Alcohol- en andere drugpreventie in het onderwijs VAD 2007 Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen vzw Vanderlindenstraat 15 | 1030 Brussel | T 02 423 03 33 | F 02 423 03 34 | [email protected] | www.vad.be Inhoudstafel Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen vzw p. 1 Jongeren, alcohol en andere drugs: een situatieschets p. 2 Drugpreventie op school: een beleidsmatige aanpak p. 4 Ondersteunings- en opleidingsaanbod p. 6 Contactgegevens regionale preventiewerkers verbonden aan de p. 7 Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg Leden van VAD met een aanbod op het vlak van preventie p. 9 Materiaal p. 11 Beleidsgeoriënteerd materiaal p. 11 Didactisch materiaal p. 13 Informatieve en sensibiliserende websites p. 17 Ouders en andere opvoeders p. 19 Achtergrondinformatie p. 21 1 Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen vzw De Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen vzw (VAD) overkoepelt het merendeel van de Vlaamse organisaties die werken rond de thematiek van alcohol, illegale drugs, psychoactieve geneesmiddelen en gokken, elk vanuit hun eigen invalshoek: opzetten van registratie of onderzoek, uittekenen van preventieprogramma's, hulp op maat, ... Sommige leden van VAD hebben ook een aanbod op het vlak van preventie. VAD tracht dit alles op elkaar af te stemmen. Cruciaal hierbij zijn studie en onderzoek, uitstippelen van een preventie- en hulpverleningsaanpak, vorming en beleidsvoorbereiding. Onderwijs is één van de maatschappelijke sectoren waarin VAD actief preventie ondersteunt. VAD werkt hiervoor nauw samen met regionale preventiewerkers, verbonden aan Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG). Bij de DrugLijn, een initiatief van VAD, kan iedereen terecht met zijn vragen over alcohol en andere drugs: Wat doe ik in een crisissituatie? Hoe doe ik aan preventie op school? Waar kan ik informatiemateriaal bekomen? Het team van de DrugLijn biedt een persoonlijk en snel antwoord op maat. U kan bij de DrugLijn ook terecht voor een anoniem, objectief en vertrouwelijk gesprek. Zij kunnen concrete informatie en/of individueel advies geven. Alcohol-en andere drugpreventie in het onderwijs | Ondersteuningsaanbod en materiaal | VAD 2007 2 Jongeren, alcohol en andere drugs: een situatieschets1 Jongeren grijpen gemakkelijker naar genotmiddelen, en dit heeft te maken met een maatschappelijke trend. Het gaat in hoofdzaak over alcohol-, tabak- en medicatiegebruik, maar ook over het gebruik van cannabis en, zij het in heel beperkte mate, andere illegale drugs. Alcohol Van alle legale en illegale drugs blijft alcohol nog steeds de nummer één. Op 15-16 jaar heeft bijna iedere leerling al eens alcohol gedronken. Aangezien bijna twee derde van de 12- jarigen zegt ooit alcohol te hebben gedronken, mogen we ervan uitgaan dat een relatief groot deel onder hen in contact is gekomen met alcohol op lagereschoolleeftijd. Verder treedt met de stijging van de leeftijd ook een verandering op in het gebruikspatroon: onder oudere leerlingen treffen we opvallend meer regelmatige alcoholdrinkers aan. Bijna de helft van de 17-18-jarige leerlingen drinkt minstens eenmaal per week alcohol. Er zijn ongeveer evenveel jongens als meisjes die alcohol drinken, maar er zijn dubbel zoveel jongens als meisjes die regelmatig alcohol drinken. Tussen de onderwijsvormen zien we ook verschillen, die in grote mate -maar niet helemaal - kunnen worden verklaard door een verschil in leeftijd. De gemiddelde leeftijd is het hoogst in het BSO, gevolgd door respectievelijk het TSO en het ASO. Wat vooral opvalt, is dat significant meer BSO-leerlingen op regelmatige basis alcopops en sterkedrank drinken, zelfs wanneer we rekening houden met de leeftijd. Tabak Vier op de tien leerlingen heeft al ooit gerookt. Het aantal rokers stijgt sterk met de leeftijd - vooral tussen 12-14 jaar en 15-16 jaar - en de meesten roken dagelijks. Op het vlak van roken zijn er nauwelijks verschillen tussen jongens en meisjes. Wanneer we tabak vergelijken met alcohol, zien we dat het gebruikspatroon van beide legale genotmiddelen erg verschillend is. Er zijn meer leerlingen die stoppen met roken dan leerlingen die stoppen met alcohol drinken. Voor tabak is er in elke leeftijdsgroep een duidelijke groep stoppers. Verder is de groep regelmatige rokers erg groot (zes op de tien rokers rookt regelmatig), wat uiteraard te maken heeft met het erg verslavende effect van nicotine. 