ebook img

17.01AB98.050 Landsbesluit extra beslaglegging dienstplichtigen PDF

2021·0.07 MB·Dutch
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview 17.01AB98.050 Landsbesluit extra beslaglegging dienstplichtigen

************************* AB 1998 no. 50 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 27 januari 2014 ************************* ===================================================================== Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoe- ring van artikel 32, eerste lid, van titel II van de Dienstplichtverordening (AB 1994 no. GT 9) Citeertitel: Landsbesluit extra beslaglegging dienstplichtigen Vindplaats : AB 1998 no. 50 Wijzigingen: AB 2011 no. 42; ===================================================================== § 1. Algemene bepalingen Artikel 1 In dit landsbesluit wordt verstaan onder: Dienstplichtige : een dienstplichtige als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van titel II van de Dienstplichtverordening (AB 1994 no. GT 9), die in werkelijke dienst is; vrijwillig nadienen- : een dienstplichtige als bedoeld in artikel 1, de dienstplichtige eerste lid, onderdeel e, van titel II van de Dienstplichtverordening, die op 1 december 1986 als zodanig in werkelijke dienst was; oefenen : de nabootsing van oorlogssituaties door dienstplichtigen, waarbij theoretisch opgedane vaardigheden in de praktijk worden gebracht ten einde aldus de bedrevenheid in het uitvoe- ren van oorlogstaken te verwerven, te vergro- ten of te onderhouden; wachtdienst : taken die zijn vereist voor het functioneren van de militaire organisatie, voor zover deze zijn vastgelegd bij door de Minister van De- fensie gestelde regels; werkzaamheden : activiteiten die voortvloeien uit de taken die behoren bij de door de dienstplichtige vervul- de functie, alsmede andere hem door of namens de commandant opgedragen activiteiten die om redenen van dienst dan wel in het algemeen be- lang wenselijk zijn, doch die niet kunnen wor- den aangemerkt als wachtdienst; arbeidsduur : een tijdsduur, uitgedrukt in een aantal uren per dag of per week, gedurende welke de dienstplichtige werkzaamheden en wachtdienst moet verrichten; commandant : de commandant van de eenheid der zeemacht waarbij een dienstplichtige is tewerkgesteld; continu- en ploegen- : activiteiten die hetzij doorlopend, hetzij in dienst ploegverband worden verricht volgens een roos- ter als bedoeld in artikel 1, tweede lid, on- derdeel m, van het Regeling werk- en rusttij- den militairen zeemacht (MP31─107); meetperiode : de periode ten aanzien waarvan voor een dienstplichtige een dienstrooster geldt van ten minste een maand; feest- of : een dag als bedoeld in artikel 24, tweede en gedenkdag derde lid, van het Reglement rechtstoestand ************************* AB 1998 no. 50 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 27 januari 2014 ************************* ===================================================================== dienstplichtigen (Stb. 1982, no. 280), alsmede een dag als bedoeld in artikel 30 van titel II van de Dienstplichtverordening (AB 1994 no. GT 9); etmaal : een tijdsbestek van 24 uren, gerekend van een tijdstip op een dag tot het overeenkomstige tijdstip op de volgende dag. § 2. Vergoeding ter zake van extra beslaglegging Artikel 2 1. De volgende vormen van extra beslaglegging kunnen worden on- derscheiden: a. oefenen; b. het verrichten van wachtdiensten; c. het verrichten van werkzaamheden; d. beschikbaarheid of bereikbaarheid; e. het verrichten van continu- en ploegendiensten. 2. De dienstplichtige heeft aanspraak op een vergoeding ter zake van extra beslaglegging, mits die extra beslaglegging een gevolg is van: a. een opdracht van de regionale militaire bevelhebber of een door hem aangewezen functionaris in een geval als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a; b. een daartoe door of namens de commandant gegeven opdracht in de overige gevallen. Artikel 3 De dienstplichtige heeft geen aanspraak op de vergoeding, bedoeld in artikel 2, tweede lid, voor de tijd gedurende welke hij: a. aanwezig moet zijn uitsluitend tijdens de periode waarin hij geen vrijstelling van verplichte huisvesting van overheidswege kan ver- krijgen, op plaatsen als bedoeld in artikel 5, eerste lid; b. beperkt is in zijn bewegingsvrijheid dan wel werkzaamheden ver- richt, uitsluitend wegens het ondergaan van een krijgstuchtelijke straf of het ondergaan van arrest; c. is opgenomen in een ziekenverblijf, een hospitaal of een ziekenin- richting; d. is ingedeeld bij een bondgenootschappelijk orgaan of bij bondge- nootschappelijke strijdkrachten, indien het toekennen van een ver- goeding door de betrokken bevelhebber onverenigbaar wordt geacht met de tewerkstelling van die dienstplichtige in bondgenootschappe- lijk verband; e. werkzaam is onder leiding of toezicht van een orgaan van de Ver- enigde Naties; f. buiten het Koninkrijk is ingezet in het kader van rampenbestrijding en hulpacties; g. op dienstreis zijnde, reizende is buiten de normaal voor hem gel- dende werktijd. § 3. Vergoedingen voor dienstplichtigen Artikel 4 1. De dienstplichtige die is tewerkgesteld bij een operationele eenheid van de krijgsmacht, heeft ter zake van oefenen dat meer dan 2 ************************* AB 1998 no. 50 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 27 januari 2014 ************************* ===================================================================== een etmaal duurt, aanspraak op een vergoeding in tijd die gelijk is aan die waarop de bij dezelfde eenheid tewerkgestelde militairen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van het Algemeen mili- tair ambtenarenreglement (Stb. 1982, 279) aanspraak hebben ter zake van oefenen langer dan een etmaal, doch uitsluitend indien die vergoe- ding in tijd collectief met die militairen wordt genoten. 2. Indien de dienstplichtige wordt verplaatst, dan wel met groot verlof of ontslag wordt gezonden, vervalt de aanspraak op de vergoe- ding in tijd, bedoeld in het eerste lid, met ingang van respectieve- lijk de datum van de verplaatsing en de datum waarop het groot verlof of het ontslag aanvangt. 3. De dienstplichtige die aanspraak heeft op de vergoeding in tijd, bedoeld in het eerste lid, heeft daarnaast geen aanspraak op een der overige in deze paragraaf bedoelde vergoedingen. Artikel 5 1. Aanspraak op een vergoeding in tijd ter zake van wachtdienst heeft de dienstplichtige die in verband met het verrichten daarvan aanwezig moet zijn: a. bij een eenheid der zeemacht; b. in het gebouw waarin hij is tewerkgesteld; c. op elke andere in dit verband door de regionale militaire bevelheb- ber aan te wijzen plaats, niet zijnde de woning van de dienstplich- tige of de plaats waar hij gewoonlijk de nacht doorbrengt. 2. De vergoeding in tijd, bedoeld in het eerste lid, is gelijk aan de uren arbeidsduur tot welke de wachtdienst met toepassing van artikel 5 van de Regeling werk- en rusttijden militairen zeemacht wor- den herleid. 3. De ingevolge het tweede lid herleide uren arbeidsduur worden, voor iedere dienstplichtige afzonderlijk, opgenomen in zijn dienst- rooster voor de meetperiode waarin de aanspraak is ontstaan, of gedu- rende de daarop volgende maand, tenzij het algemeen belang zich daar- tegen verzet; de tijd die aan het einde van de op de wachtdienst vol- gende maand niet is opgenomen in het dienstrooster, vervalt. Artikel 6 1. De dienstplichtige heeft aanspraak op een vergoeding in tijd ter zake van overschrijding van de vastgestelde maximale arbeidsduur als gevolg van het verrichten van werkzaamheden. 2. De vergoeding in tijd, bedoeld in het eerste lid, is gelijk aan de tijd waarmee de vastgestelde arbeidsduur is overschreden, met dien verstande dat een overschrijding van die arbeidsduur met minder dan vijftien minuten op enige werkdag niet wordt meegerekend. 3. De tijd, bedoeld in het tweede lid, zal voor iedere dienst- plichtige afzonderlijk worden opgenomen in zijn dienstrooster voor de meetperiode waarin de aanspraak is ontstaan, of gedurende de daarop volgende maand; de tijd die aan het einde van de op de wachtdienst volgende maand niet is opgenomen in het dienstrooster, vervalt. 4. Artikel 4, tweede lid, is van toepassing. Artikel 7 1. Aanspraak op een vergoeding in tijd heeft de dienstplichtige aan wie krachtens artikel 25 van het Reglement rechtstoestand dienst- plichtigen met het oog op eventuele dienstverrichtingen de verplich- ting is opgelegd: 3 ************************* AB 1998 no. 50 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 27 januari 2014 ************************* ===================================================================== a. zich op een zondag of een feest- of gedenkdag op een plaats als be- doeld in artikel 5, eerste lid, beschikbaar of bereikbaar te hou- den; b. op een zondag of een feest- of gedenkdag binnen een bepaald gebied te verblijven of zich op bepaalde tijdstippen te melden. 2. Als vergoeding voor een etmaal beschikbaarheid of bereikbaar- heid als bedoeld in het eerste lid, worden vier uren vrije tijd ver- leend. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal berekend per half etmaal, waarbij een tijdvak van minder dan twaalf uren geldt als half etmaal. Voor een half etmaal beschikbaar- heid of bereikbaarheid worden twee uren vrije tijd verleend. 3. Artikel 6, derde lid, is van toepassing. 4. De vrijwillig nadienende dienstplichtige heeft geen aanspraak op de vergoeding in tijd, bedoeld in dit artikel. Artikel 8 De vergoedingen in tijd, bedoeld in deze paragraaf, worden niet vervangen door vergoedingen in de vorm van een uitkering of een toela- ge. § 4. Vergoedingen en toelagen voor vrijwillig nadienende dienstplichtigen Artikel 9 1. De vrijwillig nadienende dienstplichtige heeft naast de ver- goeding, bedoeld in artikel 4, eerste lid, aanspraak op een toelage voor oefenen, indien de daaruit voortvloeiende activiteiten langer dan een etmaal duren. 2. De toelage, bedoeld in het eerste lid, bedraagt Afl. 50,- per etmaal. 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal berekend per half etmaal, waarbij een tijdvak van minder dan twaalf uren geldt als half etmaal. Indien een gedeelte van het oefenen plaatsvindt op een zondag of een feest- of gedenkdag, wordt dat ge- deelte steeds afzonderlijk berekend. 4. De vrijwillig nadienende dienstplichtige die aanspraak heeft op de toelage, bedoeld in het eerste lid, heeft daarnaast geen aan- spraak op een der overige in deze paragraaf bedoelde toelagen. Artikel 10 1. De vrijwillig nadienende dienstplichtige die wachtdienst ver- richt op een zondag of een feest- of gedenkdag, heeft naast de vergoe- ding, bedoeld in artikel 5, tevens aanspraak op een toelage. 2. De toelage voor een etmaal wachtdienst op een zondag of een feest- of gedenkdag bedraagt Afl. 79,-. 3. Indien een wachtdienst minder dan een etmaal duurde, wordt voor de berekening van de toelage een wachtdienst van ten minste vijf- tien achtereenvolgende uren aangemerkt als wachtdienst gedurende een geheel etmaal; voor een wachtdienst van minder dan vijftien achtereen- volgende uren wordt de toelage, genoemd in het tweede lid, gehalveerd. Artikel 11 1. De vrijwillig nadienende dienstplichtige aan wie een verplich- ting is opgelegd, als bedoeld in artikel 7, eerste lid, heeft aan- 4 ************************* AB 1998 no. 50 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 27 januari 2014 ************************* ===================================================================== spraak op een toelage. 2. De toelage, bedoeld in het eerste lid, bedraagt Afl. 20,- voor een etmaal beschikbaarheid of bereikbaarheid op een zondag of een feest- of gedenkdag. 3. Indien een verplichting als bedoeld in het eerste lid, minder dan een etmaal duurde, geldt voor de berekening van de toelage een tijdvak van meer dan twaalf uren als een heel en een tijdvak van min- der dan twaalf uren als een half etmaal; voor een half etmaal beschik- baarheid of bereikbaarheid wordt de toelage gehalveerd. Artikel 12 1. De vrijwillig nadienende dienstplichtige heeft aanspraak op een toelage voor het verrichten van een continu- en ploegendienst, die wordt verricht op een zondag of een feest- of gedenkdag. 2. De toelage, bedoeld in het eerste lid, bedraagt Afl. 20,- per etmaal. 3. Artikel 11, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. § 5. Slotbepalingen Artikel 13 Artikel 23 van het Bezoldigingsbesluit dienstplichtigen (AB 1987 no. 11) vervalt. Artikel 14 1. Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die van zijn plaatsing in het Afkondigingsblad van Aruba en werkt te- rug tot en met 26 februari 1995. 2. Het kan worden aangehaald als Landsbesluit extra beslaglegging dienstplichtigen. 5

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.