1283. 1388 maart 17 - 20. Arnold van Alpen, heer te Hönnepel, draagt aan Willem, hertog van Gelre, in leen op de heerlijkheid Hamb (kerspel Kapellen, land van Geldern); Willem beleent hem daarmee. Nettesheim; Geldern 2e druk p 20 naar Nijhoff III nr 126; Geldrischer Heimatkalender 1963 p 187. 1284. 1388 april 21. Steven van den Eger wordt beleend (door de hertog van Gelre) met: - de hof te Kedichem ca.; - de hof te Boestegen, die Heinric van Mirlair, bastaard, in leen houdt; - een erf genaamd die Dyckael, zoals die van Voshem van de hof van Kedichem in leen houden; dit goed is gelegen te Pont en Walbeek. Leenacten 1376 - 1402 p 38. 1284A. 1388 mei 7. op onss heren hemelvaertsdach Voor Willem van Gulik, hertog van Gelre, en leenmannen Gherit heer van Werdenberge en Johan van Bylant Johanszoon, draagt Heinrich Schenck van Nydeggen, ridder, over aan Elbert van Eyle Evertszoon de hof toe Munster en verdere goederen in de voogdij van Geldern en in de gerichten Pont en Veert. Scheres nr 1563. 1285. 1388 mei 10. Willem, heer van Wevelinghoven, getuigt onder ede, dat hij ge zien heeft, dat de hertogen Heinald en Eduard van Gelre te "Hülch- rath voor wijlen Willem, aartsbisschop van Keulen, hun lenen van Keulen hebben afgestaan en verheven. Regesten EB Köln IX p 428. 1285A. 1388 mei 13. des neesten guedensdaichs na ons heren hemelvairt Henrich die Schenke van Nyedegghen, ridder, en Aleyt van Rade, echtelieden, dragen over aan Elbrecht van Eyle hun leengoede ren van de hertog van Gelre onder Veert. Oorkonders: richter en gemene schepenen van Veert. Zegelaars: Verkopers, Peter Boycholt, richter, en twee schepe nen van Geldern. Scheres nr 1530. 1285B. 1388 mei 14. des neesten donresdaichs na ons heren hemelsvaert Henrich die Schenke van Nyedeghen en Aleyt van Rade dragen over aan Elbrecht van Eyle de hof tot Munster c.a. in de voogdij van Geldern, leenroerig aan de hertog van Gelre. Oorkonders: richter/voogd en gemene schepenen van Geldern- -laeri. Zegelaars: Verkopers en Henrich van Kedichem, voogd, en schependomszegel der voogdij. Scheres nr 1566. 1285C 1388 mei 23. des neysten satersdaichs na pinxten Sander van Kodichaven Sanderszoon, ridder, zal Harman van Boytbergh en Gosen van Adendonck schadeloos houden wegens borg staan bij Geryt des Vaichts Gerytssoen. Scheres nr 1167. 1285D. 1388 juni 18. des donresdags na viti martiris Alit van Raede, vrouw van Henric Schinck van Nyedegghen, rid der, kwiteert Elbert van Eyl Evertszoon wegens ontvangst van 370 oude gouden schilden. Scheres nr 1348. 1285E. 1388 juni 24. op sente johansdach baptiste to midderzomer Belia van Hoenselair, weduwe van Heinric Wolfs, attesteert over Hoyckenvelt en Hoyckenbaent. Oorkonders: Sander van Vossen, ridder, en schepenen van Stra len. Scheres nr 2091. 1286. 1388 tot eind juni en september 22 - 30. Een Frans leger onder de hertog van Orleans rukt Luxemburg binnen om Gelre te beoorlogen. De eerste aanval was gericht op Gulik. De bisschop van Luik, Arnold van Horn, was Frans bondgenoot, doet eveneens een inval. Hendrick van Wickrath, ambtman van Kriekenbeck, trekt op 10 mei naar Lobberich en van daar naar Erkelenz, blijft er 7 dagen en keert terug. Toen de Franse koning na wapenstilstand met Gulik verder op trok tegen Gelre, riep Venlo de ambtman in de stad; die stond er met 40 lansen, totdat hertog Willem van Gelre zelf kwam en spoedig daarna na bemiddeling van Frederik van Saarwerden, aartsbisschop van Keulen, vrede sloot met Frankrijk. Grefrath p 22, 1287. 1388 juli - augustus. Nadat Willem hertog van Gelre einde juni 1388 bij Ravenstein aan de Maas een overwinning heeft behaald op troepen van Jo- hanna, hertogin van Brabant, die de door Geldersen bezette stad Grave belegerden, verzamelt Willem een groot leger, waar mee hij Brabant verwoest en plundert. In dat leger bevinden zich o.a. Frederik, aartsbisschop van Keulen, de bisschop van Utrecht, de aartsbisschop van Bremen, de bisschop van Munster, de abt van Prüm, Adolf graaf van Kleef, de graaf van Meurs. Regesten EB Köln IX p 437/8. 