1Cijfergegevens syntheserapport schooljaar 2005-2006 (VAD, 2007). Alcohol-en andere drugpreventie in het onderwijs | Ondersteuningsaanbod en materiaal | VAD 2007 3 Over de zes schooljaren heen is het globale percentage leerlingen dat rookt gedaald. Deze daling doet zich vooral voor tot 16 jaar en vinden we niet terug in het BSO. Psychoactieve medicatie Het aantal leerlingen dat ooit medicatie heeft gebruikt is vrijwel even hoog als het aantal dat ooit alcohol heeft gedronken. Maar hier houdt de gelijkenis op. Hoewel medicatiegebruik toeneemt met de leeftijd, is er over de leeftijden heen geen stijging in de frequentie van gebruik: medicatie wordt op alle leeftijden hoofdzakelijk occasioneel gebruikt. Bovendien is er een duidelijke groep leerlingen voor wie medicatiegebruik langer dan een jaar geleden is. In de meeste gevallen gaat het om lichte pijnstillers, die - in tegenstelling tot de andere bevraagde geneesmiddelen - zonder doktersvoorschrift kunnen worden gekocht. Er is een duidelijk verschil tussen jongens en meisjes op het vlak van medicatiegebruik: er zijn meer meisjes die medicatie nemen; het gaat dan vooral om lichte pijnstillers. Er is één uitzondering: opwekmiddelen worden meer door jongens dan door meisjes gebruikt. In het medicatiegebruik heeft zich de afgelopen zes schooljaren geen stijging of daling voorgedaan. Illegale drugs Het gebruik van illegale drugs beperkt zich in grote mate tot het gebruik van cannabis. Het gebruik van andere illegale drugs dan cannabis is over het algemeen een marginaal en occasioneel gebeuren. Cannabis daarentegen is een gekend product voor een niet onbelangrijke groep jongeren. Tussen de leeftijd van 14 en 18 jaar stijgt het ooit-gebruik van cannabis van één op de negen naar bijna één op de twee. Meer dan vier op de tien leerlingen die ooit cannabis gebruikten, zijn daar weer mee gestopt. Het gaat hier vooral om experimenteren. Zeven op de tien laatstejaarsgebruikers gebruiken cannabis op occasionele basis. Er zijn opvallend meer jongens dan meisjes die cannabis, zowel occasioneel als regelmatig, gebruiken. Tussen schooljaar 2000-2001 en schooljaar 2005-2006 is het globale percentage leerlingen dat illegale drugs gebruikt gedaald. Voor cannabis, de meest gebruikte illegale drug, deed zich een daling voor zowel van het ooit-gebruik als van het laatstejaarsgebruik en het regelmatig gebruik. Deze daling kwam het meest tot uiting in de leeftijdscategorie 15-16 jaar en dit bij jongens en bij meisjes. We zien een duidelijk verschil in cannabisgebruik tussen de drie onderwijsvormen, zelfs na controle op leeftijd: dat ligt het hoogst in het BSO en het laagst in het ASO. Het gebruik van de andere illegale drugs - een eerder marginaal fenomeen in het secundair onderwijs - is eveneens afgenomen, met name vooral het gebruik van trips en van amfetamines. Alcohol-en andere drugpreventie in het onderwijs | Ondersteuningsaanbod en materiaal | VAD 2007 4 Drugpreventie op school: een beleidsmatige aanpak Omgaan met alcohol en andere drugs blijft een uitdaging voor elke school: optreden bij grensoverschrijdend gedrag en ondersteunen van leerlingen met problemen door alcohol-of ander druggebruik enerzijds, maar anderzijds ook leerlingen aanzetten tot bewust, weloverwogen en verantwoordelijk gedrag. Want alcohol en andere drugs houden, in