ebook img

15.01AB00.065 Lv. bevattende de tekst van de titels 5.4 en 5.5 van boek 5 voor een nieuw Burgerlijk Wetboek van Aruba PDF

2021·0.06 MB·Dutch
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview 15.01AB00.065 Lv. bevattende de tekst van de titels 5.4 en 5.5 van boek 5 voor een nieuw Burgerlijk Wetboek van Aruba

************************* AB 2000 no. 65 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 13 januari 2014 ************************* ====================================================================== Intitulé : LANDSVERORDENING bevattende de tekst van de titels 5.4 en 5.5 voor een nieuw Burgerlijk Wetboek van Aruba Citeertitel: Geen Vindplaats : AB 2000 no. 65 (AB 2001 no. 138) Wijzigingen: Geen ====================================================================== Titel 4 Bevoegdheden en verplichtingen van eigenaars van naburige erven Artikel 37 De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is, aan eigenaars van an- dere erven hinder toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het onthouden van licht of lucht of door het ontnemen van steun. Artikel 38 Lagere erven moeten het water ontvangen dat van hoger gelegen er- ven van nature afloopt. Artikel 39 De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is, aan eigenaars van an- dere erven hinder toebrengen door wijziging te brengen in de loop, hoeveelheid of hoedanigheid van over zijn erf stromend water of van het grondwater. Artikel 41 Van de artikelen 38 en 39 kan bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden afgeweken. Artikel 42 1. Het is niet geoorloofd binnen de in het tweede lid bepaalde afstand van de grenslijn van eens anders erf bomen, heesters of heggen te hebben, tenzij de eigenaar daartoe toestemming heeft gegeven of dat erf een openbare weg of een openbaar water is. 2. De in het eerste lid bedoelde afstand bedraagt voor bomen twee meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom en voor de heesters en heggen een halve meter, tenzij ingevolge een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, of gewoonte een kleinere afstand is toegelaten. 3. De nabuur kan zich niet verzetten tegen de aanwezigheid van bomen, heesters of heggen die niet hoger reiken dan de scheidsmuur tussen de erven. 4. Ter zake van een volgens dit artikel ongeoorloofde toestand is slechts vergoeding verschuldigd van de schade, ontstaan na het tijd- stip waartegen tot opheffing van die toestand is aangemaand. ************************* AB 2000 no. 65 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 13 januari 2014 ************************* ====================================================================== Artikel 43 Onder muur wordt in deze en de volgende titel verstaan iedere van steen, hout of andere daartoe geschikte stof vervaardigde, ondoorzich- tige afsluiting. Artikel 44 1. Indien een nabuur wiens beplantingen over eens anders erf heenhangen, ondanks aanmaning van de eigenaar van dit erf, nalaat het overhangende te verwijderen, kan laatstgenoemde eigenaar eigenmachtig het overhangende wegsnijden en zich toeëigenen. 2. Degene op wiens erf wortels van een ander erf doorschieten, mag deze voor zover ze doorgeschoten zijn, weghakken en zich toeëige- nen. Artikel 45 Vruchten die van bomen van een erf op een naburig erf vallen, be- horen aan hem die de vruchten van dit laatste erf toekomen. Artikel 46 De eigenaar van een erf kan te allen tijde van de eigenaar van het aangrenzende erf vorderen dat op de grens van hun erven behoorlijk waarneembare afpalingstekens gesteld of de bestaande zo nodig ver- nieuwd worden. De eigenaars dragen in de kosten hiervan voor gelijke delen bij. Artikel 47 1. Indien de loop van de grens tussen twee erven onzeker is, kan ieder der eigenaars te allen tijde vorderen dat de rechter de grens bepaalt. 2. In geval van onzekerheid waar de grens tussen twee erven ligt, geldt niet het wettelijk vermoeden dat de bezitter eigenaar is. 3. Bij het bepalen van de grens kan de rechter naar gelang van de omstandigheden het gebied waarover onzekerheid bestaat, in gelijkwaar- dige of ongelijkwaardige delen verdelen dan wel het in zijn geheel aan een der partijen toewijzen, al dan niet met toekenning van een schade- vergoeding aan een der partijen. Artikel 48 De eigenaar van een erf is bevoegd dit af te sluiten. Artikel 49 Ieder der eigenaars van aangrenzende erven kan te allen tijde vorderen dat de andere eigenaar ertoe meewerkt dat op de grens van de erven een scheidsmuur van twee meter hoogte wordt opgericht, voor zo- ver een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, of de gewoonte de wijze of de hoogte der afscheiding niet anders regelt. De kosten van de aanleg van de scheidsmuur komen voor rekening van de eiser, doch de andere eigenaar draagt daarin bij voor zover dit gelet op de eisen van een goed nabuurschap redelijkerwijze van hem kan worden verlangd. 2 ************************* AB 2000 no. 65 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 13 januari 2014 ************************* ====================================================================== Artikel 50 1. Tenzij de eigenaar van het naburige erf daartoe toestemming heeft gegeven, is het niet geoorloofd binnen twee meter van de grens- lijn van dit erf vensters of andere muuropeningen, dan wel balkons of soortgelijke werken te hebben, voor zover deze op dit erf uitzicht ge- ven. 2. De nabuur kan zich niet verzetten tegen de aanwezigheid van zodanige openingen of werken, indien zijn erf een openbare weg of een openbaar water is, indien zich tussen de erven openbare wegen of open- bare wateren bevinden of indien het uitzicht niet verder reikt dan tot een binnen twee meter van de opening of het werk zich bevindende muur. Uit dezen hoofde geoorloofde openingen of werken blijven geoorloofd, ook nadat de erven hun openbare bestemming hebben verloren of de muur is gesloopt. 3. De in dit artikel bedoelde afstand wordt gemeten rechthoekig uit de buitenkant van de muur daar, waar de opening is gemaakt, of uit de buitenste naar het naburige erf gekeerde rand van het vooruitsprin- gende werk tot aan de grenslijn der erven of de muur. 4. Wanneer de nabuur als gevolg van verjaring geen wegneming van een opening of werk meer kan vorderen, is hij verplicht binnen een af- stand van twee meter daarvan geen gebouwen of werken aan te brengen die de eigenaar van het andere erf onredelijk zouden hinderen, behou- dens voor zover zulk een gebouw of werk zich daar reeds op het tijd- stip van de voltooiing van de verjaring bevond. 5. Ter zake van een volgens dit artikel ongeoorloofde toestand is slechts vergoeding verschuldigd van schade, ontstaan na het tijdstip waartegen opheffing van die toestand is aangemaand. Artikel 51 In muren, staande binnen de in artikel 50 aangegeven afstand, mo- gen steeds lichtopeningen worden gemaakt, mits zij van vaststaande en ondoorzichtige vensters worden voorzien. Artikel 52 1. Een eigenaar is verplicht de afdekking van zijn gebouwen en werken zodanig in te richten, dat daarvan het water niet op eens an- ders erf afloopt. 2. Afwatering op de openbare weg is geoorloofd, indien zij niet bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, verboden is. Artikel 53 Een eigenaar is verplicht er voor te zorgen dat geen water of vuilnis van zijn erf in de goot van eens anders erf komt, tenzij hij de bevoegdheid daartoe heeft verkregen. Artikel 54 1. Is een gebouw of werk ten dele op, boven of onder het erf van een ander gebouwd en zou de eigenaar van het gebouw of werk door weg- neming van het uitstekende gedeelte onevenredig veel zwaarder bena- deeld worden dan de eigenaar van het erf door handhaving daarvan, dan kan de eigenaar van het gebouw of werk te allen tijde vorderen dat hem tegen schadeloosstelling een erfdienstbaarheid tot het handhaven van de bestaande toestand wordt verleend of, ter keuze van de eigenaar van 3 ************************* AB 2000 no. 65 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 13 januari 2014 ************************* ====================================================================== het erf, een daartoe benodigd gedeelte van het erf wordt overgedragen. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing, wanneer een gebouw of werk na verloop van tijd over andermans erf is gaan overhel- len. 3. Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing, indien dit voortvloeit uit een op de wet of rechtshandeling gegronde ver- plichting tot het dulden van de bestaande toestand of indien de eige- naar van het gebouw of werk ter zake van de bouw of zijn verkrijging kwade trouw of grove schuld verweten kan worden. Artikel 55 Indien door een dreigende instorting van een gebouw of werk een naburig erf in gevaar wordt gebracht, kan de eigenaar van dat erf te allen tijde vorderen dat maatregelen worden genomen teneinde het ge- vaar op te heffen. Artikel 56 Wanneer het voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van een onroerende zaak noodzakelijk is van een andere onroerende zaak tijdelijk gebruik te maken, is de eigenaar van deze zaak gehouden dit na behoorlijke kennisgeving en tegen schadeloosstelling toe te staan, tenzij er voor deze eigenaar gewichtige redenen bestaan dit gebruik te weigeren of tot een later tijdstip te doen uitstellen. Artikel 57 1. De eigenaar van een erf dat geen behoorlijke toegang heeft tot een openbare weg of een openbaar vaarwater, kan van de eigenaars van de naburige erven te allen tijde aanwijzing van een noodweg ten dien- ste van zijn erf vorderen tegen vooraf te betalen of te verzekeren vergoeding van de schade welke hun door die noodweg wordt berokkend. 2. Indien zich na de aanwijzing van de noodweg onvoorziene om- standigheden voordoen, waardoor die weg een grotere last aan de eige- naar van het erf veroorzaakt dan waarmee bij het bepalen van de in het eerste lid bedoelde vergoeding was gerekend, kan de rechter het bedrag van de vergoeding verhogen. 3. Bij de aanwijzing van de noodweg wordt rekening gehouden met het belang van het ingesloten erf dat langs die weg de openbare weg of het openbare water zo snel mogelijk kan worden bereikt, en met het be- lang van de bezwaarde erven om zo weinig mogelijk overlast van die weg te ondervinden. Is een erf van de openbare weg afgesloten geraakt doordat het ten gevolge van een rechtshandeling een andere eigenaar heeft gekregen dan een vroeger daarmee verenigd gedeelte dat aan de openbare weg grenst of een behoorlijke toegang daartoe heeft, dan komt dit afgescheiden gedeelte het eerst voor de belasting met een noodweg in aanmerking. 4. Wanneer een wijziging in de plaatselijke omstandigheden dat wenselijk maakt, kan een noodweg op vordering van een onmiddellijk be- langhebbende eigenaar worden verlegd. 5. Een noodweg vervalt, hoelang hij ook heeft bestaan, zodra hij niet meer nodig is. Artikel 58 1. De eigenaar van een erf die water dat elders te zijner be- schikking staat, door een leiding wil aanvoeren, kan tegen vooraf te 4 ************************* AB 2000 no. 65 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 13 januari 2014 ************************* ====================================================================== betalen of te verzekeren schadevergoeding van de eigenaars der naburi- ge erven vorderen te gedogen dat deze leiding door of over hun erven gaat. 2. Artikel 57, tweede tot en met vijfde lid, vindt daarbij over- eenkomstige toepassing. Artikel 59 1. Wanneer de grens van twee erven in de lengterichting onder een sloot, rooi of dergelijke watergang doorloopt, heeft de eigenaar van elk van die erven met betrekking tot die watergang in zijn gehele breedte dezelfde bevoegdheden en verplichtingen als een mede-eigenaar. Iedere eigenaar is verplicht de op zijn erf gelegen kant van het wa- ter, de sloot, de rooi of de watergang te onderhouden. 2. Iedere eigenaar is gerechtigd en verplicht hetgeen tot onder- houd daaruit wordt verwijderd, voor zijn deel op zijn erf te ontvan- gen. 3. Een door de eigenaars overeengekomen afwijkende regeling is ook bindend voor hun rechtverkrijgenden. Titel 5 Mandeligheid Artikel 60 Mandeligheid ontstaat, wanneer een onroerende zaak gemeenschappe- lijk eigendom is van de eigenaars van twee of meer erven en door hen tot gemeenschappelijk nut van die erven wordt bestemd bij een tussen hen opgemaakte notariële akte, gevolgd door inschrijving daarvan in de openbare registers. Artikel 61 1. Mandeligheid die is ontstaan ingevolge artikel 60, eindigt: a. wanneer de gemeenschap eindigt; b. wanneer de bestemming van de zaak tot gemeenschappelijk nut van de erven wordt opgeheven bij een tussen de mede-eigenaars opgemaakte notariële akte, gevolgd door inschrijving daarvan in de openbare registers; c. zodra het nut van de zaak voor elk van de erven is geëindigd. 2. Het feit dat het nut van de zaak voor elk van de erven is ge- ëindigd, kan in de openbare registers worden ingeschreven. Artikel 62 1. Een vrijstaande scheidsmuur, een hek of een heg is gemeen- schappelijk eigendom en mandelig, indien de grens van twee erven die aan verschillende eigenaars toebehoren, er in de lengterichting onder- door loopt. 2. De scheidsmuur die twee gebouwen of werken, welke aan ver- schillende eigenaars toebehoren, gemeen hebben, is eveneens gemeen- schappelijk eigendom en mandelig. Artikel 63 1. Het recht op een mandelige zaak kan niet worden gescheiden van de eigendom der erven. 2. Een vordering tot verdeling van een mandelige zaak is uitge- sloten. 5 ************************* AB 2000 no. 65 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 13 januari 2014 ************************* ====================================================================== Artikel 64 Mandeligheid brengt mede dat iedere mede-eigenaar aan de overige mede-eigenaars toegang tot de mandelige zaak moet geven. Artikel 65 Mandelige zaken moeten op kosten van alle mede-eigenaars worden onderhouden, gereinigd en, indien nodig, vernieuwd. Artikel 66 1. Een mede-eigenaar van een mandelige zaak kan zijn aandeel in die zaak ook afzonderlijk van zijn erf aan de overige mede-eigenaars overdragen. 2. Indien een mede-eigenaar hiertoe op zijn kosten wil overgaan uit hoofde van de lasten van onderhoud, reiniging en vernieuwing in de toekomst, zijn de overige mede-eigenaars gehouden tot die overdracht mee te werken, mits hij hun zo nodig een recht van opstal of erf- dienstbaarheid verleent, waardoor zij met betrekking tot de zaak hun rechten kunnen blijven uitoefenen. 3. Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing op een muur die twee gebouwen of werken gemeen hebben, noch op een muur, hek of heg waardoor twee erven van elkaar worden gescheiden. Artikel 67 1. Iedere mede-eigenaar mag tegen de mandelige scheidsmuur aan- bouwen en daarin tot op de helft der dikte balken, ribben, ankers en andere werken aanbrengen, mits hij aan de muur en aan de door de buur bevoegdelijk daarmee verbonden werken geen nadeel toebrengt. 2. Behalve in noodgevallen kan een mede-eigenaar vorderen dat vóór de andere mede-eigenaar begint met aanbrengen van het werk, des- kundigen zullen vaststellen op welke wijze dit kan geschieden zonder nadeel voor de muur of voor bevoegd aangebrachte werken van de eerst- vermelde eigenaar. Artikel 68 Iedere mede-eigenaar mag op de mandelige scheidsmuur tot op de helft der dikte een goot aanleggen, mits het water niet op het erf van de andere mede-eigenaren uitloost. Artikel 69 De artikelen 64, 65, 66, tweede lid, 67 en 68 vinden geen toepas- sing voor zover een overeenkomstig artikel 168 van Boek 3 getroffen regeling anders bepaalt. 6

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.