1288. 1388 juli 25. Sibert van Kessel als man en momber van Gerarda van der Hallen verheft (in het kasteel Horn) een molen en hof te Dpitter voor de bisschop van Luik als Loons leen. Oude Land van Loon 1978 p 159/60. 1289. 1388 augustus 19 (bij de kapel van St. Nicolaas in het land van Kempen) Willem van Gulik, hertog van Gelre, wordt door Frederik, aarts-' bisschop van Keulen, beleend met zijn Keulse lenen. Onder de getuigen o.a.: Willem, heer van Broekhuizen, Hendrik en Johan, heren te Wickrath, Hendrik, voogd te Neersen. Regesten EB Köln IX p 439/40. 1290. 1388 september 22 - 30. Willem, hertog van Gulik, oorkondt, dat na de aanzegging van vete door zijn oudste zoon (Willem) hertog van Gelre aan ko ning Karel VI van Frankrijk en na de oorlog van zijn zoon tegen de hertogin van Brabant, na bemiddeling zijnerzijds tussen par tijen, na de inval van de koning in het land van Gulik, de be middeling tot vrede door de aartsbisschop van Keulen en de graaf van Sponheim, een vredesverdrag is gesloten met de koning, diens ooms, de hertogen van Berry en Bourgondië en met de hertogin van Brabant: 1. de hertog van Gulik en zijn jongste zoon (Reinald van GulikJ vragen vergiffenis; 2. Willem en Reinald, de zoon, worden vazal van de koning en diens ooms tegen een ieder, uitgezonderd de rooms koning, het rijk, de paltsgraaf, de aartsbisschop van Keulen en de heer van Luxemburg; 3. zij zweren, dat de aanzegging van vete door de hertog van Gelre zonder hun toestemming geschiedde; 4. op verlangen van de koning zweren 20 a 30 Gulikse ridders, dat de hertog zonder arglist handelde; 5. de hertog zweert, dat hij geen macht over de hertog van Gel- re heeft; 6. de hertog zal bevorderen, dat zijn zoon als hertog van Gel- re de koning huldigt en hét bondgenootschap met Engeland opgeeft; 7. de hertog en hertogin van Gulik zullen bevorderen, dat de beslissing in het geschil tussen Brabant en Gelre aan de koning wordt voorgelegd; 8. alle onderdanen van Gulik, die vijanden zijn van Brabant, dient de hertog te dwingen de vete neer te leggen en de hulp aan Gelre te staken; 9. als de hertog punt 6 niet kan uitvoeren, geeft hij d eves tingen Dahlen, Mönchengladbach, Duiken en Hambach, over aan de koning, zolang de oorlog tegen Gelre duurt; 10. lenen, gevangenen, vestingen en steden, ontvangt de hertog terug na beëindigen van de oorlog zonder aanspraak te kun nen maken op schadevergoeding; 11. geschillen over eigendommen tegen de hertogin van Brabant legt de hertog voor aan de koning ter beslissing; 12. Brabant zal de oorlog tegen Gulik staken en omgekeerd; 13. over 1-12 zijn partijen het eens; 14. als de koning het aanneemt zal hij de hertog en diens on derdanen geen schade meer doen; 15. gedurende de oorlog levert de hertog proviand aan de tegen standers van Gelre tegen aannemelijke prijzen; 16. hertog, hertogin en jongste zoon Reinald bezweren de punten te houden. Regesten EB Köln IX p 442/3. 1291. 1388 eind september/begin october. Johan^Scheiffart, heer van Hemmersbach, bevelhebber van een bour- gondische strijdmacht van circa 220 ruiters, opererende vanuit ' Gangelt. Willem de la Tremoille heeft ook een afdeling van cir ca 220 man onder zijn bevel. Domsta I p 71. 1292. 