meerdere of mindere mate, risico's in voor de gezondheid en het welzijn van de leerling en de (school)omgeving én beïnvloeden het functioneren van de leerling op school. Effectieve drugpreventie vereist dan ook een beleidsmatige aanpak met een werking op verschillende niveaus: consequent regulerend optreden binnen een normatief kader, vroegtijdig interveniëren en aanbrengen van kennis, attitudes en vaardigheden. Een Drugbeleid Op School (DOS) Het concept Drugbeleid Op School biedt scholen een concreet handvat voor het beleidsmatig werken rond alcohol- en andere drugs. Een Drugbeleid Op School is opgebouwd rond drie pijlers: ‘regelgeving’, ‘begeleiding’ en ‘educatie & structurele maatregelen’. De drie pijlers zijn belangrijk en complementair. De ene pijler kan de andere niet vervangen. Het succes van het beleid neemt toe naarmate de drie pijlers evenwichtig worden uitgewerkt. Regelgeving In deze pijler verduidelijkt de school welk gedrag met betrekking tot drugs en druggebruik verwacht wordt en bakent de school af welk gedrag onaanvaardbaar is. Met andere woorden: wat zijn de regels met betrekking tot bezit, gebruik, onder invloed zijn, delen en dealen van genotmiddelen op school? Gelden dezelfde regels voor de verschillende middelen en voor de verschillende leeftijdsgroepen? Waar en wanneer gelden deze regels? De school bepaalt ook de procedures die gevolgd worden wanneer deze regels worden overschreden. Een duidelijke taakverdeling rond wie reageert en hoe er gereageerd wordt, zorgt voor een transparante en consequente aanpak. Schoolteam, leerlingen en ouders weten waar ze aan toe zijn. Begeleiding In deze pijler tekent de school de stappen uit die ondernomen worden wanneer de school bezorgd is over een leerling die minder goed functioneert ten gevolge van drugproblemen. Er wordt stilgestaan bij wie welke taak en rol opneemt bij het opvolgen en het signaleren van Alcohol-en andere drugpreventie in het onderwijs | Ondersteuningsaanbod en materiaal | VAD 2007 5 verminderd functioneren, het begeleiden en eventueel doorverwijzen van leerlingen met drugproblemen. ‘Minder functioneren ten gevolge van drugproblemen’ gebruiken we in zeer brede betekenis. Drugbezit of onder invloed zijn op school is slechts één manier waardoor een drugprobleem zich kan manifesteren. Het feit dat een leerling een drugprobleem heeft, kan zich op verschillende manieren uiten: leergedrag (bijvoorbeeld spijbelen), sociaal gedrag (bijvoorbeeld agressie), organisatie (bijvoorbeeld vanalles vergeten), uiterlijk (bijvoorbeeld vlekken op kledij), buitenschools gedrag (bijvoorbeeld stopzetten van hobby), emotie & expressie (bijvoorbeeld nerveus zijn) en lichamelijk voorkomen (bijvoorbeeld onder invloed zijn). Om deze wijzigingen in het globale gedrag en voorkomen van de leerling te kunnen omvatten spreken we over ‘verminderd functioneren'. Door het functioneren van de leerling op te volgen, komen problemen met drugs en druggebruik sneller in het vizier van de school. Educatie & structurele maatregelen In de pijler educatie & structurele maatregelen tekent de school een actieplan uit voor het werken aan drugeducatie naar alle leerlingen, ondersteund met structurele maatregelen. Met dit actieplan zorgt de school voor een continu, effectief preventieaanbod op lange termijn. Bovendien maakt het actieplan het aanbod en de inspanningen van de school ook duidelijk zichtbaar. Drugeducatie omvat het sensibiliseren en informeren van leerlingen en het werken rond attitudes en vaardigheden. Drugeducatie kan in verschillende vakken aan bod komen of via vakoverschrijdende projecten. Structurele maatregelen zijn gericht op het creëren van een ondersteunende omgeving voor de leerling(en). Werken aan een ondersteunende schoolomgeving kan door te werken aan een positieve school- en klassfeer, het opstarten en ondersteunen van de leerlingenraad … Alcohol-en andere