Het is weer tijd voor het grote feest dat de kabouters in Sprookjesland elk jaar
houden. Maar wie weet er nog iets leuks voor het feest? De kleinste kabouter,
Pietske, komt met het idee om een ballonnenwedstrijd te houden. Wie een ballon
vindt, mag op het feest komen. En zo gebeurt het. De eerste die een ballon
vindt, is Baas Bosje. Maar helaas, ook de heksen Flie, Floe en Flaa, die in
Toverland wonen, vinden een ballon. De drie heksen gaan 's nachts naar het
paleis van koning Goedhart om gemene streken uit te halen. Ze doen RKS-water in
de melk. Wie ervan drinkt, gaat eerst een uur Rennen, dan een uur Kopjeduikelen
en dan nog een uur Springen. Ook smeren ze de kleren van de koning en van
Wipneus en Pim in waardoor ze het heel koud krijgen. En ze strooien ook nog eens
groeipoeder op het grasveld, zodat weer gemaaid moet worden. Ze eten ook alle
lekkere suikerbroodjes op die al klaar liggen voor het feest. Natuurlijk is
iedereen in het paleis de volgende dag in rep en roer. Maar Wipneus en Pim maken
samen met de koning een plannetje om te ontdekken wie al die gemene streken
heeft uitgehaald. De volgende nacht komen de heksen terug om nog meer streken
uit te halen. Maar nu worden ze gevangen met behulp van de zonneparel die de
kabouters ooit van Rosalinda hebben gekregen. Ook de toverballetjes van tante
Boterbloem komen goed van pas om de heksen onschadelijk te maken.
Als de
heksen zijn verdreven kunnen de voorbereidingen voor het feest verder gaan. En
dan komen de gasten. Het zijn er heel veel en sommigen komen van ver. Er is
feest tot laat in de avond. De volgende dag zijn er cadeautjes voor iedereen. Er
is toneelspel en een kampvuur, vuurwerk en een heerlijke taart. Tevreden
vertrekt iedereen na dit geweldige feest weer naar huis.