1388 october 12. Wilhelmus, oudste zoon van Gulik, hertog van Gelre en graaf van Zutphen, verklaart met Karolus, koning van Frankrijk, een ver bond te hebben gesloten. De geschillen met Johanna, hertogin van Brabant, legt hij ter beslechting voor aan genoemde koning, aan de aartsbisschop van Keulen, de hertog van Lotharingen, de heer de Coriacus en Guido de la Tromollie; hij stelt de koning in het bezit van de stad Grave. Wenemarus van Cuyk of diens zoon kreeg die stad in leen van de hertogin van Brabant. Hij stelt Arnoldus de Hoemen, ridder, in handen van de koning teneinde te oordelen of die wegens vijandschap tegen de herto gin zijn lijf heeft verloren. Doorninck, acten 1376/92 p 193/5. 1293. 1388 october 18. Henrich van Steenbergen, proost van Oudmunster te Utrecht, Ghe- rit heer van Culenborch en van der Leek, Henrich heer van Ghe- men, Gherit heer van Weerdenbergh, Wouter van Ysendaren, Johan van Hoenseler genaamd van den Velde, ridders, Derich van Wyssch en Willem van Ysendaren, knapen, oorkonden gezamenlijk aan Jo han van Bruechusen, ridder, heer te Wickrath, schuldig te zijn 8400 oude gouden franken, waarvan ze de helft zullen betalen op Kerstmis e.k. en de rest op St. Petrus ad cathedram; bij ver zuim zullen zij te Keulen of Wickrath in herberg in leisting gaan. Na verloop van termijn mag de heer van Wickrath de som bij joden lenen, waarvan de rente ten laste van de schuldenaren komt. Doorninck, acten 1376/92 p 239/43. 1294. 1388 november 12. op andach sancte martena dach ende hiemalia Willem van Gulik hertog van Gelre verkoopt aan Jacob van Mont- , fort, raad, Huis en burcht Baerlo in het land van Kessel met de heerlijkheid, bossen, vissen, weiden goederen en toebehoren, zoals wijlen Willem van Baerlo het tijdens diens leven bezat. Reinald IV hertog van Gulik en Gelre bevestigt de verkoop ten ten behoeve van Egbert van Montfort, zoon van Jacob, 1411 april 30 (donredaghs nae den sonnendaege misericordias domini). Publications XXXIII p 412/14; Publications CIX p 176. 1295. 1388 november 18. Johannes (van Hoentseler genaamd van den Velde, ridder, raad, drost van Geldern) doet rekening; de hertog blijft hem schul dig 1321 oude schilden en 34 heren groot. Doorninck, acten 1376/92 p 102. 1296. 1388, 1394, 1397, 1399. Willem hertog van Gelre schenkt de stad Geldern sommen geld en hout voor versterking der vestingwerken. Nettesheim; Geldern 2e druk p 49 noot 25. 1297. 1389 februari 6. Johan, heer te Rheydt, oorkondt met Frederik, aartsbisschop van Keulen, overeengekomen te zijn gedurende 2 jaren geen vete te doen tegen de aartsbisschop, het aartsstift of de onderda nen daarvan. Na die tijd moet hij vete een maand tevoren aan kondigen en 200 rij*sguldens betalen alvorens schade aan te richten. De overeenkomst geldt niet jegens de hertog van Gu- lik. Indien Gulik tegen de aartsbisschop strijdt, mag Johan Gulik helpen, omdat het slot Rheydt open huis van Gulik is. Medezegelaars: Scheiffart van Merode, ridder, heer te Hemmers- bach, zijn schoonvader; Engelbert van Orsbeck, Scheiffart (van Merode) de Jonge, zijn zwagerJ en Harpers van Halle, keuken meester van de aartsbisschop. Regesten EB KSln IX p 466/7. 1298. 1389 februari 9. Johan, heer van Rheydt, kwiteert de aartsbisschop van Keulen voor 100 gulden voor ontvangst wegens zijn oorvede en de acte van 1389 februari 6 (regest nr 1297)* Idem op 3 maart voor 100 gulden. Regesten EB Köln IX p 467, 469, 1299. 1389 maart 16. Wolter van Vossem Sanderszoon, ridder, en Margaretha zijn vrouw, verklaren voldaan te zijn van de aanspraken, die hun vader San- der van Vossem mocht hebben op geld of andere zaken op het ambt Straelen. Nijhoff III - 143. 1300. 1389 maart 22. Heren, ridders, knechten en steden van Gelre (en Zutphen^ ver klaren hertog Willem tegemoet te willen komen voor de kosten, gemaakt wegens zijn gevangenschap in Pruisen: wie 100 oude schilden gegoed is, geeft £8=6 Gelderse guldens; wie tot 75 " " " £6=4i " " - 5 wie " 50 " " " £4=3 " " ! 5 wie " 25 " " " £2=1^ De pondschatting zal als gebruikelijk gezet en geheven worden; in ieder kerspel taxeren en ontvangen 2 mannen het en doen daar van rekening. De hertog moet zijn gemaakte kosten eerst aantonen. Niederrheinischer Geschichtsfreund 1884 p 63. 