drugpreventie in het onderwijs | Ondersteuningsaanbod en materiaal | VAD 2007 6 Ondersteunings- en opleidingsaanbod Voor ondersteuning bij het uitwerken, optimaliseren en implementeren van een drugbeleid op maat van uw school, kan u een beroep doen op de regionale preventiewerkers verbonden aan de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG). De preventiewerker begeleidt de school als coach en treedt op als inhoudelijk deskundige inzake de drugthematiek, de inhoud van het drugbeleid en vormingsmogelijkheden. Praktische modaliteiten worden steeds in onderling overleg bepaald. De regionale preventiewerkers bieden ook vormingen aan voor directie, leerkrachten, CLB-medewerkers … om u als school te helpen het drugbeleid concreet in te vullen. Daarbij is er ook aandacht voor netwerking, ondersteuning en vorming van de schoolomgeving (bijvoorbeeld de ouders). Praktische modaliteiten worden steeds in onderling overleg bepaald. Sinds 1999 biedt VAD alle Vlaamse secundaire scholen de mogelijkheid om gratis deel te nemen aan de leerlingenbevraging. De leerlingenbevraging is een instrument in het kader van een drugbeleid op school (DOS). Werken aan een drugbeleid op school impliceert het doorvoeren van een verandering in de school. Of het nu gaat over het bijsturen van een bestaand beleid of de prille ontwikkeling van een drugbeleid, het gaat steeds om een complex proces. Wanneer de school een proces van verandering doorvoert, is het een absolute meerwaarde om de beginsituatie en de specifieke noden en behoeften van de school in kaart te brengen. De leerlingenbevraging is een instrument op maat van de school dat: een situatieschets geeft van het middelengebruik binnen de leefwereld van de leerlingen; ondersteuning biedt bij het uitwerken of bijsturen van het drugbeleid door het in kaart brengen van de positieve aspecten, maar ook mogelijke knelpunten en noden op het gebied van regelgeving, begeleiding, educatie en structurele maatregelen; de participatie van leerlingen aan het drugbeleid op school verhoogt; de dialoog met de verschillende partners (schoolteam, CLB, ouders en leerlingen) stimuleert. Deelnemende scholen ontvangen een rapport op maat van de school en worden uitgenodigd voor een vorming. Alcohol-en andere drugpreventie in het onderwijs | Ondersteuningsaanbod en materiaal | VAD 2007 7 Contactgegevens regionale preventiewerkers verbonden aan de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg Provincie West-Vlaanderen Regio Oostende Middelpunt CGG Preventie alcohol & drugs West-Vlaanderen Frère Orbanstraat 143 8400 Oostende 059 50 05 00 / 059 51 27 53 [email protected] Regio Roeselare Middelpunt CGG Preventie alcohol & drugs West-Vlaanderen J. Lagaelaan 21 8800 Roeselare 0051 25 99 30 [email protected] Provincie Oost-Vlaanderen Regio Gent CGG Eclips C.A.T. Preventiehuis Martelaarslaan 204a 9000 Gent 09 233 58 58 [email protected] Regio St.-Niklaas CGG Waas en Dender Delta Grote Peperstraat 15 9100 St.-Niklaas 03 760 00 70 [email protected] Provincie Vlaams-Brabant Regio Leuven CGG Vlaams-Brabant Oost Vital Decosterstraat 86 3000 Leuven 016 32 97 00 [email protected] Alcohol-en andere drugpreventie in het onderwijs | Ondersteuningsaanbod en materiaal | VAD 2007 8 Regio Brussel-Halle-Vilvoorde CGGZ Brussel deelwerking Primavera de Smet de Naeyerlaan 470 1090 Brussel 02 478 90 90 [email protected] Provincie Antwerpen Regio Mechelen CGG De Pont Hanswijkstraat 48 2800 Mechelen 015 42 08 32 [email protected] Regio Antwerpen VAGGA – Altox Ketsstraat 17 2018 Antwerpen 03 235 21 74 [email protected] Regio Turnhout De Meander CGG Noorderkempen Parklaan 162 2300 Turnhout 014 47 12 20 [email protected] Provincie Limburg C.A.D.-Limburg – Preventie/documentatie Weg naar As 54 bus 12 3600 Genk 089 32 97 75 [email protected] Alcohol-en andere drugpreventie in het onderwijs | Ondersteuningsaanbod en materiaal | VAD 2007