met een nier Atoomkunde en brekende botten Benedict Het inferno van Baluchistan Een meisjesleven in Islamabad Literatuur en noten Dit boek is voor Sophie MOORD IN KARACHI Ik moet mijn neus tegen het glas drukken om te kunnen zien wat er binnen is. Het is niet veel. Voor de deur een afgebladderd harmonicahek. Op een bureau een rode telefoon en een aangebroken fles mineraalwater. Deuren die uitkomen op de receptie staan open, maar ik kan van hieruit niet zien wat erachter is. Aan de muren geen posters, geen kalenders, op de deur geen naam. De planken van de kasten achter het bureau zijn leeg. Alles ligt bedekt onder een dikke laag stof. Negen maanden geleden werden hier zeven van de negen mensen die die ochtend op dit kantoor werkten in koelen bloede vermoord. Een achtste overleefde het schot door zijn hoofd en de negende had geen schrammetje. Alle negen waren christenen. Het kantoor was van de Idara e Amn o Insaf, de Commissie voor Vrede en Gerechtigheid, een ontwikkelingsorganisatie van de Pakistaanse protestantse en rooms-katholieke Kerken. Het was de vierde aanslag op christenen in Pakistan binnen zeven maanden waarbij meerdere doden zijn gevallen. De hele ochtend had ik de nummers gebeld van pater Peter John en pater Arnold, twee Pakistaanse priesters die voor de Idara werkten maar op het moment van de slachtpartij niet aanwezig waren. Ze namen de telefoon niet op. Ik besloot naar de Idara zelf te gaan en daar eventueel op hen te wachten of van een medewerker te horen hoe ik hen wel zou kunnen bereiken. Het kantoor voor de Commissie voor Vrede en Gerechtigheid is gevestigd in Rimpla Plaza, een kolossaal winkel-en kantorencomplex in het hart van Karachi, in de lengte en de breedte over vier straten gebouwd en met tientallen ingangen. Op de begane grond winkeltjes en werkplaatsen en eethuisjes en (islamitische) gebedsruimtes. Niemand kent de Idara e Amn o Insaf als ik ernaar vraag. Maar nadat ik heb uitgelegd dat ik de plek zoek waar de zeven christenen zijn vermoord, zwaaien mannen die met gekruiste benen op de grond zitten slapjes met een hand en maken een zijwaartse beweging met hun hoofd naar een ander deel van Rimpla Plaza. Ik word van de ene ingang naar de andere gestuurd. Achter iedere entree is het een wirwar van werkplaatsen en kantoortjes. Ik kom terecht in een doolhof van winkeltjes die niet groter zijn dan een nis in de muur en waar elke acht of tien nissen met elk een aparte winkelchef en verscheidene loopjongens één onderdeel van een auto verkopen: één rij winkeltjes heeft alleen maar stuurwielen, een andere rij alleen maar zonneschermen, een derde achteruitkijkspiegels, en die ernaast zijspiegels, verderop hoezen voor stoelen, en daarginds is een rij winkeltjes waar alleen antennes verkocht worden. Daar wordt me de weg naar de lift gewezen: door nauwe en stinkende en niet- verlichte gangen naar een trap die naar de tweede verdieping leidt, waar de lift moet zijn. Boven aan de trap zie ik alleen betonnen pilaren en een donkere, onafgebouwde verdieping. Er staan auto’s geparkeerd. Het is er donker, stil, verlaten. Achter een paar pilaren, in een hoek, is een deur en ernaast een vierkante, rode knop. De lift brengt me tergend langzaam en schokkend naar boven. De moordenaars van de Idara-medewerkers zijn ongezien ontkomen. Na de moord heeft niemand zich als getuige gemeld. Drie maanden voor het bloedbad in Rimpla Plaza is de voorzitter van Idara in zijn kantoor elders in de stad op lugubere wijze vermoord: hij was vastgebonden op zijn stoel, zijn mond was dichtgeplakt en de daders hadden hem met gif geïnjecteerd. In de hal van de volgende verdieping zit een man op een kapotte stoel, een groot geweer aan zijn schouder. Hij draagt het donkerblauwe uniform van het grootste bewakingsbedrijf van Pakistan. Door de gangen lopen mensen – mannen en vrouwen die in een van de kantoortjes werken, jongens met dienbladen vol koppen thee en schaaltjes eten, mensen die iets komen vragen of die een handtekening op een document nodig hebben. De bewaker brengt me naar de smerige deur met daarachter het bestofte bureau met de telefoon. Het is duidelijk dat in dit kantoor lang niet meer aan vrede en gerechtigheid is gewerkt. Heel vreemd dat er met al die winkeltjes, al die kantoren, al die mensen die hier rondlopen niemand is geweest die iets gezien of gehoord heeft de ochtend van het bloedbad. Het is gebeurd tussen halftien en kwart over tien, midden op de ochtend dus. Maar erg vroeg voor de inwoners van Karachi. Die beginnen meestal pas om elf uur, wat mij altijd verbaast want met deze tijden moeten ze op het heetst van de dag werken. Dat lijkt mij geheel tegenstrijdig met het eigenbelang, waar de mens toch het eerst op uit is. Idara zette zich dertig jaar lang in voor mensen die in Pakistan niet beschouwd worden als medemensen: voor de verworpenen, de onreinen, de lijfeigenen, en voor de grote meerderheid van de Pakistaanse christenen die zich drie, vier generaties geleden tot het christendom bekeerd hebben, toen zij Hindoestaanse paria’s waren. Paria’s zijn ze gebleven, mensen voor wie in Pakistan eigenlijk geen plaats is. De Idara beijverde zich voor de afschaffing van de blasfemiewetten, waarvan tientallen onschuldige christenen en moslims het slachtoffer zijn geworden en die grote angst zaaien onder de minderheden. Pater Peter John en pater Arnold speelden een leidende rol in de Idara. Pater Arnold was, op zijn bromfiets, een bekende verschijning tussen de vuilnisophalers van Karachi en de lijfeigenen op het platteland van zuidelijk Sind. Ik probeer het nummer van pater Peter John nog een keer. Eindelijk neemt iemand op en haalt de pater. Ik wil graag met hem praten, zeg ik, over de moorden en over de mogelijke daders. Hij kan niet, zegt hij, hij is ziek. Hij is sinds wat hij noemt ‘de gebeurtenissen in Rimpla Plaza’ ziek. Pater Arnold dan? Nee, pater Arnold is na de gebeurtenissen naar Australië vertrokken, het land dat hem lang geleden het staatsburgerschap heeft gegeven. Het best kan ik praten met Zafar Iqbal, hoofd van de administratie van Dar al Kush, een school voor gehandicapte kinderen. Ik krijg een mobiel nummer. Meneer Zafar blijkt niet op kantoor te zijn, maar is thuis, ver weg in een buitenwijk. Volgens hem is het voor mij gevaarlijk naar hem toe te komen en bovendien zou ik het nooit kunnen vinden. En dat geldt ook voor de chauffeur die ik voor vandaag in dienst heb genomen. Maar hij wil me graag te woord staan en zal vanmiddag om vier uur in de school zijn, op het terrein van de Holy Trinity Church, een protestantse kerk. In de uren die ik vrij ben laat ik me nogal doelloos door de stad rijden. Karachi heeft geen toeristische attracties; de paar historische gebouwen uit de tijd van de Britten zijn vervallen, de stranden stinken. Het is een stad die als een gezwel gegroeid is, zonder planning. Een lelijke derdewereldstad, opgetrokken uit slechte, poreuze cementblokken, met open riolen, met hortende en stuikende elektrische stroom, met een enorm tekort aan drinkwater. Een stad waar veel te veel mensen wonen (laatste schatting: veertien miljoen), krioelend en behoeftig als kerkratten, grauw en ziek van ontberingen. Ook een stad van luxejachten, van zakenimperiums, van mode-shows, van Pakistaanse popmuziek, van Mercedessen, van Jaguars, van decadentie. De enige internationale havenstad van het land. Portieren van mijn kleine witte Honda op slot, ramen dicht, ikzelf achterin, opletten dat er geen bromfietsen met duopassagiers naast onze auto komen rijden. Duopassagiers plegen de meeste moorden. De bestuurder is de

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.