1300A. 1389 maart 22... des neesten manendaichs na oculi in der vasten Johan van Aferden en Peter to Eyle attesteren over de inkomsten van het goed Honkenguet in het gericht van Pont, eigendom van Henrich Schenk van Kyedegghen. Oorkonders: schepenen van Geldern. Scheres nr 1531. 1301. 1389 april 6. Frederik aartsbisschop van Keulen zoent ten behoeve van Hen drik, heer te Gronsveld, de dood van diens broer Johan, heer te Gronsveld. De daders: Stats en Godart van den Bongart en Godart van Schönau (Schonauwe)., ridders, dienen 2 jaren aan de andere zijde van de Alpen te blijven en in de hof van Schó'nforst te Aken een altaar met eeuwige mis en verlichting te stichten. Regesten EB Köln IX p 474. 1302. 1389 juli 12. (Heynrich Schencke van Nyetdeicken genaamd van Floershem, ridder, ) verkoopt aan Elbrecht van Eyll Evertszoon de hof te Munster (later Münstermanshof genaamd) in de voogdij van Geldern, leenroerig aan de hertog van Gelre. Schenk p 32. 1303- 1389 november 25. Margaretha van Horn, abdis van Thorn, oorkondt, dat voprhaar leenmannen, Marselis van Osen en Dyderieh van Kerchorne, Heyn rich van Osen, het stift van Thorn heeft gegoed in 18 bunders land alsmede in 2 laatgoederen, rentende 's jaars 7'i" oude groten, 2 kapoenen, 2 keurmeden en 1/10 hoender. Daartegenover draagt het stift aan Heynrich over zijn hof in genen Weerde bij (Maas)bracht. Habets; Thorn p 292. 1304. 1389 - 1398. De stad Geldern laat aanleggen c.q. bouwen: 1389 - 1390 bestrating in de Gelderstraat; 1397 een school; 1398 een vleeshal. Nettesheim; Geldern. 1305. 1390 januari 3. Willem van Gulik (hertog van Gelre) oorkondt, dat zijn ouders met schepenen van Echt en Steven Stevens Joistsoen, burger te Roermond, en Lyse, echtelieden, een overeenkomst hadden geslo ten over het verplaatsen van een watermolen te Echt, eigendom van zijn ouders. De molen te Ramerssum met het (ban-)gemaal van de laten, wordt nu tegen 7 malder rogge echter maat in erf- pacht uitgegeven aan Steven, te weten de grond, waarop de molen staat met cijns, keurmede en kapoenen, die hem betaald moeten worden, welk goed behoort bij een leen, dat men houdt van de heer van Horn. Doorninck, acten 1377/97 P 42/3. 1305A. 1390 januari 18. prpxima die post festum beati anthonii Harman van Eyl zal Harman van Budebergh schadeloos houden we gens borg staan bij Johan van Bruychusen Johanszoon. Scheres nr 2362. 1306. 1390 februari 1. Willem (van Gulik, hertog van Gelre) staat zijn muntmeesters Schakart van Stramprade en Arnt van Wirt Johanssoen toe, te Arnhem nobels, halve nobels en kwart nobels te slaan; er gaan 32 nobels uit een (gewichts)mark (goud) van 24-g" karaat. Verder zullen zij slaan herengroten van 4 penningen en 8 grein koningszilver (gewicht), idem •§- herengroot. ïïit een trooise(ge- wichts) mark gaan 106 herengroot. Ook zullen ze duiten slaan van 4lg- penning koningszilver (gewicht) 2 grein meer of minder; • 100 duiten gaan er uit een (gewichts) mark. De jurisdictie over de muntmeesters behoudt de hertog aan zich, uitgezonderd bij verkrachting, doodslag en diefstal. De muntmeesters doen rekening aan de vaardijn. Alle kooplieden, die materiaal brengen voor de munt te Arnhem, hebben vrijgeleide. De hertog ontvangt aan sleeschat 1/3 nobel per mark goud en 6 herengroot per mark zilver. Gadert van Stramprade, muntmeester, stemt met de regeling in. Doorninck, acten 1376/92 p 42/4. 1306A. 1390 februari 21. des neisten manendaigs nae valentinii Dederic van den Iseren geeft kwijting aan Johan en Herman van Boidbergh, gebroeders, wegens aflossing van 20 oude gouden schilden door Henric van Joicraem namens de gebroeders. Scheres nr 2363. 1307. 