************************* AB 1988 no. 63 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 18 september 2013 ************************* ==================================================================== Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoe- ring van artikel 10, onder e, en artikel 11, onder d, van de Landsverordening politie (AB 1988 no. 18) Citeertitel: Landsbesluit kleding, bewapening en overige uitrusting politiepersoneel. Vindplaats : AB 1988 no. 63 Wijzigingen: AB 1990 no. 42; AB 2009 no. 41 ==================================================================== Artikel 1 Voor de toepassing van dit landsbesluit wordt verstaan onder: het Korps : het Korps Politie Aruba; de korpschef : de ambtenaar, belast met de dagelijkse leiding van het Korps; politiepersoneel : de ambtenaren aangesteld in een rang, genoemd in het Bezoldigingsbesluit politie, de bij het Korps ingedeelde ambtenaren, belast met inkla- ringswerkzaamheden op de luchthaven of in het havengebied, de bij het Korps ingedeelde bui- tengewoon agenten van politie, alsmede de bij het Korps ingedeelde andere categorieën ambte- naren en werklieden, mits opgenomen in de mi- nisteriële regeling bedoeld in artikel 2, twee- de lid; de politieambtenaar : de ambtenaar aangesteld in een rang, genoemd in het Bezoldigingsbesluit politie en de bij het Korps ingedeelde buitengewoon agent van poli- tie. Artikel 2 1. Aan het politiepersoneel wordt door of namens de korpschef dienstkleding en dienstuitrusting verstrekt. 2. Bij regeling van de minister van Justitie worden, voor de di- verse categorieën politiepersoneel afzonderlijk, bepalingen vastge- steld met betrekking tot: a. de tot de dienstkleding behorende kledingstukken; b. de bewapening en overige uitrustingsstukken; c. het aantal van de te verstrekken kleding en uitrusting; d. de frequentie van de verstrekking; e. de toelage in verband met de aanschaf van de benodigde kleding noodzakelijk ter uitoefening van hun functie. Artikel 3 1. Naast de kleding en uitrusting, bedoeld in artikel 2, wordt door de korpschef aan iedere politieambtenaar een bewapening ver- strekt. De bewapening bestaat uit dagelijkse en bijzondere bewapening. 2. De dagelijkse bewapening bestaat uit een of meer van de navol- gende wapens en geweldsmiddelen: a. pistolen, merken FN of Walther, 6.35 mm, kalibers 9 mm kort en 9 mm parabellum; b. revolvers, merken Smith & Wesson of Colt, kalibers .38 inch en .38 inch special; ************************* AB 1988 no. 63 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 18 september 2013 ************************* ==================================================================== c. de bij de in de onderdelen a en b genoemde wapens behorende vol- mantelmunitie; d. traangasspuitbussen (CS-gas), merk Paralyzer; e. korte wapenstokken van rubber, hout, overtrokken metaal, kunststof of een combinatie daarvan; f. ploertendoders. 3. De bijzondere bewapening bestaat uit een of meer van de navol- gende wapens en geweldsmiddelen: a. mitrailleurs, merk FN, kaliber .50 inch; b. de bij de in onderdeel a genoemde wapens behorende munitie van het type "linked 4 ball-1 tracer" of "linked 4 armour-piercing incen- diary -1 tracer"; c. pistoolmitrailleurs, merk Heckler & Koch, kaliber 9 mm parabellum; d. geweren, merken Remington of Winchester, semi-automatisch, met ge- trokken loop, kaliber .22 inch; e. karabijnen, merk Winchester, automatisch en semi-automatisch, met getrokken loop, kaliber .30 inch; f. de bij de in de onderdelen c tot en met e genoemde wapens behoren- de originele volmantelmunitie; g. gasgeweren; h. zgn. pepperfogtraangasapparaten; i. de bij de in de onderdelen g en h genoemde wapens behorende niet- giftige en niet-verstikkende gassen verspreidende rook- en gasgra- naten; j. lange wapenstokken van rubber, hout, overtrokken metaal, kunststof of een combinatie daarvan; k. jachtgeweren, met gladde loop, kalibers 12 en 16; l. de bij de in onderdeel k genoemde wapens behorende hagelpatronen en slugs. 4. Bij gemeenschappelijke beschikking van de ministers van Alge- mene Zaken en van Justitie kan aan de korpschef in verband met de uit- voering van een buitengewone politietaak eenmalig en voor een periode van ten hoogste 30 dagen worden toegestaan aan politieambtenaren ande- re wapenen en geweldsmiddelen te verstrekken dan de in het eerste lid genoemde. Een beschikking als bedoeld in de eerste volzin, dient ter- stond in de Landscourant van Aruba te worden bekendgemaakt. Artikel 4 1. In de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt voor de verschillende categorieën politiepersoneel afzonderlijk bepaald, welke en hoeveel van de in artikel 3, tweede lid, genoemde wapenen en geweldsmiddelen tot hun dagelijks tenue c.q. uitrusting be- horen, en welke van de in artikel 3, derde lid, genoemde wapenen en geweldsmiddelen tot de uitrusting behoort van de Bijstandseenheid van het Korps. 2. Op een daartoe strekkend gemotiveerd verzoek kan de korpschef aan een politieambtenaar toestaan, dat hij géén of minder wapens en geweldsmiddelen draagt dan hij ingevolge de ministeriële regeling, be- doeld in artikel 2, tweede lid, zou behoren te dragen. 3. De bijzondere wapens en geweldsmiddelen, bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdelen a en b, mogen uitsluitend worden gebruikt aan boord van een vaartuig, in gebruik bij het Korps, en alleen door poli- tieambtenaren die in de bediening en het gebruik van deze wapens ge- schoold zijn. 4. In door of namens de korpschef te bepalen bijzondere omstan- digheden kunnen aan politieambtenaren ter beschikking worden gesteld de wapens en geweldsmiddelen, bedoeld in artikel 3, derde lid, onder- 2 ************************* AB 1988 no. 63 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 18 september 2013 ************************* ==================================================================== delen c tot en met j, mits deze politieambtenaren in de bediening en het gebruik van deze wapens en geweldsmiddelen geschoold zijn. 5. De wapens en geweldsmiddelen, bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdelen k en l, worden door of namens de korpschef uitsluitend aan politieambtenaren uitgereikt met het oogmerk daarmede agressieve of ernstig gewonde dieren te doden of onschadelijk te maken. Artikel 5 De korpschef geeft bij korpsorder voorschriften met betrekking tot de draagwijze en het onderhoud van aan politieambtenaren verstrek- te wapenen. Artikel 6 1. De korpschef doet een register bijhouden, waarin van alle bij het Korps in gebruik en voorhanden zijnde wapenen in de zin van de Wa- penverordening en alle andere geweldsmiddelen aantekening wordt gehou- den. Voorts doet hij een apart register bijhouden, waarin van elk lid van het politiepersoneel afzonderlijk aantekening wordt gehouden van alle aan dat lid verstrekte wapenen en geweldsmiddelen. 2. Voorzover het betreft vuurwapenen wordt in het in het eerste lid bedoelde register aantekening gedaan van soort, merk, model, kali- ber en serienummer daarvan. Artikel 6a 1. Aan de politieambtenaar, die een functie vervult welke met zich brengt dat eigen burgerkleding wordt gedragen die redelijkerwijs risico op beschadiging loopt, wordt een tegemoetkoming voor mogelijke onkosten een jaarlijkse toelage van Afl. 400,- toegekend. 2. De minister van Justitie stelt jaarlijks de functies vast waaraan de toelage is verbonden. Artikel 7 Op het tijdstip van inwerkingtreding van dit landsbesluit worden ingetrokken: a. het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, houdende bepalin- gen met betrekking tot het verstrekken van dienstkleding aan de inklaringsambtenaren werkzaam bij het Korps Politie Aruba; b. het Landsbesluit, houdende vaststelling van de dienstkleding van het bootpersoneel bij de politie; c. het Landsbesluit, houdende vaststelling van dienstkleding voor het garagepersoneel bij de politie; d. het Landsbesluit, houdende vaststelling van een dienstkleding voor de bodes werkzaam bij het Korps Politie Aruba. Artikel 8 1. Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die van zijn afkondiging. 2. Het kan worden aangehaald als Landsbesluit kleding, bewapening en overige uitrusting politiepersoneel. 3