1390 februari 26. Reynald van Valkenburg, heer van Born en Sittard, is Emont van Endelsdorp, ridder, wegens diensten 25 brabantse dubloenen ver schuldigd en zal die betalen uit de opbrengst van de korenmolen V' te Sittard. Diersfordt p 23. 1307A. 1390 maart 12. die beata gregorii pape Johan van Wijenhorst, erfmaarschalk van Berg, zal Herman van Boytbergh schadeloos houden wegens borgstelling bij Goswijn van Peelden genaamd Cluet. Scheres nr 1168. 1308. 1390 april 18. Willem (van Gulik, hertog van Gelre) stelt op verzoek van Hen- ric van der Straten, ridder, diens zoon Johan van der Straten als ambtman te Goch, Weeze, Asperden en Mook op dezelfde voor waarden als diens vader dat ambt bekleedde. • Doorninck, acten 1376/92 p 163/4; acten 1377/97 p 36/7; Geldrischer Heimatkalender 1973 p 107. 1309. 1390 april 20. Willem van Gulik, hertog van Gelre, machtigt Johan van Hoent- seler genaamd van den Velde, ridder, drost van Geldern, tot het bestuur van Gelre en Zutphen gedurende de tijd, dat de hertog buitenslands is om te spreken met de koning van Engeland en an dere heren aldaar. Doorninck, acten 1376/92 p 160/2. 1310. 1390 meit 3. Nese van Engelsdorf (Endelsdorp), echtgenote van Godart van den Bonngart, ridder, Bele van Putte, echtgenote van Statz van "Bonn- gart, ridder, Johan Masschareil, heer te Herzogenrath, broer van Godart van Schönau (Schoenauwen), ridder, oorkonden, dat aarts bisschop Prederik van Keulen in zijn zoen wegens de dood van Jo han, heer van Gronsveld, aan de gebroeders Godart en Statz en Go dart van Schönau heeft opgelegd voor het zieleheil van wijlen Johan van Gronsveld een altaar te stichten te Aken en een eeuwi ge mis met verlichting te funderen. Om andere oorzaken zijn de genoemde ridders overzee op bedevaart en kunnen de voorgeschre ven fundatie niet uitvoeren. Oorkonders stichten derhalve in de kapel van de hof van Schönforst te Aken een altaar ter ere van Marie en de H.H. Georgius en Christophorus; voor de priester funderen ze 28 rijnsguldens 's jaars en voor de verlichting 2 rijnsguldens op met name genoemde goederen. Borgen: Johan van Kynsswilre, ridder, Johan van Kynsswilre, kna- pe, Johan van Putte, ridder, Gerard, zoon van de voogd van Roer- mond, zwager van Bele van Putte, Winand van Raed, proost van St. Servaas te Maastricht en Gilles van dem Wijer, ridder. Regesten EB Köln IX p 521. 1310A. 1390 mei 24. op sente urbaensavonde des heylighen pauwes ende mertelers Henrich Hessel van Goch en Aleyt, echtelieden, verkopen aan Henrike den Mey, burger van Goch, ten behoeve van Jutte, oud ste dochter van Elbrecht van Eyle Evertszoon, erf en goed ca. genaamd to Coelen in de voogdij van Geldern in de honschap Seeveten. Oorkonders: Geryt die Vaicht die Jonghe, richter van Pont en Veert, en schepenen van Pont en Veert. Zegelaars: de richter en twee schepenen van Geldern. Scheres nr 1528. 1310B. 1390 mei 26. des neesten donresdaichs na urbani pape et martiris Voor Wilhem van Eyle, ridder, leenheer, en Didderic van Eyle Sanderszoon en Johan van Leut (leenmannen) verkopen Heinrich Hessel van Goch en Aleyt, echtelieden, aan Jutte, oudste doch- • ter van Elbrecht van Eyle Everartszoon, het goed te Coelen in de voogdij van Geldern in de honschap Sevelen, leenroerig van Wilhem voornoemd. Zegelaars: de leenheer, de eerste leenman en Geryt die Vaicht die Alde. Scheres nr 1529. I3IOC. 1390 juni 2. ipso die sacrament! Heynken Schillinck en Griete, echtelieden, verkopen 10 morgen akkerland te Urdingen. Oorkonders: schepenen van Urdingen. Scheres nr 2084. 1311. 1390 juü 20. Willem, hertog van Gelre, geeft de stad Geldern voor 8 jaren het gruitrecht tegen 100 mark brabants 's jaars in pacht; alle ( bier in het ambt Geldern moet met gruit van Geldern worden ge brouwen. Nettesheim; Geldern 2e druk p 338; Doorninck, acten 1376/92 p 173/4 en 321/2.
Description: